Operation Manual

Om de relatieve dikte van de pijlpunt en de pijlstaart te wijzigen, plaatst u de Â
aanwijzer op het blauwe bewerkingspunt op de plek waar de pijlpunt en de
pijlstaart elkaar raken. Wanneer de vorm van de aanwijzer verandert, sleept u
het bewerkingspunt in de gewenste richting om de verhoudingen van de pijl te
wijzigen.
Een tekstballon of bijschrift bewerken
Tekstballonnen en bijschriften bevatten speciale bewerkingsgrepen. Met deze grepen
kunt u de hoeken van de vorm ronder, minder rond, rechter of minder recht maken, en
de dikte en lengte van de staart van de vorm wijzigen.
Het uiterlijk van tekstballonnen of bijschriften wijzigen
Selecteer de vorm en voer een of meer van de volgende handelingen uit. m
Om de hoeken rechter te maken, sleept u het blauwe bewerkingspunt op Â
het breedste gedeelte in de richting van de staart van de vorm. Sleep het
bewerkingspunt weg van de staart om de hoeken ronder te maken.
Om de staart van de vorm dikker of dunner te maken, sleept u het blauwe Â
bewerkingspunt op het snijpunt van de staart en de vorm naar buiten of naar
binnen.
Om de staart van de vorm langer of korter te maken, sleept u het blauwe Â
bewerkingspunt op het uiteinde van de staart naar buiten of naar binnen.
Om de vorm langer, korter, breder of smaller te maken, sleept u de selectiegrepen Â
op het begrenzingskader van de vorm.
Een ster bewerken
De ster bevat een schuifknop waarmee u het aantal punten in de ster kunt verhogen
of verlagen, en een blauw bewerkingspunt waarmee u de hoeken tussen de punten
scherper of stomper kunt maken.
Hier wordt het huidige aantal
punten van de ster weergegeven.
Hiermee kunt u het
aantal punten van de
ster vergroten of
verkleinen.
Hiermee wijzigt u de
hoek tussen de punten
van de ster.
88 Hoofdstuk 5 Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten