Operation Manual

Bijlage A Toegankelijkheid 166
Een tekstveld activeren: Selecteer het tekstveld en tik dubbel. Het invoegpunt en het
schermtoetsenbord worden weergegeven.
Tekst invoeren: Tekens typen met het schermtoetsenbord:
Normaal typen: Om tekst te typen, selecteert u een toets op het toetsenbord door naar links
of naar rechts te vegen en tikt u vervolgens dubbel om het teken in te voeren. U kunt ook
met uw vinger een toets selecteren op het toetsenbord. Houd vervolgens de toets met één
vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt. VoiceOver spreekt de toets uit
wanneer deze wordt geselecteerd, en nogmaals wanneer het teken wordt ingevoerd.
Blind typen: Raak met uw vinger de gewenste toets op het toetsenbord aan en til vervolgens
uw vinger op om het teken in te voeren. Als u de verkeerde toets aanraakt, plaatst u uw vinger
op de gewenste toets. VoiceOver spreekt het teken uit voor elke toets die u aanraakt, maar
voert het teken pas in wanneer u uw vinger optilt.
Direct typen met één tik: Omdat VoiceOver alleen wordt uitgeschakeld voor het toetsenbord,
kunt u op dezelfde manier typen als u zou doen wanneer VoiceOver is uitgeschakeld.
Typestijl instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Typestijl'. U kunt ook de rotor instellen op 'Typemethode' en vervolgens omhoog of
omlaag vegen.
Het invoegpunt verplaatsen: Veeg omhoog of omlaag om het invoegpunt in de tekst naar voren
of naar achteren te verplaatsen. Gebruik de rotor om aan te geven of het invoegpunt per teken,
per woord of per regel moet worden verplaatst. Tik dubbel op de tekst om naar het begin of het
einde te gaan.
VoiceOver geeft een geluidssignaal weer wanneer het invoegpunt wordt verplaatst en spreekt
de tekens, woorden of regels uit die worden gepasseerd. Wanneer u het invoegpunt per woord
naar voren verplaatst, wordt het aan het einde van elk woord geplaatst, maar vóór de spatie
of interpunctie die erop volgt. Wanneer u het invoegpunt naar achteren verplaatst, wordt het
aan het einde van het voorafgaande woord geplaatst, maar vóór de spatie of interpunctie die
erop volgt.
Het invoegpunt achter de interpunctie aan het einde van een woord of zin plaatsen: Gebruik
de rotor om terug te gaan naar de tekenmodus.
Wanneer u het invoegpunt regel voor regel verplaatst, wordt elke regel uitgesproken die
wordt gepasseerd. Wanneer u het invoegpunt naar voren verplaatst, wordt het aan het begin
van de volgende regel geplaatst (als u de laatste regel van een alinea hebt bereikt, wordt het
invoegpunt naar het einde van de regel verplaatst die zojuist is uitgesproken). Wanneer u
het invoegpunt naar achteren verplaatst, wordt het aan het begin van de regel geplaatst die
wordt uitgesproken.
Feedback tijdens het typen wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Feedback bij typen'.
Spellingsalfabet gebruiken in feedback tijdens het typen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Spellingsalfabet'. Tekst wordt teken voor teken voorgelezen.
VoiceOver spreekt eerst het teken uit en daarna het fonetische equivalent, bijvoorbeeld 'f' en
daarna 'foxtrot'.
Een teken verwijderen: U kunt gebruiken in combinatie met een van de typestijlen in
VoiceOver. VoiceOver spreekt elk teken uit dat wordt verwijderd. Als u 'Toonhoogtewijziging'
hebt ingeschakeld, worden de verwijderde tekens in een lagere toon uitgesproken.