Operation Manual
20
01/2009 Rev. 2.0
7. VERHELPEN VAN STORINGEN
In geval dat uw apparaat niet (naar behoren) functioneert kunt u onderstaande storings-
lijst raadplegen om na te gaan of het probleem door u zelf te verhelpen is. Is dit niet het
geval neem dan contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
• Laatallereparatiesaanhetelektrischesysteemuitvoerendooreendaartoe
opgeleide, bevoegde service- technicus.
Storingslijst koffiezetgedeelte
Symptoom: Mogelijke oorzaak: Handeling:
Het apparaat werkt niet en
de lampjes in de schakelaar
branden niet.
De zekering in de zekerin-
genkast is uitgeschakeld,
groep is te zwaar belast.
De betreffende zekeringver-
vangen of herinschakelen.
Apparaat op een aparte
groep aansluiten.
Het zetproces-indicatielamp-
je (5.3) knippert en er komt
geen water in het filter.
Kandetector ‘ziet’ geen kan.
Er staat geen kan onder het
filter.
Plaats een kan. Gebruik de
voorgeschreven kan.
Het zetproces-indicatielamp-
je (5.3) brandt, maar er komt
geen water in het filter.
De droogkookbeveiliging is
uitgeschakeld.
Schakel de droogkookbevei-
liging (20) weer in. Zie blz 5.
Veiligheidsvoorzieningen;
Droogkookbeveiliging.
Het kalkindikatielampje (5.2)
brandt.
De kalkafzetting in het ver-
warmingssysteem over-
schrijdt de ingestelde grens.
Het apparaat ontkalken, zie
hoofdstuk 6.2 Ontkalken.
Het kalkindikatielampje (5.2)
blijft na het ontkalken
branden.
Er is vergeten de
resethandeling uit te
voeren.
Druk 6 seconden de selec-
tietoets (5.4) in. Het lampje
gaat uit. Zie hoofdstuk 3.2.7
Resetten kalkindikatie-
lampje.
Er druppelt koffie uit het fil-
ter terwijl er geen kan onder
staat.
De lekstopklep aan de uit-
loop van het filter is vervuild
of beschadigd.
Reinig het filter en
controleer de lekstopklep
op beschadigingen.
De koffie is te sterk.
De koffie dosering is te
hoog.
Verlaag de koffiedosering.
De koffie is slap.
De koffiedosering is te laag. Verhoog de koffiedosering.
Waterverdeler is vervuild
waardoor de koffie niet
geheel bevochtigd wordt.
Schroef waterverdeler los
en reinig deze.
De koffie is niet heet genoeg. Er zit geen deksel op de kan. Gebruik deksel.
De kan is te vol of stroomt
over.
De ingestelde zethoeveel-
heid is te groot.
Verlaag de zethoeveel-
heid zie Hoofdstuk 5.1
Zethoeveelheid instellen.