Operation Manual

27-NL
Instellen van de functie voor handenvrij bellen
(HFP)
ON:
Selecteer wanneer u uw telefoon die BLUETOOTH ondersteunt
wilt koppelen met dit toestel.
OFF:
De functie voor handenvrij bellen wordt niet gebruikt.
Opmerking
Wanneer HFP ingesteld is op OFF, worden de indicatoren betreffende
handenvrij bellen (c (batterijcapaciteit), i (signaalsterkte) en
h (bericht)) niet weergegeven.
BLUETOOTH-audio-instelling (AUDIO)
ON:
Selecteer wanneer u de BLUETOOTH-audiofunctie wilt gebruiken.
OFF:
De BLUETOOTH-audiofunctie wordt niet gebruikt.
Selecteer een van de 3 aangesloten apparaten die BLUETOOTH
ondersteunen die u eerder al hebt geregistreerd.
Instelitem: PA IR ED D EV
1
Draai aan de Rotary encoder om een
BLUETOOTH-apparaat te selecteren dat u wilt gebruiken
(u wilt de verbinding wijzigen) en druk dan op ENTER.
2
Draai aan de Rotary encoder om "CONNECT" te selecteren
en het geselecteerde apparaat te verbinden.
Het verbonden apparaat is gemarkeerd met "l". Selecteer
"DISCONNECT" om de verbinding met dit apparaat te verbreken.
Selecteer "CLEAR" als u het apparaat wilt verwijderen uit de
apparaatlijst.
Opmerkingen
Als de verbinding met succes gewijzigd is, wordt "CONNECTED"
gedurende 2 seconden weergegeven en licht de -indicator op, waarna
het scherm terugkeert naar het SETUP-scherm.
Als er een mobiele telefoon met succes verbonden wordt met dit toestel,
licht de c-indicator op om de batterijcapaciteit van de aangesloten
mobiele telefoon weer te geven. De j-indicator licht op wanneer de
batterijcapaciteit met de helft gedaald is en knippert wanneer de
batterij bijna leeg is.
•Indicator i (signaalsterkte):
De indicator geeft de huidige signaalsterkte van de mobiele telefoon
weer. De indicator knippert wanneer het signaal van de aangesloten
mobiele telefoon te zwak is.
Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon worden de indicatoren
c (batterijcapaciteit), i (signaalsterkte) en h (bericht) mogelijk
niet weergegeven.
Als de 3 posities geregistreerd zijn, kunt u geen 4e apparaat registreren.
Om een ander apparaat te registreren, dient u eerst een van de
apparaten te verwijderen op positie 1 tot 3.
U kunt instellen of dit toestel al dan niet herkend kan worden door een
apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt. Zet dit standaard op VISI M
ON.
Instelitem: VISIBLE M
Instelmogelijkheden:
VISI M ON (standaardinstelling) / VISI M OFF
VISI M ON:
Activeert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
VISI M OFF:
Deactiveert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
Het BLUETOOTH-apparaat wordt gebruikt voor het zoeken naar een
aansluitbaar apparaat dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH en
het verbinden van het apparaat met dit toestel, of voor het registeren van
een nieuw BLUETOOTH-apparaat.
Instelitem: SEARCH DEV
1
Wanneer SEARCH DEV geselecteerd is, wordt
"SEARCHING" weergegeven en wordt de zoekopdracht
gestart.
Opmerking
U kunt de opdracht "SEARCHING" stoppen door te drukken op .
2
Draai aan de Rotary encoder om de naam van het aan te
sluiten apparaat te selecteren in de apparaatzoeklijst en
druk vervolgens op ENTER.
3
Als dit toestel correct aangesloten is op een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt, wordt "CONNECTED"
weergegeven, waarna het toestel naar de normale modus
terugkeert.
Afhankelijk van de mobiele telefoon kan het nodig zijn een
wachtwoord in te voeren. In dit geval wordt "CODE 0000"
weergegeven. Voer het wachtwoord "0000" in op het apparaat
dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH om de koppeling tot
stand te brengen. Wanneer de koppeling voltooid is, maakt het
toestel automatisch verbinding met het apparaat dat
ondersteuning biedt voor BLUETOOTH. Als u het verkeerde
wachtwoord hebt ingegeven of als de communicatie mislukt,
dan wordt "FAILED" weergegeven.
Het BLUETOOTH-apparaat instellen
De zichtbaarheidsmodus instellen
Een BLUETOOTH-apparaat koppelen via
het toestel