Operation Manual

56
BEDIENING
Na bevestiging verschuift de gekozen func-
tie van de rechterkant van het display naar
delinkerkant.Derechterkantblijftleeg.Op
het display voor de oventemperatuur begint
de standaardwaarde van de temperatuur te
knipperen. Met de tiptoetsen en kunt u
detemperatuurwijzigenenmetdetiptoets
OK de nieuwe waarde bevestigen.
Wanneer de programmafunctie de aanwe-
zigheid van de temperatuurvoeler ontdekt,
gaathij overtot instellingvan detempera-
tuur van de voeler. Op het display voor de
temperatuur van de voeler knippert de stan-
daardwaarde 80°C. De tiptoetsen , en
OKdienenvoorhetwijzigenenbevestigen
ervan. Als er geen voeler aanwezig is
wordt deze stap overgeslagen.
Op dit moment gaat de ovenverlichting bran-
den en de sensoren [ en worden actief.
De overige uitvoeringselementen worden 5
seconden na bevestiging in werking gesteld.
Op het display van de timer brandt het sym-
bool [kooktijd ] en het display toont het
verstrijken van de tijd vanaf het begin van
het verwarmen van de oven.
U kunt de werking van de oven op een wille-
keurigmomentbeëindigen(stoppenvande
werking van de verwarmingselementen en
wissen van alle instellingen) door het aan-
raken van:
tiptoets – de oven gaat naar de keuze
van vooringestelde programma's;
tiptoets – de oven gaat naar de stand-
bystand.
Het instellen van de timer zorgt voor het
inschakelen / uitschakelen van de verwar-
mingselementen, afhankelijk van de tijdin-
stellingen, maar heeft geen enkele invloed
op de aard van de toegepaste verwarmings-
functie.
Volgnr. Functieomschrijving
1 conventioneel
2 deeg
3 draaispit
4 grill
5 turbogrill
6 supergrill
7 hetelucht
8 pizza
9 gratineren
10 roosteren
11 ontdooien
12 superdraaispit
13 reinigen*
*de soort reiniging is afhankelijk van het
ovenmodel
Door het aanraken van de functietiptoets
bij een actieve verwarmingsfunctie gaat u
over naar het kiezen van een nieuwe ver-
warmingsfunctie, zonder dat het lopende
proces onderbroken wordt. Als standaard-
waarden (aard van de functie, temperatuur)
worden de waarden van het lopende proces
getoond. De nieuwe waarden worden pas
onthouden nadat de temperaturen beves-
tigd zijn, maar zonder 5 seconden vertra-
ging.