Operation Manual

32-NL
Installatie en aansluitingen
Lees het volgende en zie "Gebruiksaanwijzing" op pagina 3 voor u het
toestel installeert of aansluit, om een juist gebruik te garanderen.
WAARSCHUWING
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN 12
V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJAANSLUITING VOOR
U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF STUURINRICHTING
OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW VOERTUIG
KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
OPGELET
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
steeds de verdeler waar u dit product hebt gekocht om de installatie
te laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP DE
JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF GEKNEPEN
WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of stof
aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan
dit storingen veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg ervoor dat u de kabel verwijdert van de (−) batterijaansluiting
voor u uw CDE-111R/CDE-111RM/CDE-112Ri/CDE-113BT/
CDE-114BTi installeert. Dit verkleint de kans op schade aan het
toestel bij een kortsluiting.
Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde draden aansluit volgens het
diagram. Foute aansluitingen kunnen storingen veroorzaken in het
toestel of schade teweegbrengen aan het elektrische systeem van de
auto.
Tijdens het aansluiten op het elektrische systeem van de auto, dient u
op te letten voor componenten die in de fabriek werden geïnstalleerd
(bv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen in deze kabels om
stroom te voorzien voor d t toestel. Zorg er bij het aanslu ten van de
CDE-111R/CDE-111RM/CDE-112Ri/CDE-113BT/CDE-114BTi op
de zekeringkast voor dat de zekering voor het circu t bedoeld voor de
CDE-111R/CDE-111RM/CDE-112Ri/CDE-113BT/CDE-114BTi de
juiste stroomsterkte heeft. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot
schade aan het product en/of het voertuig. Contacteer bij twijfel uw
Alpine-verdeler.
De CDE-111R/CDE-111RM/CDE-112Ri/CDE-113BT/CDE-114BTi
maakt gebruik van vrouwelijke RCA-aansluitingen voor aanslu ting
op andere apparaten (bv. versterker) met RCA-aansluitingen. U hebt
mogelijk een adapter nodig om andere apparaten aan te sluiten.
Contacteer in dat geval uw bevoegde Alpine-verdeler voor hulp.
Zorg ervoor dat u de (−) luidsprekerkabel aansluit op de (−)
luidsprekeraansluiting. Verbind nooit de kabels van het linkse en het
rechtse luidsprekerkanaal met elkaar of met de carrosserie van het
voertuig.