Operation Manual

56
gebruik en onderhoud Leonardo 125 - Leonardo 150 - Leonardo 250
"/5')%
Lees aandachtig pag. 39 (ONDER-
HOUD).
Controleer de bougie na de eerste 1000
km (625 mi) en daarna telkens om de 6000
km (3750 mi).
+ Vervang de bougie om de 6000 km
(3750 mi).
Draai de bougie van tijd tot tijd los, verwij-
der zorgvuldig koolstofresten en vervang
ze zo nodig.
U komt als volgt bij de bougie:
Verwijder de linkse inspectiekap (Ì
rechtse inspectiekap), zie pag. 52 (VER-
WIJDEREN VAN DE RECHTSE EN DE
LINKSE INSPECTIEKAP).
Verwijder en reinig de bougie als volgt:
aWAARSCHUWING
Laat voor het uitvoeren van de volgende
werkzaamheden de motor en de uitlaat-
demper afkoelen tot kamertemperatuur,
om te vermijden dat u zich verbrandt.
Trek de bougiedop (1) van de bougie.
Haal al het vuil van de voet van de bou-
gie, schroef ze vervolgens los met de
sleutel in de gereedschapsset en haal ze
uit de zitting. Let hierbij goed op dat er
geen stof of andere voorwerpen in de ci-
linder terechtkomen.
Controleer of de elektrode en het mid-
dengedeelte uit porselein geen koolstof-
aanslag of roestvlekken vertonen; maak
zo nodig de onderdelen schoon met een
speciaal schoonmaakproduct voor bou-
gies, met een ijzerdraad en/of een me-
taalborstel.
Blaas krachtig de eventuele resten weg,
om te voorkomen dat ze in de motor te-
rechtkomen. Als de bougie scheurtjes
vertoont in het isolatiemateriaal, als de
elektroden verroest zijn of als er teveel
koolstof op zit, moet de bougie vervan-
gen worden.
Controleer de elektrodenafstand met een
diktemeter. De afstand moet 0,60,7 mm
zijn; stel zo nodig bij door voorzichtig de
aardelektrode te verbuigen.
Controleer of de sluitring in goede staat is.
De bougie en de sluitring met de hand
aandraaien om beschadiging van de
schroefdraad te voorkomen.
Zet de bougie vast door deze met de
bougiesleutel in de gereedschapsset
een halve slag aan te draaien om de
sluitring aan te drukken.
Aanhaalmoment bougie:
18 Nm (1,8 kgm).
aOPGELET
De bougie moet goed aangedraaid zijn,
anders kan de motor oververhit raken
en beschadigd worden. Gebruik uitslui-
tend het aanbevolen type van bougie,
zie pag. 68 (TECHNISCHE GEGEVENS)
om de prestaties en de levensduur van
de motor niet in het gedrang te brengen.
Breng de bougiedop goed aan, zodat hij
niet kan loskomen ten gevolge van mo-
tortrillingen.
Plaats het linkse inspectiekap (Ì recht-
se inspectiekap), zie pag. 52 (VERWIJ-
DEREN VAN DE RECHTSE EN DE
LINKSE INSPECTIEKAP).