Operating Instructions and Installation Instructions

41-NL
Sterkte van de bronsignalen aanpassen
Indien het verschil in volume tussen de cd en de FM-radio te
groot is, pas dan de FM-signaalsterkte als volgt aan.
Instellingsitem: FM Level
Inhoud instelling: Low / High
PI Seek-instelling
Instellingsitem: PI Seek
Inhoud instelling: OFF / Auto
Regionale (lokale) (Local) RDS-zenders ontvangen
Als OFF is geselecteerd, blijft het toestel automatisch de
verwante lokale RDS-zender ontvangen.
Instellingsitem: RDS Regional
Inhoud instelling: OFF / ON
De taal voor PTY (Programme Type) wijzigen
U kunt een van de patronen kiezen van de schermtalen.
Instellingsitem: PTY Language
Inhoud instelling: GB / NL / F / D / I / E
Instelling PTY31-ontvangst (Nooduitzending) (Emergency
Broadcast)
PTY31-ontvangst (nooduitzending) kan ON/OFF worden.
Instellingsitem: PTY31
Inhoud instelling: OFF / ON
Wanneer PTY31 is ingesteld op ON, geeft het toestel automatisch
voorrang aan nooduitzendingen en onderbreekt daarvoor het
programma waarnaar u aan het luisteren bent.
Tijdens de PTY31-ontvangst wordt "Alarm" weergegeven op het
scherm.
De TUNER-toonkwaliteit (FM) instellen (Tuner Condition)
Met dit toestel kunt u uw favoriete toonkwaliteit instellen voor de
bron FM-radio.
Instellingsitem: Tuner Condition
Instelling inhoud: Normal / HiFi / Stable
Ruis is mogelijk meer aanwezig wanneer HiFi is ingesteld,
afhankelijk van de status van de ontvangst. In dit geval raden wij de
Normal-instelling aan.
Scherminstelling
1
Raak [ ] aan op het hoofdscherm.
Het selectiescherm SETUP (instelling) wordt weergegeven.
2
Raak de titelbalk onder Display Setup aan.
Het scherm Display Setup (scherminstelling) verschijnt.
3
Raak [ ] of [ ] enz. aan van het gewenste item om
de instelling te wijzigen.
Instellingsitems:
Tilt
*
1
/ Open/Close
*
1
/ Visual EQ
*
2
/ Dimmer / Screen Dimmer
Level / Function Guide Fade / Base Color / Screen Alignment
*
1
Deze functies kunnen worden gewijzigd tijdens het rijden.
*
2
Als iPod Audio of USB Audio de huidige bron is, kunt u deze
instelling niet aanpassen.
4
Raak [ ] aan om naar het vorige scherm terug te
keren.
Wanneer u [Exit] aanraakt, wordt het Display Setup-scherm
uitgeschakeld en keert u terug naar het vorige hoofdscherm.
Zet de contactsleutel niet op OFF onmiddellijk na het wijzigen van
de instelling van Display Mode (terwijl het systeem automatisch
gegevens schrijft).
Anders zijn de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
Pas de hoek van de monitor aan (tussen 40 en 105 graden) voor
maximale zichtbaarheid.
Instellingsitem: Tilt
Instellingsbereik: 10 aanpasbare hoeken zijn beschikbaar.
Als de monitor een obstakel raakt, verwijdert u het obstakel.
De schermkleur zal verschillen in bepaalde hoeken. Wijzig de
schermhoek voor de beste kijkhoek.
Als het voltage van de autobatterij laag is, kan het scherm knipperen
wanneer de schermhoek wordt gewijzigd. Dit duidt niet op een
storing.
Normal: Standaardinstelling
HiFi: Instelling voor hoge kwaliteit
Stable: Ruiscontrole
Scherminstelling
De handrem moet aangetrokken zijn om het scherm van de
Display-modus te kunnen raadplegen. Als u tijdens het rijden dit
scherm tracht te openen, wordt de waarschuwing "Can’t operate
while driving" weergegeven.
Stappen 1 tot 4 hieronder zijn algemene handelingen voor elk
"instellingsitem" bij de Display-instellingen. Raadpleeg elke
sectie voor meer informatie.
De monitorhoek aanpassen