Operation Manual

NL-29NL-28
Nederlands
set-up-menus
De set-up-menus bieden u de mogelijkheid om alle aspecten
van uw AV950/AVR750/450/380 te congureren. In de paar
volgende paginas zullen wij de menu-items bespreken en hun
functies uitleggen. De set-up-menus zullen u waarschijnlijk
ontmoedigen als u niet bekend bent met het instellen van een
home cinema. Het merendeel daarvan hoe u echter slechts
in te stellen tijdens de installatie van uw systeem. (of als uw
systeem wijzigt of als u verhuist!)
De set-up-menus kunnen uitsluitend worden weergegeven
op uw weergave-instrument (tv of projector) met behulp van
de on screen display (OSD) van de AV950/AVR750/450/380.
Sluit een van de video-uitgangen aan op uw weergave-
instrument om de OSD voor de initiële instelling te kunnen
weergeven. Het is niet nodig dat u een beeldbron aansluit op
de video-ingangen van uw AV950/AVR750/450/380.
De set-up-modus openen
Druk op MENU op de afstandsbediening of op het voorpaneel
om het set-up-menu te openen. Het voorpaneel toont ‘SETUP
MENU’ en het set-up-menu (zie hiernaast) wordt weergegeven.
Zijn het OSD-menu of de afbeeldingen
onstabiel?
Bij de eerste inschakeling is de standaard AV950/
AVR750/450/380 video-uitgangsresolutie is ‘vooringesteld
voor een digitale video. We hebben hiervoor gekozen
aangezien het merendeel van de weergave-instrumenten
automatisch met deze uitgang kunnen synchroniseren. U
kunt dit echter wijzigen in het deel video-uitgangen van de
set-up-menus.
Als de uitgangsresolutie en de frame rate zijn geforceerd
op een instelling die uw weergave-instrument niet
ondersteunt, kan het beeld instabiel en of helemaal niet
worden weergegeven. Reset de video-uitgangsresolutie en de
frame rate op de standaard waarden door OK drie seconden
ingedrukt te houden, om de weergave te herstellen. Of
druk op SHIFT en
>
op de afstandsbediening om langs de
verschillende uitgangsresoluties te lopen tot het beeld weer
wordt weergegeven.
Navigatie in het set-up-menu
... met de afstandsbediening
U kunt door het set-up-menu navigeren met de cursortoetsen
(pijltoetsen) op de afstandsbediening. Dit is de gemakkelijkste
manier.
1. Open het set-up-menu met een druk op MENU (direct
onder de navigatietoetsen).
2. Navigeer met
'
en
,
omhoog en omlaag door de
belangrijkste omschrijvingen op het linker paneel.
3. Open het deel horende bij de omschrijving die u hebt
aangeduid met een druk op
>
.
4. Navigeer met
'
en
,
omhoog en omlaag door
de belangrijkste omschrijvingen op het rechter paneel.
Bepaalde instellingen kunnen grijs worden weergegeven.
Deze geven uitsluitend informatie (bijv. inkomende
bemonsteringsfrequentie) of kunnen niet worden
gekozen (bijv. IP-adres van het netwerk als DHCP wordt
gebruikt). De scrollbalken op het rechter paneel tonen u
de positie in de lijst van instellingen als meerdere items
tegelijkertijd kunnen worden weergegeven.
5. Selecteer een te wijzigen instelling met een druk op OK.
Druk nogmaals op OK om de instelling te deselecteren.
6. U kunt het menu op een willekeurig moment afsluiten
door middel van een druk op MENU. De verrichte
wijzigingen zullen worden opgeslagen.
... met de toetsen op het voorpaneel
U kunt de AV950/AVR750/450/380 congureren met de
toetsen op het voorpaneel. Volg de aanwijzingen voor het
gebruik van de afstandsbediening. Gebruik in dit geval
INPUT– voor omlaag, INPUT+ voor omhoog, INFO voor links
en MODE voor rechts.
Menu paneel
Het linker paneel toont een lijst
van alle set-up schermen die
voor de instellingen kunnen
worden gebruikt. Het gekozen
menu wordt met een grijze
balk aangeduid.
Helpscherm
Het paneel rechtsonder toont een korte
helptekst voor de in te stellen functie.
Aanpassingspaneel
Het paneel rechtsboven toont
de lijst van parameters die u
als gebruiker kunt wijzigen. De
geselecteerde regel wordt met
een zwarte balk aangeduid. Grijs
weergegeven lijnen kunnen niet
worden geselecteerd.
Scrollbalken
Tonen de positie
van het weergegeven
scherm in het geval
van langere menus.
Input Config. [Configuratie
Ingang]
De audio- en video-instellingen op deze pagina van het set-
up-menu kunnen één-voor-één en speciek aan de gekozen
ingang worden aangepast.
De instellingen van de gekozen ingang worden daaronder
weergegeven als op de lijn ingang een andere ingang wordt
gekozen. Deze instellingen worden uitsluitend toegepast op
de genoemde ingang. Ze worden in het geheugen opgeslagen
en worden opgeroepen als het toestel wordt aangezet of als de
ingang wordt gekozen.
Input [Ingang] – De gekozen ingang waarbij de onderstaande
instellingen horen.
Name [Naam] – De naam van de ingang. U kunt de
naam van een ingang wijzigen en beter aan uw instelling
aanpassen. Bijvoorbeeld, u hebt twee satellietontvangers. U
kunt de primaire ontvanger aansluiten op de Sat audio- en
video-ingang connectoren en de naam wijzigen in ‘SAT 1’.
Vervolgens kunt u de tweede satellietontvanger aansluiten
op de VCR audio- en video-ingang connectoren, en de naam
wijzigen van VCR in ‘SAT 2’. Zo is het voor de gebruikers van
uw AV950/AVR750/450/380 duidelijker welke ingangen ze
kiezen.
Lip Sync [Lip Synchronisatie] –Elke ingang kan zijn eigen
instellingen hebben die een vertraging toepassen tussen
de audio- en videosignalen zodat beeld en geluid zijn
gesynchroniseerd. Dit is vereist als beeldverwerking nodig
is voor het downscalen of video de-interlacen. De lip
synchronisatie kan worden ingesteld op een waarde van 0 tot
250 milliseconden.
De lip synchronisatie kan uitsluitend worden gecorrigeerd
voor vertraagd beeld. Stel de lip synchronisatie in op een
minimum als het geluid later aankomt.
Mode [Modus] – Stelt de initiële audio decoderingsmodus in
voor de stereo bronnen die op deze ingang zijn aangesloten.
< Last mode [laatste modus] roept de laatst instelling van
deze ingang op die voor een stereo bron werd gebruikt.
Zie “Tweekanaals bronmodi” op pagina NL-33 voor meer
informatie.
Ext.Mode [Modus Afsluiten] – Stelt de initiële audio
decoderingsmodus in voor de meerkanaalse digitale bronnen
die op deze ingang zijn aangesloten.
< Last mode [laatste modus] roept de laatst instelling van
deze ingang op die voor een stereo bron werd gebruikt.
Zie “Meerkanaals bronmodi” op pagina NL-34 voor meer
informatie.
Bass [Lage tonen] –
Treble [Hoge tonen] –
Hiermee kunt u van elke afzonderlijke uitgang de lage en
hoge tonen van de actieve luidsprekers regelen. Bijvoorbeeld,
de lage tonen van uw PVR-bron zijn te licht. U kunt dit altijd
corrigeren door PVR te selecteren op de lijn ingang bovenaan
in dit menu en 2 of 3dB aan de lage tonen toevoegen. De lage
tonen zullen automatisch worden versterkt als u de PVR-
ingang selecteert, zo lang u voor deze ingang kiest.
Room EQ [Ruimte Vereffeningscorrectie] – De automatische
luidspreker set-up-functie berekent ook de ruimte
verreeningscorrectie coëciënten die de ergste eecten
van resonantiefrequenties van de ruimte op de luisterpositie
verwijderen. Standaard wordt de ruimte vereeningscorrectie
niet toegepast op broningangen. U kunt deze functie echter
per ingang activeren als u dit wenst.
< Not Calculated: [Niet berekend: (Uitsluitend informatie)
de automatische set-up-functie is niet gebruikt of
vertoont fouten en kan daarom niet worden geselecteerd.
< On [Aan]: De ruimte vereeningscorrectie wordt
toegepast op de actuele bron.
< O [Uit]: De ruimte vereeningscorrectie wordt niet
toegepast op de actuele bron.
Input Trim [Ingang Trimmen] – Regelt het maximum niveau
van het analogische ingangssignaal (gevoeligheid) op deze
ingang voor de ADC (Analogue-to-Digital converter)
éénkanaalsklemmen. U kunt kiezen voor 1, 2 en 4 maal
RMS maximum ingang. De standaard instelling is maximum
2Vrms.
Bijvoorbeeld, analogische bronnen met een laag
uitgangsniveau kunnen baat vinden van de instelling
maximum 1V. Deze instelling maximaliseert de signaal-ruis
prestatie van de AV950/AVR750/450/380 en houdt bovendien
het geluid van de verschillende analogische bronnen op
hetzelfde niveau voor elke volumeregeling van de AV950/
AVR750/450/380.
Dolby Volume [Dolby volume] – Dolby volume is
een intelligent systeem dat de waargenomen audio
frequentieresponsie op lage luisterniveaus houdt en
volumeschommelingen tussen de bronnen (bijv. een rock
radiostation en een BD) en tussen programmas (bijv. een
televisieshow en reclame) corrigeert.
< On [Aan]: Dolby volume wordt op deze ingang toegepast.
< O [Uit]: (standaard) Dolby volume wordt op deze
ingang toegepast.
Dolby Leveller [Dolby egalisatie] – Deze instelling van Dolby
volume bepaalt in hoeverre zachte en harde bronnen en
programma-inhoud op elkaar zijn afgestemd naargelang de
waarneming door het oor. U kunt een waarde instellen van
0 (minimum) tot 10 (maximum). De standaard instelling is
2. We raden u echter aan om hogere waarden uit te proberen
als uw bronmateriaal slecht is aangepast. Als de volume
egalisatiefunctie is gedeactiveerd, zullen de bronnen en het
programmamateriaal niet op elkaar worden afgestemd. Houd
er rekening mee dat het ‘o’ van de Dolby egalisatie of Dolby
volume niet hetzelfde is als het deactiveren van de complete
Dolby volume functie ‘o’ aangezien de aanverwante
frequentieresponsie verwerking nog altijd geactiveerd is. Zie
“Dolby volume” op pagina NL-35 voor meer informatie.
DV Calib.Offset [DV kalibratie offset] – De Dolby
volume kalibratie oset parameter maakt het mogelijk
om de eciëntie van de luidspreker en de luisterpositie
te compenseren. De standaard instelling is 0. Doorgaans
levert deze instelling een goed resultaat op als de AV950/
AVR750/450/380 luidsprekerniveaus zijn ingesteld met
behulp van een SPL-meter.
ZieDolby volume” op pagina NL-35 voor meer informatie over
de kalibratie oset.
Dolby D EX [Dolby D EX] – Bepaalt hoe de AV950/
AVR750/450/380 de decodering moet congureren als
een Dolby Digital EX bitstream wordt ontvangen. Houd er
rekening mee dat deze instelling uitsluitend kan worden
gebruikt als u beschikt over surround achter luidsprekers.
U kunt de deze twee decoderingsmodi uitproberen om vast
te stellen welke u het liefst gebruikt voor Dolby Digital EX
gecodeerd materiaal. U kunt kiezen voor Auto DD EX, Auto
PLIIx en Manual.
< Auto Dolby D EX [automatisch DD EX]: Als een
Dolby Digital EX-agged bitstream wordt gedetecteerd,
zal de decoderingsmodus deze automatisch omzetten
naar Dolby Digital EX. U kunt deze functie tijdelijk
deactiveren met een druk op de MODE toets op de
afstandsbediening of het voorpaneel.
< Auto Dolby PLIIx Movie [automatisch PLIIx Movie]:
Als een Dolby Digital EX-agged bitstream wordt
gedetecteerd, zal de decoderingsmodus deze automatisch
omzetten naar Pro Logic IIx Movie. U kunt deze functie
tijdelijk deactiveren met een druk op de MODE toets op
de afstandsbediening of het voorpaneel.
< Manual [Handmatig]: De ontvangen Dolby Digital
EX wordt behandeld als een normale Dolby Digital
stroom aangezien deze niet automatisch de EX of
PLIIx decoderingsmodus selecteert. De gebruikte
decoderingsmodus die eerder werd gebruikt voor een
meerkanaalse digitale bron wordt toegepast. U kunt de
EX of PLIIx decoderingsmodi echter ook met de hand
toepassen met een druk op MODE.
Stereo Mode [Stereo Modus] – Als u een subwoofer in uw
systeem hebt, kunt u kiezen op welke manier de basinformatie
wordt verdeeld over de luidsprekers links-/rechtsvoor en de
subwoofer bij het luisteren naar analogische en digitale stereo
(uitsluitend twee kanalen) bronnen. Kies de optie die u de
meest solide en evenwichtig klikkende lage tonen biedt. Zie
tevens sub stereo hieronder voor het instellen van het niveau
van de subwoofer als u voor stereo een subwoofer gebruikt.
Probeer dit voor het beste resultaat uit met een set-up disk
of live geprogrammeerd materiaal. Deze instelling kunt u
gebruiken om de normale luidsprekerinstellingen in het menu
‘Spkr Types’ [typen luidsprekers] te omzeilen als de AV950/
AVR750/450/380 stereo materiaal afspeelt. Het is redelijk
normaal dat voor het luisteren naar normale stereo muziek
een instelling wordt gebruikt die iets afwijkt van de sub-/
luidsprekerinstellingen voor surround lms.
< As Spkr Types [Als Luidspreker Typen]: Bij het afspelen
van een analogische of digitale stereo bron wordt de
normale luidsprekerconguratie (zie het menu Spkr
Types [luidspreker typen]) gebruikt voor de weergave
van het signaal.
< Le/Right [Links/Rechts]: Volle frequentie stereo
informatie. Alle audio wordt uitsluitend naar de
luidsprekers links- en rechtsvoor gezonden, zonder
dat de bassen worden omgeleid. U kunt deze instelling
gebruiken als u van mening bent dat uw luidsprekers
links- en rechtsvoor het volle frequentiebereik van
muziek kunnen verwerken. Als u op de luidspreker
typen set-up-pagina uw luidsprekers links- en rechtsvoor
hebt ingesteld als klein, kunt u er met deze optie voor
kiezen om de instelling op groot te forceren voor het
luisteren naar stereo muziek als uw luidsprekers links- en
rechtsvoor het volle frequentiebereik aankunnen.
Het is vaak nuttig om op de luidspreker typen set-up-
pagina luidsprekers met een vol frequentiebereik in te
stellen als klein als uw systeem een subwoofer bevat.
Hierdoor krijgt lmmuziek meer impact aangezien
subwoofers speciaal zijn ontwikkeld voor de weergave
van hoge bassen. Maar het is natuurlijk ook mogelijk dat
voor stereo muziek het beste resultaat wordt bereikt door
de subwoofer niet te gebruiken en de luidsprekers links-
en rechtsvoor als groot te behandelen.
< Le/Right+Sub [Links/Rechts+Sub]: Vol
frequentiebereik stereo wordt gezonden naar de
luidsprekers links- en rechtsvoor en de weggelterde lage
tonen worden naar de subwoofer gestuurd. In dit geval
wordt de lage frequentie informatie verdubbeld.
< Sat+Sub [Sat+Sub]: Gebruik deze instelling als u kleine
satellietluidsprekers links- en rechtsvoor hebt, of als u
alle lage tonen door de subwoofer wilt laten verwerken.
Het volle beheer van de lage tonen wordt zo gebruikt dat
de analogische en digitale geluidsbronnen naar de DSP
worden gezonden, waarbij lage tonen uit de luidsprekers
links- en rechtsvoor worden gelterd en naar de
subwoofer worden gestuurd.
OPMERKING
De functie stereo modus is niet mogelijk als u een
analogische bron in de modus stereo direct gebruikt.
Sub Stereo [Sub Stereo] – Als u in de stereo modus hierboven
hebt gekozen voor links/rechts+sub of sat+sub, zal deze
instelling het niveau van de subwoofer aanpassen als de bron
tweekanaals stereo is.
Brightness [Helderheid] – Regelt de beeldhelderheid voor
deze ingang. U kunt deze instelling gebruiken om het beeld