Operation Manual

38
gebruik en onderhoud SL mille
"!.$%.
Deze motorfiets is uitgerust met banden
zonder binnenband.
aWAARSCHUWING
Controleer regelmatig de bandenspan-
ning bij kamertemperatuur, zie pag. 87
(TECHNISCHE GEGEVENS).
Als de banden warm zijn, is de meting
niet correct.
In het bijzonder moet de bandenspan-
ning vóór en na iedere lange rit geme-
ten worden.
Als de bandenspanning te hoog is, wor-
den de oneffenheden in de weg waarop
u rijdt niet opgevangen en daardoor
overgebracht op het stuur, waardoor
het rijcomfort in het gedrang komt en de
wegligging in bochten afneemt.
Als daarentegen de bandenspanning te
laag is, komen de zijkanten van de ban-
den (1) onder grotere druk te staan en
bestaat het gevaar dat de band over de
rand van de velg glijdt of loskomt, waar-
door u de controle over de motorfiets
verliest.
Ingeval u plots remt zouden de banden
van de velg kunnen afschuiven. Boven-
dien zou de motorfiets uit de bocht kun-
nen schuiven.
aWAARSCHUWING
Controleer de staat van het banden-
oppervlak en de slijtage, want als de
banden in slechte staat zijn, hebben ze
minder grip en neemt de bestuurbaar-
heid van de motorfiets af.
Sommige voor deze motorfiets goedge-
keurde bandensoorten zijn voorzien
van slijtage-indicators. Er zijn verschil-
lende soorten slijtage-indicators.
Neem contact op met uw dealer voor
meer informatie over het controleren
van slijtage.
Controleer visueel of de banden versle-
ten zijn en vervang ze als dit het geval
is.
Vervang de band als hij versleten is of
als er een gat van meer dan 5 mm groot
in het loopvlak zit.
Laat na het herstellen van een band de
wielen uitbalanceren.
aWAARSCHUWING
Als de banden worden vervangen, moet
u het door de fabrikant aanbevolen type
en model van banden gebruiken, zie
pag. 87 (TECHNISCHE GEGEVENS); het
gebruik van andere dan de voorge-
schreven banden kan een nadelige in-
vloed hebben op de bestuurbaarheid
van het voertuig.
Monteer geen banden met binnenband
op velgen voor tubeless banden en vice
versa.
Zorg dat de ventielen altijd voorzien zijn
van ventieldopjes (2), om te vermijden
dat de banden plotseling leeglopen.
Vervanging, herstelling, onderhoud en
uitbalancering zijn van het grootste be-
lang en moeten daarom door ervaren
vakmensen met het juiste gereedschap
worden uitgevoerd.