Operation Manual

14-NL
* De afbeelding geldt voor CDE-114BTi.
Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance)
(tussen links en rechts)/ fader (tussen voor
en achter)/defeat regelen
1
Druk herhaaldelijk op de Rotary encoder (AUDIO) om de
gewenste modus te selecteren.
Elke druk schakelt als volgt over naar een volgende modus:
SUBWOOFER
*
BASS LEVEL TRE LEVEL BALANCE FA DER
DEFEAT VOLUME SUBWOOFER
* Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast.
Opmerking
Wanneer gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
2
Draai aan de Rotary encoder tot het gewenste volume is
bereikt voor elk niveau.
Door DEFEAT ON in te stellen, zullen vroeger aangepaste
waarden van BASS LEVEL en TRE LEVEL terugschakelen naar de
fabrieksinstellingen.
De lage tonen/hoge tonen/
hoogdoorlaatfilter instellen
Gebruik stappen 1 tot 3 om een van de instelmodi te selecteren en aan te
passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor meer informatie over het
geselecteerde instelitem.
1
Druk op SOUND om de gewenste
geluidinstellingsmodus te selecteren.
BASS TREBLE HPF BASS
2
Draai aan de Rotary encoder of druk op BANDTA,
SOURCE, enz. om de instelling te wijzigen.
3
Houd ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON staat.
U kunt de frequentie van de lage tonen aanpassen om uw eigen
toonvoorkeur te creëren.
Instelitem: BASS
De centerfrequentie van de lage tonen instellen
1
Druk op BANDTA om de gewenste centerfrequentie van
de lage tonen in te stellen.
80 Hz 100 Hz 200 Hz 60 Hz 80 Hz
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de lage
tonen.
De bandbreedte voor lage tonen instellen
1
Druk op SOURCE om de gewenste bandbreedte van de
lage tonen in te stellen.
Wijzigt de bandbreedte naar breed of smal. Een bredere
instelling stimuleert een breed spectrum van frequenties boven
en onder de centerfrequentie. Een smallere instelling stimuleert
enkel frequenties dichtbij de centerfrequentie.
Het niveau voor lage tonen instellen
1
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor lage tonen te selecteren (–7~+7)
*
.
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
de Rotary encoder. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen
(bass)/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen links
en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/defeat regelen" op
pagina 14.
Opmerking
Het niveau voor de lage tonen zal afzonderlijk voor elke bron worden
opgeslagen (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt
veranderd. Aanpassingen aan de frequentie en bandbreedte van de lage
tonen bij één bron worden eveneens doorgevoerd in de andere bronnen
(FM, MW (LW), CD, enz.).
Geluidsinstelling
Subwoofer +0 ~ +15
Niveau lage tonen -7 ~ +7
Niveau hoge tonen -7 ~ +7
Balans L15 ~ R15
Fader R15 ~ F15
Defeat ON/OFF
Volume 0 ~ 35
BAND/TA
/SOUND
SOURCE/
/ESC
Rotary encoder (AUDIO/LOUD)
De regeling voor lage tonen instellen
(Smal)
(Breed)