Operation Manual

79
gebruik en onderhoud SL mille
6%26!.'%.
6!.$%:%+%2).'%.
Lees aandachtig pag. 51 (ONDERHOUD).
aOPGELET
Tracht geen defecte zekeringen te her-
stellen.
Gebruik nooit andere dan de aanbevo-
len zekeringen.
Het gebruik van ongeschikte zekerin-
gen kan schade aan het elektrische sys-
teem of, in geval van een kortsluiting,
zelfs brand veroorzaken.
OPMERKING Als een zekering regel-
matig doorbrandt, is er waarschijnlijk een
kortsluiting of een overbelasting in het elektri-
sche systeem. In dit geval wordt aangeraden
een officiële aprilia-dealer te raadplegen.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt of
onregelmatigheden vertoont of als de motor
niet start, moeten de zekeringen gecontro-
leerd worden.
Controleer eerst de hulpzekeringen van 15 A
en daarna de hoofdzekeringen van 30 A.
Voor de controle:
Draai de contactschakelaar naar “m” om
kortsluiting te vermijden.
OPMERKING Met de schroeven (1) is
niet alleen de draadbescherming (2), maar
ook de hulpzekeringkast (3) bevestigd.
Zorg bij het hermonteren dat alle onderde-
len op hun juiste plaats worden terugge-
plaatst.
Schroef de schroeven (1) los en verwij-
der ze.
Verwijder de draadbescherming (2).
Houd de hulpzekeringkast (3) in de juiste
positie.
aOPGELET
Zorg bij het hermonteren dat de elektri-
citeitsdraden correct in de draadbe-
scherming (2) worden gestoken, zodat
ze niet kunnen worden geplet.
Open het deksel van het kastje (3) met
de hulpzekeringen.
Trek de zekeringen één voor één uit en
controleer of de smeltdraad niet is door-
gebrand.
Probeer voor u een zekering vervangt te
achterhalen wat de oorzaak van het pro-
bleem was.
Vervang de beschadigde zekering door
een nieuwe met hetzelfde amperage.
OPMERKING Als u een van de reser-
vezekeringen gebruikt, moet u een nieuwe
zekering in de juiste houder steken.
Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 66 (DEMONTEREN VAN HET ZA-
DEL VAN DE RIJDER).
Voer de voordien beschreven bewerkin-
gen voor de secundaire zekeringen ook
uit voor de hoofdzekeringen.
OPMERKING Voordat de zekeringen
van 30 A worden uitgetrokken, moeten de
volgende functies op nul worden gezet: digi-
tale klok en rode-lijninstelling. Voor het op-
nieuw instellen van deze functies, zie pag. 18
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).