Operation Manual

Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 145
De VoiceOver-rotor gebruiken
Gebruik de rotor om te bepalen wat er gebeurt wanneer u omhoog of omlaag veegt terwijl
VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm rond een punt dat precies tussen
beide vingers ligt.
Rotoropties instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Rotor' en selecteer de opties die beschikbaar moeten zijn in de rotor.
Welke rotorposities en -eecten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taak die u uitvoert. Als
u bijvoorbeeld een e-mail laat voorlezen, kunt u de rotor gebruiken om te schakelen tussen
het woord voor woord of teken voor teken weergeven van gesproken tekst wanneer u met
uw vinger omhoog of omlaag veegt. Als u door een webpagina bladert, kunt u de rotor
gebruiken om alle tekst voor te lezen (woord voor woord of teken voor teken) of om naar het
volgende onderdeel van een bepaald type te springen, zoals naar het volgende kopje of de
volgende koppeling.
Wanneer u VoiceOver bedient met een Apple Wireless Keyboard, kunt u met de rotor
instellingen aanpassen, zoals het volume, de spreeksnelheid, de toonhoogte, het gebruik van het
spellingsalfabet, de echo bij typen en het voorlezen van leestekens. Zie VoiceOver gebruiken met
een Apple Wireless Keyboard op pagina 149.
Het schermtoetsenbord gebruiken
Wanneer u een bewerkbaar tekstveld activeert, wordt het schermtoetsenbord weergegeven
(tenzij u een Apple Wireless Keyboard hebt aangesloten).
Een tekstveld activeren: Selecteer het tekstveld en tik tweemaal. Het invoegpunt en het
schermtoetsenbord worden weergegeven.
Tekst invoeren: Tekens typen met het schermtoetsenbord:
Normaal typen: Om tekst te typen, selecteert u een toets op het toetsenbord door naar links
of naar rechts te vegen en tikt u vervolgens tweemaal om het teken in te voeren. U kunt ook
met uw vinger een toets selecteren op het toetsenbord. Houd vervolgens de toets met één
vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt. VoiceOver spreekt de toets uit
wanneer deze wordt geselecteerd, en nogmaals wanneer het teken wordt ingevoerd.
Blind typen: Raak met uw vinger de gewenste toets op het toetsenbord aan en til vervolgens
uw vinger op om het teken in te voeren. Als u de verkeerde toets aanraakt, plaatst u uw vinger
op de gewenste toets. VoiceOver spreekt het teken uit voor elke toets die u aanraakt, maar
voert het teken pas in wanneer u uw vinger optilt.
De typemethode instellen: Gebruik de rotor om 'Typemethode' te selecteren en veeg
vervolgens omhoog of omlaag terwijl VoiceOver is ingeschakeld en een toets op het
toetsenbord is geselecteerd.