Operation Manual

37-NL
Het niveau aanpassen
Raak [ ] of [ ] bij Level aan en pas vervolgens het HPF- of
LPF-niveau aan.
Aanpasbaar uitvoerniveau: –12 tot 0 dB.
Curve aanpassen
Raak [ ] of [ ] bij Slope aan en pas vervolgens het HPF- of
LPF-niveau aan.
Aanpasbare curve: FLAT*, –6 dB/oct., –12 dB/oct., –18 dB/oct.,
–24 dB/oct.
* FLAT kan enkel voor de hoge curve worden ingesteld wanneer User's
is geselecteerd in
"De responscurve voor de hogetonenluidspreker
instellen (TW Setup)" (pagina 34). Afhankelijk van de
responskenmerken van de luidspreker, dient u op te letten bij het
instellen van de responscurve op FLAT, want dit kan schade aan de
luidspreker veroorzaken. Bij dit toestel wordt een boodschap
weergegeven wanneer de responscurve voor de hogetonenluidspreker
op FLAT is ingesteld.
5
Herhaal stappen 3 tot 4 om aanpassingen aan de
andere banden door te voeren.
Bij het aanpassen van X-Over dient u rekening te houden met de
frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
Over het 2,2ch (3WAY)/4,2ch (FRONT/REAR/SUBW.)-systeem
U kunt de systeemmodus wijzigen met de 2,2ch (3WAY)/4,2ch
(FRONT/REAR/SUBW.)-schakelaar op de PXA-H100. Meer
informatie kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van de
PXA-H100.
Instellingen opslaan in het geheugen
Aanpassingen en instellingen voor X-Over, T.Corr en P/G-EQ kunnen
opgeslagen worden.
Het hangt af van de audioprocessor die u gebruikt welke inhoud kan
worden opgeslagen.
1
Controleer of de Defeat-modus uitgeschakeld is.
2
Raak [ ] van PRESET aan in het A.Processor
lijstscherm.
De lijst met ingestelde preselecties verschijnt.
3
Raak [MEMORY] van een willekeurige preselectie
aan (1 tot 6) .
De instellingsinhoud wordt opgeslagen.
De opgeslagen inhoud zal niet gewist worden, zelfs als stroomkabel
van de batterij losgemaakt wordt.
Deze handeling kan niet uitgevoerd worden wanneer een typische
equalizerinstelling (bv. POPS) geselecteerd is in
"Voorgeprogrammeerde equalizer-instellingen (F-EQ)" (pagina 34).
Het preselectiegeheugen oproepen
1
Controleer of de Defeat-modus uitgeschakeld is.
2
Raak [ ] van PRESET aan in het A.Processor
lijstscherm.
De lijst met ingestelde preselecties verschijnt.
3
Raak [ ] van een willekeurige preselectie (1 tot 6)
aan om het preselectiegeheugen te selecteren.
Het duurt enkele ogenblikken om het preselectiegeheugen op te
roepen.
De subwoofer instellen
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het SETUP-selectiescherm wordt weergegeven.
2
Raak [ ] onder Audio Setup aan.
Het AUDIO SETUP-scherm wordt weergegeven.
Het AUDIO SETUP-scherm kan ook rechtstreeks worden geactiveerd
door op
SOUND/IMPRINT te drukken.
3
Raak [ ] of [ ] aan bij Subwoofer om de subwoofer
in of uit te schakelen.
4
Raak [ ] bij Subwoofer aan nadat u deze op ON
ingesteld hebt.
Het scherm Subwoofer Setup wordt weergegeven.
Instelitems: Level / Phase / System / Channel
Raak [ ] of [ ] aan bij Level om de Subwoofer-uitvoer
aan te passen.
Instelbereik: 0 tot 15
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u System 1 of System 2
kiezen voor het gewenste subwoofer-effect.
Raak [ ] of [ ] aan bij SYSTEM om SYSTEM1 of
SYSTEM2 te selecteren.
Raak [ ] of [ ] bij Phase aan om 0° of 180° te
selecteren.
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°).
U kunt de uitvoer van de subwoofer instellen op stereo of mono. Zorg
ervoor dat u de correcte uitvoer kiest voor uw type subwoofer.
Raak [ ] of [ ] bij Channel aan om STEREO of MONO
te selecteren.
Het subwoofer-niveau aanpassen
Het subwoofer-systeem instellen
SYSTEM1: Het niveau van de subwoofer wijzigt
overeenkomstig met de volume-instellingen.
SYSTEM2: Het niveau van de subwoofer wijzigt niet
overeenkomstig met de volume-instellingen.
Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
De fase van de subwoofer instellen
Het subwooferkanaal instellen
STEREO: Subwoofer stereo-uitvoer (L/R)
MONO: Subwoofer mono-uitvoer