Operation Manual

3
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJK
Opmerkinger het serienummer van uw apparaat in
de daartoe voorziene ruimte op de achterflap van
de gebruiksaanwijzing en bewaar die. Het
kenplaatje met het serienummer bevindt zich
onderaan op het toestel.
Opgelet
PLAATS DE BEDRADING ZO DAT ZE NIET
WORDT GEPLOOID NOCH GEKLEMD DOOR EEN
SCHERPE METALEN RAND. Hou kabels en draden
uit de buurt van bewegende onderdelen (zoals
bijvoorbeeld zetelrails) om te voorkomen dat die de
bedrading beschadigen. Voorzie doorvoeropeningen
in metaal van een rubberring om te voorkomen dat
de isolatie wordt ingesneden door de metalen rand
van de opening.
LAAT BEKABELING EN INSTALLATIE OVER AAN
DESKUNDIGEN. De bekabeling en installatie van dit
apparaat vergt technische kennis en ervaring. Laat
dit werk voor alle veiligheid over aan de dealer waar
u dit product hebt aangekocht.
GEBRUIK DE VOORGESCHREVEN
ONDERDELEN EN MONTEER ZE STEVIG. Gebruik
alleen de voorgeschreven accessoires. Door het
gebruik van andere onderdelen kan dit apparaat
inwendig worden beschadigd of niet goed zijn
geïnstalleerd. Loskomende onderdelen kunnen
leiden tot gevaarlijke toestanden of defecten.
INSTALLEER HET APPARAAT NIET OP
PLAATSEN WAAR HET IS BLOOTGESTELD AAN
VOCHT EN STOF. Vocht of stof in het apparaat kan
defecten veroorzaken.
Vermijd installatie op een plaats waar het apparaat
is blootgesteld aan overmatig stof of vocht.
Hierdoor kan de DVD ROM vervuilen en
onleesbaar worden.
Installeer het navigatiesysteem niet in de buurt van
een CD-speler die de ontvangst van GPS-signalen
kan storen.
Optimale installatieplaatsen voor de GPS-antenne
zijn:
op het dashboard indien de voorruit geen
metalen onderdelen (zoals verwarmings- of
antennedraden) bevat;
waar geen metalen deksel zit.
Hou de snelheidspulssensorkabel uit de buurt van
de audiokabels om ruis te voorkomen.