Operation Manual

25-NL
U kunt namen verwijderen uit Mijn favorieten of de lay-out ervan
wijzigen.
Raak [] aan.
" " wordt weergegeven en de bewerkmodus wordt geactiveerd.
Als u [Cancel] aanraakt, keert u terug naar het vorige scherm zonder
wijzigingen door te voeren.
De naam wijzigen
1
Raak het pictogram aan dat u wilt wijzigen.
Het scherm voor het bewerken van tekst (klavier) wordt
weergegeven.
2
Voer de naam in en raak vervolgens [OK] aan.
Het scherm keert terug naar de bewerkmodus.
3
Raak [OK] aan.
De naam is gewijzigd.
Pictogrammen verwijderen
1
Raak " " aan naast het pictogram dat u wilt
verwijderen.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
2
Raak [OK] aan.
Het scherm keert terug naar de bewerkmodus.
3
Raak [OK] aan.
Mijn favorieten instellen
U kunt een geregistreerde gebruikersnaam wijzigen of verwijderen, of
het geregistreerde telefoonnummer wijzigen.
Raak [Setup] aan.
Het instelscherm voor Mijn favorieten wordt weergegeven.
De naam van een gebruiker wijzigen
1
Raak [Name] aan bij de gebruiker voor wie u deze
instelling wilt aanpassen.
Het scherm voor het invoeren van de gebruikersnaam
(klavier) wordt weergegeven.
2
Voer de naam in en raak vervolgens [OK] aan.
De gebruikersnaam is gewijzigd.
Raadpleeg "Tekens en cijfers invoeren (klavier)" (pagina 27)
voor meer informatie over het invoeren van tekens met het
klavier.
Een BLUETOOTH-apparaat wijzigen
U kunt de BLUETOOTH-apparaten die gekoppeld zijn aan een
gebruiker wijzigen.
1
Raak [Phone] aan bij de gebruiker voor wie u deze
instelling wilt aanpassen.
Het scherm voor het instellen van BLUETOOTH-apparaten
wordt weergegeven.
2
Raak [Verbind] aan en raak vervolgens [OK] aan.
De lijst met BLUETOOTH-apparaten wordt weergegeven.
De BLUETOOTH-apparaten die ingesteld zijn via
gebruikersregistratie zijn gemarkeerd.
Raak [Zoeken] aan voor gedetailleerdere instellingen.
3
Selecteer het apparaat dat u wilt wijzigen en raak
vervolgens [OK] aan.
Het apparaat is gewijzigd.
Geregistreerde gebruikers verwijderen
1
Raak [Delete] aan bij de gebruikersnaam die u wilt
verwijderen.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
2
Raak [OK] aan.
Wanneer een geregistreerde gebruiker verwijderd wordt, worden de
standaardinstellingen hersteld voor alle items die beïnvloed worden
door het wijzigen van de gebruiker.
De lay-out wijzigen
U kunt de lay-out van de sneltoetsen wijzigen.
1
Sleep het pictogram naar de gewenste positie.
2
Raak [OK] aan.
Wanneer er een apart verkrijgbare camera aangesloten is op het
systeem, kunt u het beeld van die camera weergeven.
Raak [Camera] aan.
Het camerabeeld wordt weergegeven.
Raadpleeg "Bediening van de camera (optioneel)" (pagina 72) voor
meer informatie over het gebruik van de camera.
Wanneer de camera voor vooraanzicht (rechtstreekse camera) en de
achteruitrijcamera of zijcamera (AUX-camera) tegelijk aangesloten
zijn, wordt het scherm voor het selecteren van het weer te geven
camerabeeld weergegeven.
Mijn favorieten bewerken
Het camerabeeld weergeven