Operation Manual

32
gebruik en onderhoud Leonardo 125 - Leonardo 150 - Leonardo 250
aWAARSCHUWING
Voer voor het vertrek steeds een vooraf-
gaande controle uit om na te gaan of de
motorfiets juist en veilig functioneert
(zie de tabel met CONTROLES VOORAF
hierna).
Het niet uitvoeren van deze controles
kan leiden tot ernstige letsels of schade
aan de motorfiets.
Aarzel niet raad te vragen aan uw offi-
ciële APRILIA-dealer ingeval u iets niet
begrijpt i.v.m. de werking van bepaalde
bedieningselementen of als u bepaalde
onregelmatigheden vermoedt of vast-
stelt.
Een controle vergt weinig tijd en ver-
hoogt de veiligheid aanzienlijk.
#/.42/,%36//2!&
Onderdeel Controle
Pag.
Voorste en achterste
schijfremmen
Controleer de werking, de stationaire speling van de bedie-
ningshendels en het vloeistofpeil en kijk of er geen lekken
zijn. Vul zo nodig het vloeistofreservoir bij.
26, 48
Remhendels Controleer of ze soepel werken. Zo nodig de scharnierpunten
smeren en de speling bijstellen.
Gashendel Controleer of hij soepel werkt en of hij volledig kan worden
open- en dichtgedraaid, bij alle standen van het stuur. Zo no-
dig bijstellen en/of smeren.
55
Wielen/banden Controleer het loopvlak van de banden, de bandenspanning,
slijtage en eventuele beschadiging.
30
Stuur Controleer of het stuur soepel draait, zonder speling. 51
Zijstandaard en
middenstandaard
Controleer of ze soepel werken en of de veerspanning hen
weer in de normale stand brengt.
Zo nodig scharnierpunten en draaiende delen smeren.
48
Bevestigingselementen Controleer of de bevestigingselementen niet loszitten. Regel
ze zo nodig bij of zet ze vast.
Brandstoftank Controleer het brandstofpeil en vul zo nodig bij.
Controleer het circuit op lekken of verstopping.
Controleer of de brandstofdop goed is vastgedraaid.
24, 65
Koelvloeistof Het koelvloeistofpeil in de expansietank moet tussen het
MIN”- en het “MAX”-streepje liggen.
28, 29
Motorstopschakelaar
(
n - m)
Controleer of hij goed werkt.
19
Lichten,
waarschuwingslampjes,
claxon en elektrische
onderdelen
Controleer de goede werking van akoestische en visuele
voorzieningen. In geval van defect de lampjes vervangen of
het defect repareren.
57 – 64
2)#(4,)*.%.6//2'%"25)+