User Manual

80 /
BE
cool
SET TEMP.
cool
SET TEMP.
cool
SET TEMP.
HIGH +
4.5
3.0
1.5
4.5
3.0
1.5
4.5
3.0
1.5
HIGH
HIGH
MED
LOW
HIGH -
MED +
MED
MED -
LOW +
LOW
LOW -
Het regelen van de luchtstroom
Druk op de toets FAN SPEED om de snelheid van de ventilator te selecteren. Daarbij
kunt u kiezen uit AUTO, (
) LOW, ( ) MED en ( ) HIGH.
Voor elk van de 3 ingestelde snelheden (HIGH, MED, LOW) beschikt de airconditioner
over drie onderliggende snelheidsniveaus ( HIGH, HIGH+, HIGH- , MED, MED+, MED-,
LOW, LOW+,LOW-) die automatisch worden ingesteld.
N.B.: De 9 verschillende snelheden die hierboven worden beschreven, samen met de
snelheden van de functies ontvochtiging, turbo en silence, zorgen ervoor dat de aircon-
ditioner in totaal beschikt over 12 luchtstroomsnelheden.
(*) verschil tussen kamertemperatuur en ingestelde temperatuur
Gebruik de toets SWING ( ) om de luchtstroom in de gewenste verticale richting te
sturen.
1. Elke keer dat u op de toets drukt, zal de hellingshoek van de ap met 6 graden wor-
den gewijzigd.
2. Door de toets ingedrukt te houden, zal de ap automatisch naar boven en naar bene-
den toe draaien.
Gebruik de toets SWING (
) om de luchtstroom in de gewenste horizontale richting te
sturen.
1. Elke keer dat u op de toets drukt, zal de hellingshoek van de horizontale de ectoren
met 6 graden worden gewijzigd.
2. Door de toets ingedrukt te houden, zullen de horizontale de ectoren automatisch
naar links en naar rechts draaien.
N.B.: Als de schommeling of de beweging de ap zodanig verplaatst dat zij de koeling of
verwarming verhindert, dan zal de richting van de schommeling of de beweging dusda-
nig, automatisch, worden aangepast.
INGESTELDE SNELHEID ΔT*