Operation Manual

GEBRUIKERSGIDS
V2.2
504/604
DE AUDIOCORDER GEBRUIKEN > P. 24
3. DE AUDIOCORDER GEBRUIKEN
U kunt audio opnemen van de ingebouwde microfoon of van een externe
analoge bron op lijnniveau als u gebruikmaakt van het optionele
DVR-sta-
tion
of de
DVR-reiskit
.
Markeer in het beginscherm het AudioCorder-pictogram en druk op
OK om het pre-
record-scherm weer te geven.
Alle audio-opnames gemaakt door de ARCHOS worden opgeslagen in de map
Music/Recordings (muziek/opnames). Als u ze op een andere locatie wilt opslaan,
kunt u dit doen met de functie Move (verplaatsen) van de Archos-bestandsbrow-
ser na opname (zie: De browser gebruiken).
Tijdens de opnames knippert het pictogram
in de statusbalk.
Audiobestanden opgenomen met de ARCHOS krijgen de volgende tags: Artist =
(Archos: Audio Recordings), Album = (Unknown).
3.1 SCHERM AUDIOCORDER-INSTELLINGEN
Via dit scherm kunt u audio-ingangsinstellingen voor uw opnames aanpassen.
Gebruik / om een andere parameter te markeren en gebruik vervolgens / om
een andere instelling te selecteren.
Set Title (titel instellen)
Hiermee kunt u een gepersonaliseerde titel geven aan de opname (zie:
Het virtu-
ele toetsenbord gebruiken).
Format (formaat)
U kunt kiezen tussen PCM (ongecomprimeerd) en ADPCM (gecompimeerd)
WAV-formaat.
Source (bron)
U kunt kiezen tussen
microphone
(microfoon) en
analog line-in
(analoge lijnin-
gang) (alleen met het optionele
DVR-station
of de
DVR-reiskit
).
Sampling (bemonstering)
Kies de bemonsteringsfrequentie voor uw opname (een hogere frequentie geeft
een betere geluidskwaliteit maar een zwaarder bestand).
-
-
-
-