Operating Instructions and Installation Instructions

56-NL
Voordat u onderstaande handelingen uitvoert, stelt u de modus MX
(Media Xpander) van de PXA-H700 in op "AUTO" als de PXA-H700 is
aangesloten.
Instellingsitem: Media Xpander
1
Selecteer ON of OFF bij MX door [ ] of [ ] bij Media
Xpander aan te raken.
2
Raak de titelbalk van Media Xpander nadat u ON
gekozen hebt.
Het instelscherm van Media Xpander verschijnt.
3
Raak [ ] of [ ] van de gewenste MX-modus aan.
U kunt het niveau van de muziekbron (zoals cd, iPod) instellen.
MX CD (OFF, CD MX 1 tot 3)
De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Deze
gegevens worden gebruikt om het geluid zuiver weer te geven
met behulp van de gegevenshoeveelheid.
MX CMPM (OFF, CMPM MX 1 tot 3)
Dit corrigeert informatie die was weggelaten tijdens de
compressie. Dit brengt een goed gebalanceerd geluid voort dat
dicht aanleunt bij het origineel.
MX DVD (OFF, Movie MX 1 tot 2)
De dialogen van de video worden helderder weergegeven.
MX AUX (OFF, CMPM MX, Movie MX, Music MX)
Kies de MX-modus (CMPM, Music of Movie) die overeenstemt
met het aangesloten medium.
De inhoud van MX die hier is ingesteld, wordt weerspiegeld in
PXA-H700 of PXA-H701.
Als OFF is geselecteerd, wordt het MX-effect van elke MX-modus
uitgeschakeld.
Elke muziekbron, zoals cd en MP3, kan een eigen MX-instelling
hebben.
Er is geen MX-modus voor FM-, MW- en LW-radio.
MX CMPM wordt toegepast voor MP3/WMA/AAC en iPod/iPhone.
De MX-instelling kan alleen worden uitgevoerd als er een bron
geselecteerd is.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer Defeat op ON staat.
U kunt deze instelling aanpassen in het hoofdbronscherm door [ ]
rechtstreeks aan te raken.
Instellingsitem: Bass Sound Cont.
Compressor voor lage tonen instellen
U kunt het geluid van lage frequenties naar wens aanpassen.
Raak [ ] of [ ] van Bass Comp. aan om de gewenste
modus te selecteren.
De lage tonen worden meer benadrukt als de modus
sequentieel wordt overgeschakeld als Mode 1
2 3, met
levendige lage frequenties als gevolg.
Selecteer OFF als de instelling niet nodig is.
Focus voor lage tonen instellen
Door de vorige aangegeven vertragingswaarde (tijdsverschil) te
gebruiken, kunt u een tijdsverschil instellen tussen de voor-
achter/links-rechts-luidsprekers. Dat maakt namelijk een
tijdcorrectie volgens uw voorkeur mogelijk. Met een
oorspronkelijke vertraging van 0,05 ms voor elk van de 0 tot 400
stappen, kan een hoorbare tijdcorrectie worden bereikt.
Stel de vertragingswaarde in voor en achter en links en
rechts van de gewenste luidspreker door de respectieve
toets [
] of [ ] aan te raken.
Elke instelling in focus voor lage tonen wordt ook in tijdcorrectie
toegepast (
pagina 57).
Pro Logic-verwerking kan worden uitgevoerd op de muzieksignalen die
werden opgenomen op twee kanalen om Dolby Pro Logic II surround-
geluid te verkrijgen. Voor tweekanaals Dolby Digital- en DTS-signalen
is er ook een functie "Rear Fill" (vullen achter) voor het weergeven van
signalen van het voorste kanaal naar het achterste kanaal.
Instellingsitem: Dolby PLII/Rear Fill
Raak [ ] of [ ] van Dolby PLII/Rear aan om de
gewenste modus te selecteren.
Als PL II Music is geselecteerd, kan de breedte van het
middenkanaal worden aangepast met de volgende handelingen.
Deze functie biedt de optimale weerklankpositie door het
middenkanaal tussen de middenluidspreker en de L/R-
luidspreker te positioneren. (De wijzigingen die in
"Het
akoestische beeld aanpassen (Bi-Phantom)" (pagina 59) werden
uitgevoerd hebben geen invloed als deze functie actief is.)
Raak [ ] of [ ] van Center Width Cont. aan om het niveau
aan te passen.
Het niveau kan van 0 tot +7 worden aangepast. Als het
niveau wordt verhoogd, beweegt het middenkanaal van de
middenluidspreker naar beide zijden.
Raak [Off] bij Center Width Cont. aan om de centrale
breedteregeling uit te schakelen.
Deze aanpassing wordt van kracht als de instelling van de
middenluidspreker op Small of Large is ingesteld in de
luidsprekerinstellingen (
pagina 59).
Functie "Rear Fill":
Afhankelijk van de invoersignalen wordt het geluid mogelijk alleen
uitgevoerd via de voorluidsprekers. In dat geval kan de functie "Rear
Fill" worden gebruikt om de signalen ook via de achterste
luidsprekers uit te voeren.
Vermijd tijdens deze aanpassing om de disc te stoppen, te pauzeren of
te wisselen, de cue-functie te gebruiken, snel vooruit te spoelen of het
audiokanaal van dit toestel te wisselen. De instelling wordt
geannuleerd als wordt overgeschakeld naar de decodeermodus.
Deze aanpassing heeft geen effect als de luidspreker Center op OFF
(midden uit) is ingesteld in
"De luidsprekers instellen" (pagina 58).
Deze functie werkt alleen met signalen van twee kanalen. Dit werkt niet
als 5,1-kanaals DTS- of Dolby Digital-signalen worden ingevoerd.
Als de instelling Rear Fill (vullen achter) wordt gebruikt terwijl Rear
Mix (mix achter) is ON, blijft het geluid onveranderd in de instelling
Rear Fill (vullen achter) omdat Rear Mix prioriteit krijgt boven
lineaire PCM bij 2-kanaals decodering.
Voor lineaire PCM-signalen wordt de stem uitgevoerd via de
achterste luidsprekers ongeacht de instelling van Rear Fill (vullen
achter) en Rear Mix (mix achter).
MX-modus van de externe audioprocessor
instellen
OFF: Schakelt het MX-effect uit voor elke muziekbron.
ON: Schakelt de opgegeven MX-modus in.
(DVD Music)
Deze disc bevat een grote hoeveelheid gegevens zoals
muziekclips. MX gebruikt deze gegevens om het geluid
accuraat weer te geven.
Geluidsregeling voor lage tonen instellen
De modus Pro Logic II gebruiken
PL II Movie:
Geschikt voor tv-programma's in stereo en alle
programma's die in Dolby Surround gecodeerd zijn.
Dit verbetert de gerichtheid van het geluidsveld tot
ongeveer het discrete 5,1--kanaals geluid.
PL II Music:
Kan worden gebruikt voor alle stereo-muziekopnamen
en zorgt voor een breed, diep geluidsveld.
OFF: Schakelt Dolby PL II OFF.