Operation Manual

Daarnaast kunt u objecten uitlijnen door gebruik te maken van de rasterlijnen in
de basisdia of door de exacte objectpositie op te geven met behulp van de x- en
y-coördinaten in de dia. Raadpleeg Werken met rasterlijnen in basisdia's op pagina 94
en “Objecten plaatsen door x- en y-coördinaten op te geven op pagina 95.
Als u uw eigen hulplijnen voor uitlijning aanmaakt op de plek waar u ze nodig hebt in
dia's, zorgt u ervoor dat de objecten in de verschillende dia's zich op dezelfde positie
bevinden.
Nieuwe hulplijnen aanmaken
U kunt statische hulplijnen aanmaken aan de hand waarvan u de objecten in dia's
kunt uitlijnen of de objecten in verschillende dia's op dezelfde positie kunt plaatsen.
Deze hulplijnen voor uitlijning worden niet getoond en verborgen tijdens het slepen
van objecten in het diawerkgebied, maar blijven zichtbaar tijdens het werken, zelfs
wanneer u de dia verlaat en later weer terugkeert.
Als u objecten wilt uitlijnen die zich in verschillende dia's op dezelfde positie bevinden,
zet u in elke dia op dezelfde positie een hulplijn. Vervolgens kunt u de hulplijnen
gebruiken om de objecten te plaatsen.
Een hulplijn aanmaken
1 Klik op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies vervolgens 'Toon linialen'.
Opmerking: U kunt geen nieuwe hulplijnen aanmaken als u tekst bewerkt. Stop met
het bewerken van tekst door een object te selecteren of in het diawerkgebied te
klikken.
2 Plaats de aanwijzer op een liniaal, klik en sleep de muis naar het diawerkgebied. Er
verschijnt een hulplijn.
3 Sleep de hulplijn naar de gewenste plaats in de dia.
4 Om een hulplijn te verwijderen, sleept u deze van de dia.
Hulplijnen worden niet weergegeven in afgedrukte dia's of tijdens presentaties.
Werken met rasterlijnen in basisdia's
U kunt niet alleen hulplijnen gebruiken in een dia, maar u kunt objecten ook uitlijnen
met verticale en horizontale rasterlijnen waarmee een dia in vlakken van gelijke
grootte wordt verdeeld. Tijdens het slepen van een object in het diawerkgebied wordt
het object uitgelijnd op de rasterlijnen wanneer het object wordt uitgelijnd in het
midden of met de rand van een rasterlijn (afhankelijk van de voorkeuren die u hebt
opgegeven voor de objectuitlijning.
U kunt de rasterlijnen in basisdia's in een andere kleur weergeven dan de hulplijnen
voor uitlijning en relatieve tussenruimte, zodat u gemakkelijker kunt zien welke
objecten worden uitgelijnd wanneer u objecten sleept.
94 Hoofdstuk 5 Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten