Operation Manual

Bijlage A Toegankelijkheid 163
Een standaardbeweging gebruiken: Tik dubbel en houd uw vinger op het scherm totdat u drie
opgaande tonen hoort. Maak vervolgens de beweging. Nadat u uw vinger hebt opgetild, zijn de
VoiceOver-bewegingen weer van toepassing. Als u bijvoorbeeld een volumeschuifknop met uw
vinger wilt slepen in plaats van omhoog of omlaag te vegen, selecteert u de schuifknop, tikt u
dubbel en houdt u uw vinger op de schuifknop totdat u de drie tonen hoort. Schuif vervolgens
met uw vinger naar links of naar rechts.
Scrollen door een lijst of gebied op het scherm: Veeg met drie vingers omhoog of omlaag.
Vloeiend door een lijst scrollen: Tik dubbel en houd uw vinger op het scherm totdat u drie
opgaande tonen hoort. Sleep vervolgens uw vinger omhoog of omlaag.
De lijstindex gebruiken: Sommige lijsten hebben een alfabetische tabelindex aan de
rechterkant. Selecteer de index en veeg vervolgens omhoog of omlaag om door de index
te scrollen. U kunt ook dubbel tikken, uw vinger op de index houden en vervolgens met uw
vinger omhoog of omlaag schuiven.
De volgorde van een lijst wijzigen: U kunt de volgorde van onderdelen in bepaalde lijsten
wijzigen, zoals de rotoronderdelen in het scherm 'Toegankelijkheid'. Selecteer rechts van
een onderdeel, tik dubbel en houd uw vinger op het onderdeel tot u drie opgaande tonen
hoort. Sleep het symbool vervolgens omhoog of omlaag in de lijst.
Berichtencentrum openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omlaag met drie
vingers. Om Berichtencentrum weer te sluiten, zigzagt u met twee vingers (u beweegt twee
vingers snel heen en weer in een z-vorm).
Bedieningspaneel openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omhoog met drie
vingers. Zigzag met twee vingers om Bedieningspaneel weer te sluiten.
Schakelen tussen apps: Druk tweemaal op de thuisknop om de geopende apps te bekijken en
veeg vervolgens met één vinger naar links of naar rechts om een app te selecteren. Tik dubbel
op een app om deze te activeren. U kunt ook de rotor instellen op 'Taken' terwijl u geopende
apps bekijkt en vervolgens omhoog of omlaag vegen.
De volgorde van de symbolen in het beginscherm wijzigen: Selecteer een symbool in het
beginscherm, tik dubbel en houd uw vinger op het scherm. Versleep het symbool vervolgens
met uw vinger. Laat uw vinger los zodra het symbool op de gewenste plek staat. Sleep een
symbool naar de rand van het scherm om het naar een ander beginscherm te verplaatsen.
U kunt doorgaan met het selecteren en verplaatsen van onderdelen totdat u op de
thuisknop drukt.
Statusinformatie van de iPhone uitspreken: Tik boven in het scherm op de statusbalk en veeg
naar links of rechts om statusinformatie te horen, zoals de tijd, de status van de batterij en de
Wi-Fi-signaalsterkte.
Berichten uitspreken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
en schakel 'Spreek berichtgeving altijd uit' in. Berichten, waaronder de tekst van inkomende
tekstberichten, worden direct uitgesproken, zelfs als de iPhone is vergrendeld. Niet-bevestigde
berichten worden herhaald wanneer u de iPhone ontgrendelt.
Het schermgordijn in- of uitschakelen: Tik driemaal met drie vingers. Wanneer het
schermgordijn is ingeschakeld, is de scherminhoud actief hoewel het scherm is uitgeschakeld.