Installation and Use

135
BE
VACUUMPOMP
AANSLUITSTUK
GASKLEP
AANSLUITSTUK
VLOEISTOF-
KLEP
KRAAN
BESCHER-
MINGSDOP
2.9 Creëren van een vacuüm en controleren of er geen lekken zijn
De lucht wordt uit het circuit verwijderd met behulp van een vacuüm pomp
die geschikt is voor R410A.
Controleer of de vacuümpomp tot het door het controlelampje aangegeven
niveau met olie gevuld is met olie en of de twee kranen op de externe een-
heid dicht zijn:
1. schroef de doppen op de kranen van de twee- of driewegkleppen eraf en draai
ze dan op het aansluitstuk voor onderhoudsdoeleinden;
2. sluit de vacuümpomp aan op het onderhoudsklepje op de driewegklep van
de externe eenheid;
3. nadat u de betreffende kleppen van de pomp heeft geopend moet u deze
starten en een tijdje laten lopen. Vacuüm zuigen gedurende ongeveer
20/25 minuten;
4. controleer of de manometer -0,101 MPa (-760 mmHg) aangeeft;
5. sluit de kranen van de pomp en schakel hem uit. Controleer of de wijzer
van de manometer voor ongeveer 5 minuten niet beweegt. Als de wijzer
van waarde verandert betekent het dat er ergens lucht naar binnen komt,
men moet dan alle aansluitingen en de uitvoering van de procedures con-
troleren, daarna weer opnieuw beginnen vanaf punt 3;
6. maak de vacuümpomp los;
7. draai de kranen van de twee- en driewegkleppen wijd open;
8. schroef de dop op de service-toegang stevig vast;
9. nadat u alle doppen heeft aangeschroefd moet u controleren of er geen
gas onder de doppen uit lekt.
OPGELET:
Bescherm altijd de verbindingskabels en leidingen, omdat beschadi-
gingen een oorzaak kunnen zijn van gaslekken (persoonlijk letsel door
brandwonden door koudvuur)
SPECIFICATIES VOOR MONOSPLIT INSTALLATIES
MODEL EXTERNE EENHEID ALYS 25
MC8-O
ALYS 35
MC8-O
ALYS 50
MC8-O
Diameter van vloeistofl eiding inches 1/4 1/4 1/4
Diameter van gasleiding inches 3/8 3/8 1/2
Maximale leidinglengte met standaard vulling m 5 5 5
Maximale lengte van de leiding* m 20 20 25
Standaardbelasting kg 0,8 0,95 1,25
Extra vulling met gas g/m 20 20 20
Maximaal hoogteverschil tussen de interne eenheid en de externe
eenheid**
m8 8 10
Type koelmiddel R410A R410A R410A
(*) bij maximale afstand is het rendement ongeveer 90%.
(**) met een hoogteverschil van meer dan 5 m wordt aangeraden om een zwanehals te monte-
ren.
2.10 Bijvullen koelmiddel
Procedure om het koelmiddel in de externe eenheid weer op de juiste hoe-
veelheid te brengen:
1. draai de doppen van de kranen van de twee- of driewegkleppen eraf.
2. zet de airconditioner op koelen (controleer dat de compressor het doet) en
laat het een paar minuten werken.
3. sluit de manometer aan
4. sluit de tweewegklep
5. als de manometer op “0” staat moet men de driewegklep sluiten en met-
een de airconditioner afzetten