Operating Instructions and Installation Instructions

18-NL
De regeling voor lage tonen instellen
1
Selecteer BASS in de 3BAND EQ-aanpassingsmodus, draai
aan de Rotary encoder om het gewenste instelitem voor
lage tonen te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te schakelen naar de vorige stap.
De bandbreedte van de lage tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte van de lage tonen te selecteren.
WIDE 0.50 MEDIUM 1.00 MEDIUM 1.50 NARROW 2.00
Wijzigt de bandbreedte naar breed of smal. Een bredere instelling
stimuleert een breed spectrum van frequenties boven en onder de
centerfrequentie. Een smallere instelling stimuleert enkel frequenties
dichtbij de centerfrequentie.
De centerfrequentie van de lage tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie van de lage tonen te selecteren.
60 (Hz) 80 (Hz) (standaardinstelling) 100 (Hz) 120 (Hz)
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de lage
tonen.
Het niveau voor lage tonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor lage tonen te selecteren (–7~+7)
*
.
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDIO. Zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat
regelen" op pagina 17.
De regeling voor middentonen instellen
1
Selecteer MID in de 3BAND EQ-aanpassingsmodus, draai
aan de Rotary encoder om het gewenste instelitem voor
middentonen te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te schakelen naar de vorige stap.
De bandbreedte van de middentonen instellen (WIDTH
(Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte van de middentonen te selecteren.
WIDE 0.75 MEDIUM 1.00 MEDIUM 1.25 NARROW 1.50
De centerfrequentie van de middentonen instellen
(CENTER FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie van de middentonen te selecteren.
500 (Hz) 1.0k (Hz) (standaardinstelling) 1.5k (Hz) 2.5k (Hz)
Het niveau voor middentonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor middentonen te selecteren (-7 ~ +7)
*
.
U kunt de middentonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDIO. Zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat
regelen" op pagina 17.
De regeling voor hoge tonen instellen
1
Selecteer TREBLE in de 3BAND EQ-aanpassingsmodus,
draai aan de Rotary encoder om het gewenste instelitem
voor hoge tonen te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te schakelen naar de vorige stap.
De bandbreedte van de hoge tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte van de hoge tonen te selecteren.
WIDE 0.75 NARROW 1.25
De centerfrequentie van de hoge tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie van de hoge tonen te selecteren.
7.5K (Hz) 10.0K (Hz) (standaardinstelling) 12.5K (Hz) 15.0K
(Hz)
Het niveau voor hoge tonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor hoge tonen te selecteren (–7~+7)
*
.
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDIO. Zie "Subwooferniveau/niveau lage tonen/niveau
middentonen/niveau hoge tonen/balans (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/niveau AUX Mix/loudness/defeat
regelen" op pagina 17.