Operation Manual

NL-31NL-30
Nederlands
van deze ingang te corrigeren als het in vergelijking met
andere beeldbronnen lichter of donkerder is.
Contrast [Contrast] – Regelt het beeldcontrast voor deze
uitgang. U kunt deze instelling gebruiken om het beeld van
deze ingang te corrigeren als het in vergelijking met andere
beeldbronnen meer of minder scherp is.
Colour [Kleur] – Regelt de kleurverzadiging van het beeld op
deze ingang. U kunt deze instelling gebruiken om het beeld
van deze ingang te corrigeren als het in vergelijking met
andere beeldbronnen meer of minder gekleurd is.
Film Mode [Film Modus] – Bepaalt de manier waarop de
beeldprocessor in de AV950/AVR750/450/380 het beeld op
deze ingang interpreteert. Normaal gesproken detecteert de
beeldprocessor het originele brontype en stelt de beeld- of
lm-verwerkingsmodus correct in. Mocht het echter zo zijn
dat de beeldprocessor het beeldtype verkeert interpreteert,
met als gevolg subtiele beeld artefacten, kan de lmmodus
geforceerd worden gedeactiveerd. Deze functie moet normaal
gesproken zijn ingesteld op Auto.
Edge Enhancement [Randverbetering] – Verscherpt het
beeld aomstig van een bron op deze ingang.
MPEG N.R. [MPEG N.R.] – Verwijdert artefacten uit een
overmatig gecomprimeerd digitaal beeld aomstig van een
bron op deze ingang.
Noise Reduction [Geluiddemping] – Verwijdert random
geluid in een beeld aomstig van een bron op de ingang.
Video Source [Beeldbron] – Selecteert de videosignaal
verbinding voor deze bron. Is standaard ingesteld op HDMI;
deze instelling moet worden gewijzigd als u een andere
aansluiting gebruikt.
< HDMI [HDMI:] het toestel wordt voor deze bron
geforceerd tot het gebruik van de HDMI video-ingang.
< Component [Component]: het toestel wordt voor deze
bron geforceerd tot het gebruik van de COMPONENT
video-ingang.
< Composite [Composite] het toestel wordt voor deze bron
geforceerd tot het gebruik van de COMPOSITE video-
ingang.
Audio Source [Geluidsbron] – Selecteert de specieke
aansluiting voor elk type ingang. Is standaard ingesteld op
HDMI; deze instelling moet worden gewijzigd als u een
andere aansluiting gebruikt.
Selecteer uit de lijst het type audiodat u op deze bron
gebruikt.
< HDMI [HDMI]: het toestel wordt voor deze bron
geforceerd tot het gebruik van de HDMI audio-ingang.
< Digital [Digitaal]: het toestel wordt voor deze bron
geforceerd tot het gebruik van de (TOSLINK) of coaxiale
(S/PDIF) digitale audio-ingang
< Analogue [Analogisch]: het toestel wordt voor deze bron
geforceerd tot het gebruik van de analogische audio-
ingang.
Algemene instelling
Algemene informatie en systeembedieningen.
Source Input [Bron Ingang] – (Uitsluitend informatie) De
actueel gekozen ingang waarbij de onderstaande instellingen
horen.
Incoming Format [Inkomend Formaat] – (Uitsluitend
informatie) Het formaat van de digitale audiostroom die op
deze ingang is aangesloten, indien van toepassing.
Incoming Sample Rate [Inkomende
Bbemonsteringsfrequentie] – (Uitsluitend informatie) De
bemonsteringsfrequentie van de digitale audiostroom die op
deze ingang is aangesloten, indien van toepassing.
Incoming Bit Rate [Inkomende Bitfrequentie] – (Uitsluitend
informatie) De bitfrequentie van de digitale audiostroom die
op deze ingang is aangesloten, indien van toepassing.
Dialnorm [Dialoog Normalisatie] – (Uitsluitend informatie)
Als de Dolby digitale audiostroom is aangesloten op deze
ingang, is dit de dialoognormalisatie instelling die door de
stroom wordt vereist.
Video Input [Video-ingang] – De actueel gekozen video-
ingang. Voor ingangen met een video-aansluiting (bijv.
SAT, PVR enz.) schakelen de audio- en video-ingangen
doorgaans samen over. Met deze optie kunt u voor de actuele
geluidsbron tijdelijk een andere beeldbron kiezen. Deze
functie is bijvoorbeeld nuttig als u via de satelliet naar een
sportwedstrijd kijkt en u in dit geval echter liever naar het
radioverslag luistert. De tijdelijke instelling wordt gereset
op het moment dat u de ingangsbron wijzigt zodat de
video-ingang de instelling van de audio-ingang volgt (of de
instelling van het video-ingang menu, als dit mogelijk is).
Audio Compression [Audiocompressie] – Maakt het mogelijk
om de compressie te selecteren, dit is ‘s avonds laat ideaal. Het
compressie-eect verhoogt het volume van de zachtere delen
en verlaagt het volume van de hardere delen. Compressie is
uitsluitend van toepassing op Dolby soundtrack formaten die
deze functie ondersteunen (DTS wordt niet ondersteund).
< O [Uit]: (standaard) geen audiocompressie wordt
toegepast.
< Medium [Medium]: compressie wordt op dergelijke
wijze toegepast dat het niveau van hardere delen wordt
verlaagd.
< High [Hoog]: maximale dynamische compressie,
het verschil tussen de harde en zachte delen van een
soundtrack wordt tot een minimum beperkt.
Deze instelling is van toepassing op alle ingangen als een
relevante digitale audiostroom wordt opgemeten. De
instelling wordt in het geheugen opgeslagen en wordt bij elke
inschakeling van het toestel opgeroepen.
Balance [Balans] – Voor een tijdelijke wijziging van de
geluidsbalans tussen de luidsprekers links- en rechtsvoor. U
kunt de geluidstrap naar links of naar rechts met maximaal
6dB aanpassen. Houd er rekening mee dat het niet mogelijk is
om het geluidssignaal helemaal over een enkel kanaal te laten
lopen. De gelijkmatige balans links/rechts van deze functie
wordt hersteld zodra u een ingang wijzigt.
PLII Dimension [PLII Afmeting] –
PLII Centre Width [PLII Centrale Breedte] –
PLII Panorama [PLII Panorama]
Hiermee kunt u het geluidsveld instellen voor de Dolby Pro
Logic II Music decoderingsmodus van tweekanaals bronnen.
Deze instellingen worden op alle ingangen toegepast als
u voor PLII of PLIIx Music decodering hebt gekozen. De
instellingen worden in het geheugen opgeslagen en worden
oproepen als u voor de PLII of PLIIx Music modus kiest.
< PLII Dimension [PLII Afmeting]: Biedt de gebruiker
de mogelijkheid om geleidelijk aan het geluidsveld aan
te passen naar het begin of naar het einde. U kunt een
waarde instellen tussen-3 en +3. We raden u aan om voor
normaal gebruik de afmeting op 0 ingesteld te laten.
< PLII Centre Width [PLII Centrale Breedte]: Controleert
de breedte van het centrale beeld. Bij een Pro Logic
decodering worden de overheersende centrale signalen
uitsluitend door de centrale luidspreker gezonden.
Als geen enkele centrale luidspreker aanwezig is, zal
de decoder het centrale signaal in gelijke mate over de
luidsprekers links en rechts verdelen en een ‘fantoom
centraal beeld creëren. De centrale breedte maakt
verschillende aanpassingen mogelijk van het centrale
beeld, zodat het uitsluitend over de centrale luidspreker
kan worden gehoord; uitsluitend over de luidsprekers
links/rechts als een fantoom beeld; of over de drie
luidsprekers in variërende mate. We raden u aan om voor
normaal gebruik de centrale breedte op 3 ingesteld te
laten.
< PLII Panorama [PLII Panorama]: Vergroot het
centrale beeld aan de voorkant en sluit tevens de
surroundluidsprekers in voor een ‘omhullend’ eect met
beeldvorming aan de zijkanten.
Digital Output Freq. [Digitale Uitgangsfrequentie] – Stelt de
bemonsteringsfrequentie in van de audio Analogue-to-Digital
converter. Deze instelling wordt toegepast op alle ingangen
tijdens de verwerking van analogische audio (d.w.z. niet
stereo direct). De instelling wordt in het geheugen opgeslagen
en wordt bij elke inschakeling van het toestel opgeroepen.
Maximum Volume [Maximum Volume] – Beperkt het
ingestelde maximum volume dat het systeem in de primaire
ruimte kan bereiken. Dit is een nuttige functie die de
accidentele overschrijding van (bijvoorbeeld) laag vermogen
luidsprekers vermijdt. De instelling wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt bij elke inschakeling van het toestel
opgeroepen.
Max On Volume [Maximum Aan Volume] – Beperkt het
maximum volume dat het systeem bij de inschakeling of
na het verlaten van de stand-by produceert in de primaire
zone. Het systeem wordt ingeschakeld op deze opgeslagen
volumeregeling als het laatst gebruikte (erg harde) volume
deze waarde overschrijdt. De instelling wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt bij elke inschakeling van het toestel
opgeroepen.
Display on time [Tijd Display Aan] – Bepaalt de tijd dat
het display op het voorpaneel na het ontvangen van een
commando blij branden. De standaard instelling is altijd
aan.
CEC Control [CEC-Bediening] – Activeert of deactiveert de
HDMI CEC-bediening, een systeem dat het mogelijk maakt
dat toestellen aangesloten op de HDMI andere compatibele
aangesloten toestellen bedienen.
< O [Uit]: deactiveert de CEC-bediening
< Output 1 [Uitgang 1]
< Output 2 [Uitgang 2]
ARC Control [ARC-bediening] – Activeert of deactiveert de
HDMI 1.4 Audio Return Channel. Hiermee kan het geluid
van de tv naar de AV950/AVR750/450/380 worden gezonden
via de ‘display’ ingang. De ARC bediening hangt af van de
instelling van de CEC-bediening (uitgang1 of uitgang2).
HDMI Audio To TV [HDMI-audio naar tv] – Activeert of
deactiveert de verzending van HDMI-audio van de HDMI-
uitgangsconnector. Activeer deze instelling als u wilt luisteren
met de luidsprekers van uw tv.
Control [Bediening] – Activeert of deactiveert de
bediening via RS232 of IP (NET), een systeem dat
automatiseringsinstallaties van andere producenten kan
bedienen. U kunt uitsluitend of de bediening via RS232 of via
IP gebruiken, beiden is niet mogelijk.
Power on [Aan] – Bepaalt de manier waarop het toestel wordt
aangezet.
< Stby [Stand-by]: in stand-by
< On [aan]: aan
< Last state [Laatste Status]: Laaste Status(standaard).
Auto Setup [Auto Set-up]
De automatische set-up van uw luidsprekers en subwoofer
(indien aanwezig) wordt door dit menu aangestuurd.
Zie pagina NL-27 voor een complete beschrijving van de
automatische luidspreker set-up-functie. Onthoud dat
u de kalibratiemicrofoon aansluit op de AUX-ingang op
het voorpaneel en dat u de microfoon op de luisterpositie
aanbrengt voor u de automatische set-up activeert.
Run Auto Setup [Start Auto Set-up] – Start de automatische
luidspreker set-up met een druk op OK (of
O
op de
afstandsbediening). Tijdens het proces zullen de luidsprekers
testgeluiden produceren. Dit duurt doorgaans maximaal twee
minuten. De testgeluid generator loopt tweemaal langs elke
luidspreker.
Accept Setup [Set-up Accepteren] – Als de automatische
luidspreker set-up zonder problemen is voltooid, kunt u
ervoor kiezen of u deze instellingen wel of niet wilt accepteren
< No [nee]: De instellingen worden niet in het geheugen
opgeslagen.
< Yes [ja]: De luidsprekerinstellingen (aanwezige
luidsprekers, type, afstand, niveau en cross-over
frequentie) worden opgeslagen in de desbetreende delen
van het set-up-menu en zullen de vorige instellingen
overschrijven.
Auto Setup Progress [Voortgang Auto Set-up] – Beschrij
de voortgang van de automatische luidspreker set-up,
beginnende bij de aanduiding van de luidspreker die wordt
getest.
< Noise Level [Geluidsniveau]: Geluidsniveaucontrole van
elke luidspreker en subwoofer.
< Number of Speakers [Aantal Luidsprekers]: De
luidsprekerconguratie wordt gedetecteerd in combinatie
met het aantal surroundluidsprekers en gee tevens aan
of een subwoofer en centrale luidspreker zijn aangesloten.
< Speaker Distance [Luidspreker Afstand]: Detecteert
nauwgezet de juiste afstand van elke luidspreker en de
subwoofer ten opzichte van de microfoon.
< Speaker Level and Size [Luidsprekerniveau en
Afmeting]: De cross-over wordt ingesteld naargelang
het signaal verwerkingsvermogen van elk kanaal. De
cross-over van de subwoofer wordt automatisch ingesteld.
De SPL (geluidsdrukniveau) van elke luidspreker wordt
afgestemd op de positie van de microfoon.
< Calculating EQ [Berekening EQ]: De gegevens aomstig
van de luidsprekers worden verwerkt.
< Completed Error [Voltooid Fout]: Tijdens de set-up van
de luidsprekers hee zich een fout voorgedaan. Zie de
beschrijving van de onderstaande luidsprekers. Of een
ongeldige luidsprekerconguratie werd gedetecteerd.
Front Left [Linksvoor] –
Centre [Midden] –
Front Right [Rechtsvoor] –
Surr. Right [Surround rechts] –
Surr. Back Right [Surround rechtsachter] –
Surr. Back Left [Surround linksachter] –
Surr. Left [Links] –
Subwoofer [Subwoofer] –
Als de bovenstaande luidsprekers zijn gedetecteerd zoals ze in
uw conguratie zijn opgesteld, zullen hun afmeting (klein of
groot), de afstand tot de luisterpositie en het trimniveau (dB)
worden weergegeven. Houd er rekening mee dat dit niet het
geval is voor de subwoofer. Als dit niet het geval is, wordt een
foutmelding gegeven:
< Not Present [Niet Aanwezig]: Op dit kanaal is geen
luidspreker gedetecteerd.
Crossover Freq. [Cross-over Freq.] – De frequentie waarop
de automatische luidspreker set-up het beste punt hee
gevonden voor het weglteren van lage frequentie geluiden
uit de kleine luidsprekers, en het verzenden ervan naar de
subwoofer (of grote luidsprekers als geen subwoofer aanwezig
is).
Spkr Types [Luidspreker Typen]
De instellingen voor de luidspreker typen in uw conguratie.
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-ingangen,
worden in het geheugen opgeslagen en worden opgeroepen
als het toestel wordt aangezet.
Front Left/Right [Links-/Rechtsvoor] –
Centre [Midden] –
Surr. Left/Right [Surround links/rechts] –
Surr. Back L/R [Surround links-/rechtsachter]
Hier stelt u het type luidsprekers in dat u op uw AV950/
AVR750/450/380 hebt aangesloten:
< Large [Groot]: kunnen een compleet frequentiebereik
weergeven
< Small [Klein]: kunnen geen compleet frequentiebereik
weergeven aan het lage frequentie-einde
< None [Geen]: uw conguratie bevat geen luidsprekers
< Subwoofer [Subwoofer]: Bepaalt of wel of geen
subwoofer aanwezig is.
OPMERKING
De automatische kalibratie kan uitsluitend worden
uitgevoerd op een 7.x, 5.x of 4.x luidsprekerconguratie.
Voor andere luidsprekerconguraties, zoals 2.1 (stereo+
subwoofer), moet u de set-up met de hand verrichten
aan de hand van de onderstaande richtlijnen voor
de luidsprekerconguratie, luidspreker afstand en
luidsprekerniveaus.
OPMERKING
Het is niet mogelijk om alle luidsprekers als ‘klein’ in
te stellen, tenzij uw luidsprekerconguratie van een
subwoofer is voorzien. Als u geen subwoofer hebt, zult u
uw luidsprekers aan de voorkant als ‘groot’ moeten laten
functioneren.
Crossover Freq [Cross-over Freq.] – Dit is de frequentie
waarop kleine luidsprekers de bassignalen naar de
subwoofer of de grote luidsprekers in uw systeem sturen.
Kleine luidsprekers zenden de bas naar de subwoofer, als
deze aanwezig is. De centrale luidspreker vormt echter een
uitzondering. Deze stuurt de bas naar de luidsprekers links-/
rechtsvoor, mits deze groot zijn. Dit wordt gedaan om de
centrale bas recht voor de luisterpositie te houden.
Use Channels 6+7 for [Gebruik Kanalen 6+7 voor]–
Als de luidspreker set-up in de primaire zone geen
surroundluidsprekers links- en rechtsachter bevat, kunt u
ervoor kiezen om de surround achter versterkingskanalen te
gebruiken voor het bi-ampen van het paar links-/rechtsvoor,
of als een stereo vermogensversterker voor Zone2.
Spkr Distance [Luidspreker
Afstand]
De kalibratie-instellingen voor de afstanden tussen de
luidsprekers en de luisterpositie.
OPMERKING
Luidsprekers die niet in uw conguratie aanwezig zijn,
worden grijs weergegeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-ingangen,
worden in het geheugen opgeslagen en worden opgeroepen
als het toestel wordt aangezet.
Units [Eenheden] – Bepaalt of u de afstanden in imperiale of
metrische eenheden laat meten.
Front Left [Linksvoor] –
Centre [Midden]–
Front Right [Rechtsvoor] –
Surr. Right [Surround rechts] –
Surr. Back Right [Surround rechtsachter] –
Surr. Back Left [Surround linksachter] –
Surr. Left [Links] –
Subwoofer [Subwoofer] –
Zoals is beschreven in “essentiële set-up” op pagina NL-26,
meet de afstand tussen elke luidspreker van uw systeem en
uw oor op de primaire luisterpositie en voer deze waarden
in. Daarmee kan de AV950/AVR750/450/380 de correcte
vertraging van elke afzonderlijke luidspreker berekenen.
Spkr Level [Luidsprekerniveau]
Kalibratie-instellingen voor het niveau van het
testgeluidssignaal door de luidsprekers gemeten op de
luisterpositie.
OPMERKING
Luidsprekers die niet in uw conguratie aanwezig zijn,
worden grijs weergegeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-ingangen,
worden in het geheugen opgeslagen en worden opgeroepen
als het toestel wordt aangezet.
Selecteert de bijbehorende luidspreker met de
navigatietoetsen
'
en
,
op uw afstandsbediening. Druk
op
O
om de testgeluid te activeren/deactiveren en stel het
geluidsniveau van elke luidspreker af met de navigatietoetsen
<
en
>
.
Front Left [Linksvoor] –
Centre [Midden] –
Front Right [Rechtsvoor] –
Surr. Right [Surround rechts] –
Surr. Back Right [Surround rechtsachter] –
Surr. Back Left [Surround linksachter] –
Surr. Left [Links] –
Subwoofer [Subwoofer] –
Zoals beschreven in “essentiële set-up” op pagina NL-26, stel
het niveau van de testgeluid van elke luidspreker zo af dat een
SPL-meter op de luisterpositie 75dB meet.
Video Inputs [Video-ingangen]
Instellingen voor de optionele toekenning van een beeldbron
aan de audio-ingangen die normaal gesproken alleen voor
geluid zijn bestemd.
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen en
worden bij elke inschakeling van het toestel opgeroepen.
Video Input CD [Video-ingang CD] –
Video Input Aux [Video-ingang Aux] –
Video Input FM [Video-ingang FM] –
Video Input USB [Video-ingang USB] –
Video Input Net [Video-ingang net] –
Video Input DAB [Video-ingang DAB] –
Elke audio-ingang is standaard ingesteld op ‘geen. U kunt
echter de ‘Sat’-video associëren met FM of digitale radio audio
zodat u, bijvoorbeeld, tijdens een sportwedstrijd de beelden
aomstig van de satelliet combineert met het radioverslag.