Operation Manual

108
Controles
Deze koelkast is ontworpen voor gebruik bij normale
woningtemperaturen, van 13°C tot 45°C.
Controles van de koel- en vriesgedeeltes
(niet-elektronische modellen)
De controles van de koel- en vriesgedeeltes bevinden zich
bovenaan op de achterwand van het koelgedeelte.
A
B
A. Vriescontrole
B. Koelcontrole
Controles
Wanneer de vriescontrole op
off
(uit) staat, zal noch het
koel- noch het vriesgedeelte koelen. Stel eerst beide
controles in op
4
. Wacht 24 u om het koel- en
vriesgedeelte op de gewenste temperatuur te laten
komen. 1 is de warmste instelling en 7 de koudste.
Controles instellen
Stel de controles in met een huishoudthermometer die
een bereik heeft van -21°C tot 10°C.
Plaats de thermometer tussen bevroren pakjes in het
vriesgedeelte. Wacht 5 tot 8 uur. Indien de
vriestemperatuur verschillend is van -18°C, verstel dan de
controles, per stap van één eenheid. Verifieer opnieuw na
5 tot 8 uur.
Plaats de thermometer in een glas water in het midden
van het koelgedeelte. Wacht 5 tot 8 uur. Indien de
koeltemperatuur zich niet tussen 3°C en 4°C bevindt past
u de controle aan, per stap van één eenheid. Verifieer
opnieuw na 5 tot 8 uur.
Gebruik en onderhoud
Touchmatic™ elektronische controles
(sommige modellen)
Lokaliseer de spanningsschakelaar op de rechterzijde van
de zwarte doos in het midden van de kast achter het
rooster onderaan. Schakel de spanning op
on
(aan) voor u
het apparaat programmeert.
De elektronische Touchmatic™ controle bevindt zich op
de koelkastdeur naast de hendels. Druk op de * knop om
het controlepaneel in te schakelen. Alle andere knoppen,
behalve deze voor het uitschakelen van het alarm, zijn
uitgeschakeld tot u de * knop indrukt. Wanneer de
knoppen zijn ingeschakeld kunnen zij gedurende ten
minste 10 minuten worden geprogrammeerd.
De controles voor zowel het vries- als het koelgedeelte
zijn vooraf ingesteld op
5
. Wacht 24 uur nadat u het
apparaat heeft ingeschakeld zodat beide gedeeltes de
gewenste temperatuur bereiken. Na 24 uur kunt u de
instellingen wijzigen naar wens. 1 is de warmste instelling
en 9 is de koudste. Raadpleeg de paragraaf ‘controles
instellen’ om de controles precies af te stellen.
Wijzig de vries- of koeltemperatuur door eerst op de
* knop te drukken, en vervolgens op de temperatuur-
knop van het gewenste gedeelte. Druk op de warm of
koud knop om de temperatuursinstelling met één
eenheid te wijzigen. Door de koud of warm knop
ingedrukt te houden wijzigt de temperatuur meer dan
één eenheid.
Raadpleeg de figuur op de volgende bladzijde voor een
beschrijving van de verschillende elektronische
knoppen.