Operation Manual

46
gebruik en onderhoud SL mille
6%242%++%.%.2)*$%.
aWAARSCHUWING
Deze motorfiets is een bijzonder krach-
tige machine en moet geleidelijk aan en
met de grootste zorg worden ingereden.
Plaats geen voorwerp aan de binnen-
kant van het voorste scherm (tussen het
stuur en het dashboard), om te vermij-
den dat de draaibewegingen van het
stuur en het zicht op het dashboard
zouden worden belemmerd.
OPMERKING Lees voor u vertrekt
aandachtig het hoofdstuk “veilig rijden”, zie
pag. 5 (VEILIG RIJDEN).
aOPGELET
Als het waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
g (1) op het dashboard
oplicht tijdens het rijden, betekent dit dat
er nog 4,5±1 l brandstof in de tank zit.
Tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 30
(BRANDSTOF).
aWAARSCHUWING
Wanneer u zonder duopassagier rijdt,
moeten de voetsteunen van de passa-
gier ingeklapt zijn.
Houd tijdens het rijden uw handen aan
de handvatten en uw voeten op de voet-
steunen.
NEEM NOOIT EEN ANDERE DAN DE
AANGEGEVEN RIJHOUDINGEN AAN.
aWAARSCHUWING
Als u een duopassagier meeneemt, zeg
hem/haar dan dat hij/zij niet in de weg
gaat zitten tijdens het manoeuvreren.
Controleer voor het vertrek of de stan-
daard(en) volledig is (zijn) opgeklapt.
Vertrekken:
Stel de hoek van de achteruitkijkspiegels
juist in.
aOPGELET
Tracht uzelf vertrouwd te maken met het
gebruik van de achteruitkijkspiegels
met de motorfiets in rusttoestand. De
spiegel is convex, waardoor voorwer-
pen verder weg lijken dan ze in werke-
lijkheid zijn. De spiegels geven een
“breedhoekbeeld” en enkel door erva-
ring kan u de afstand tot achteropko-
mende voertuigen correct inschatten.
Laat de gashendel (2) los (Pos. A) en
trek bij stationaire motor de koppe-
lingshendel (3) volledig aan.
Schakel in eerste versnelling door het
schakelpedaal (4) omlaag te drukken.
Laat de remhendel los (aangetrokken tij-
dens het starten).
aWAARSCHUWING
Bij het vertrek kan het abrupt loslaten
van de koppelingshendel ertoe leiden
dat de motor stilvalt of dat de motorfiets
gaat schokken.
Nooit plots of te sterk versnellen wan-
neer u de koppelingshendel loslaat, om
te voorkomen dat de koppeling gaat
“slippen” (trage ontkoppeling) of dat
het voorwiel van de grond komt “steige-
ren” (snelle ontkoppeling).