Operation Manual

42-NL
Een iPod/iPhone aansluiten
U kunt een iPod/iPhone aansluiten op dit toestel via de
iPod-interfacekabel (geleverd bij de iPod/iPhone). Wanneer dit toestel
door middel van de kabel is aangesloten, werken de
bedieningselementen op de iPod niet meer.
Opmerkingen
Internet- en telefoonfuncties van de iPod touch of iPhone enz. kunnen
ook worden gebruikt wanneer deze aangesloten zijn op dit toestel. De
nummers die worden afgespeeld, zullen door het gebruik van deze
functies echter gestopt of gepauzeerd worden. Stop het gebruik van de
toepassing of van de telefoonfuncties voor u opnieuw muziek gaat
beluisteren op uw apparaat.
Als u een iPhone op dit toestel aansluit, kan deze ook als iPod gebruikt
worden. Indien u uw iPhone als handsfree telefoon gebruikt, moet u een
toestel gebruiken waarin de BLUETOOTH-functie ingebouwd zit.
iPod/iPhone-modellen die met dit toestel kunnen worden gebruikt
Apparaten die een Made for iPod-bevestiging gekregen hebben. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
iPod touch (4e generatie): versie 5.1.1
iPod nano (6e generatie): versie 1.2
iPod touch (3e generatie): versie 5.1.1
iPod nano (5e generatie): versie 1.0.2
iPod classic (160 GB) (eind 2009): versie 2.0.4
iPod touch (2e generatie): versie 4.2.1
iPod nano (4e generatie): versie 1.0.4
iPod classic (120 GB): versie 2.0.1
iPod touch (1e generatie): versie 3.1.3
iPod nano (3e generatie): versie 1.1.3
iPod classic (80 GB, 160 GB): versie 1.1.2
Gecontroleerde apparaten met betrekking tot Made for iPhone. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
iPhone 4S: versie 5.1.1
iPhone 4: versie 5.1.1
iPhone 3GS: versie 5.1.1
iPhone 3G: versie 4.2.1
iPhone: versie 3.1.3
Voor meer informatie over het identificeren van uw iPod-model,
raadpleegt u het Apple-document "Identifying iPod models" op
http://support.apple.com/kb/HT1353
Dit toestel laat geen videoweergave via iPod/iPhone toe, ook al wordt
een voor video geschikte kabel gebruikt.
De bediening van de iPod instellen
Wanneer er een iPod/iPhone wordt aangesloten, kunt u deze bedienen
via de bedieningselementen van de iPod/iPhone zelf of via de
hoofdeenheid.
1
Houd ENTEROPTION gedurende minstens 2
seconden ingedrukt in de iPod-modus.
Het optiemenu voor de iPod-modus wordt geactiveerd.
2
Draai aan de draaiknop om "APP Direct" te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
De iPod-bedieningsmodus schakelt tussen iPod Mode en HU
Mode.
HU Mode (HEAD UNIT):
U kunt de iPod/iPhone bedienen via dit toestel.
iPod Mode:
U kunt de iPod/iPhone bedienen via de bedieningselementen van
de iPod/iPhone zelf. Als iPod geselecteerd is, zult u bepaalde
functies niet via het hoofdtoestel kunnen bedienen.
Opmerkingen
Tijdens de HU Mode kunt u rechtstreeks naar de iPod Mode schakelen
door te drukken op BAND.
Als de bedieningsmodus gewijzigd wordt, zal de pauzestatus ingesteld
worden. Druk op om door te gaan.
Afhankelijk van de gebruikte iPod, kunt u mogelijk niet kiezen voor
bediening via de iPod. Het is ook mogelijk dat de bediening toch van het
hoofdtoestel moet gebeuren, ook al is iPod geselecteerd.
Afspelen
1
Druk op VSOURCE om over te schakelen naar de
iPod-modus.
2
Druk op of om het gewenste nummer te
selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, spoelt u het huidige nummer
snel terug of vooruit.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
Een nummer dat wordt afgespeeld via de iPod/iPhone terwijl het
apparaat is aangesloten op dit toestel, zal verder spelen vanaf de positie
waarop het werd gepauzeerd na het loskoppelen.
Wanneer u luistert naar een episode uit een podcast of gesproken boek,
kunt u wisselen van episode door op 1 of 2 te drukken.
Een episode kan uit verschillende hoofdstukken bestaan. Het hoofdstuk
kan worden gewijzigd door op of te drukken.
iPod/iPhone (optioneel)
/ II
SOURCE
BAND/
ABC SEARCH
/ENTER/OPTION
VIEW
1
2
4
5
Draaiknop
Preselectieknoppen
(1 tot 6)