Operation Manual

12
3. Montage
Opmerking:
Het hoofdapparaat moet binnen ±5 graden ten opzichte van
het horizontale vlak in dwarsrichting en 30 graden ten
opzichte van het horizontale vlak in langsrichting worden
gemonteerd.
Minder dan 30°
a Monteren met Velcrostrips
Plaats de Velcrostrips.
Plaats twee Velcrostrips op het montagevlak met de ruwe kant naar het navigatiesysteem toe.
Druk het navigatiesysteem op de
Velcrostrips.
Verwijder de rug van de kleefzijde van de
Velcrostrips. Druk het navigatiesysteem aan op de
bevestigingsplaats.
Ga naar 5 Kabels enz. bevestigen.
a Montage op de hoedenplank
Bevestig de steunen 1 op het
apparaat.
Bevestig de steunen aan weerszijden van het
apparaat met behulp van schroeven en dubbele
ringen (M5×8) 3.
Bevestig het apparaat op de
hoedenplank
Bevestig het apparaat stevig met de zeskantbouten
(M6×50) 4, geflensde zeskantmoeren (M6) 7,
veerringen (M6) 6 en vleugelmoeren (M6) 8.
Ga naar 5 Kabels enz. bevestigen.
Vloer
4
7
6
8
1
3
3
1
2
1
2
Naargelang van de plaats van de
bevestigingsschroefopeningen kunnen de
bevestigingssteunen (links en rechts) en
weerszijden worden gebruikt.
(Onderkant)
(Onderkant)
Velcrostrips