Installation and Use

BE
/ 141
NORM RISICO
Dit apparaat kan gebruikt worden door personen
met lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke be-
perkingen, mits onder toezicht of na naar behoren
geïnstrueerd en geïnformeerd te zijn over het veilig
gebruik van het apparaat en de mogelijke risico’s
die ermee verbonden zijn.
Beschadiging van het apparaat door onjuist gebruik.
Persoonlijk letsel
Richt de luchtstroom niet naar gasfornuizen of
gaskachels
Explosies, brand of vergiftiging door uitstromend gas dat uit
spuitgaatjes gestroomd is. Door de luchtstroom gedoofde vlam-
men.
Steek uw vingers niet in de ventilatieopeningen en
de luchtinlaatroosters.
Elektrische schokken door elementen die onder spanning
staan.
Persoonlijk letsel: snijwonden.
Drink het condenswater niet. Persoonlijk letsel door vergiftiging.
In het geval u een brandlucht ruikt of rook uit
het apparaat ziet komen, moet u de elektrische
voeding uitschakelen, de ramen openen en een
installateur inschakelen.
Persoonlijk letsel door brandwonden of inademing van rook.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Beschadiging van het apparaat door onjuist gebruik.
Persoonlijk letsel.
Reiniging en onderhoud mogen niet zonder
toezicht van volwassenen door kinderen worden
uitgevoerd.
Beschadiging van het apparaat door onjuist gebruik.
Persoonlijk letsel.
Voer geen handelingen uit waarbij u het apparaat
van zijn plaats moet halen.
Lekkage als gevolg van water dat uit losgeraakte leidingen
stroomt.
Laat geen voorwerpen op het apparaat staan.
Beschadiging van het apparaat of onderliggende voorwerpen
doordat het apparaat van de muur losraakt.
Als de voedingskabel beschadigd is moet hij
worden vervangen door de fabrikant of door diens
technische servicedienst of in ieder geval door
iemand met een gelijkwaardige beroepsbekwaam-
heid, zodat elk risico wordt voorkomen
Persoonlijk letsel door elektrische schokken.
De eenheid niet in werking stellen in de buurt van
gevaarlijke sto en en brandbare of bijtende gassen
Risico op brand, letsel, explosies
Gebruik geen insekticiden, oplosmiddelen of
agressieve schoonmaakmiddelen om het apparaat
te reinigen.
Beschadiging van de plastic onderdelen of van de gelakte
onderdelen.
Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden
dan voor een normaal huishoudelijk gebruik.
Beschadiging van het apparaat door overbelasting. Beschadi-
ging van de verkeerd gebruikte onderdelen.
Richt de luchtstroom niet op kostbare voorwerpen,
planten of dieren.
Beschadiging of nadelige invloeden door teveel koude/warmte,
vochtigheid of ventilatie.
Gebruik de airconditioner niet lang achter elkaar
als de vochtigheid hoger is dan 80%.
Beschadiging van voorwerpen door druppelen van condenswa-
ter uit het apparaat.
Geen andere elektrische apparaten, meubels
of voorwerpen plaatsen die de slecht tegen de
vochtigheid onder de interne of externe eenheid
kunnen.
Mogelijk weglopen van condenswater oorzaak van beschadi-
gingen of storingen.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waarin de airconditioner geïnstalleerd is als ook
een verbrandingsapparaat aanwezig is.
Zuurstofgebrek
Stelt u zich niet te lang bloot aan de luchtstroom
van het apparaat
Gezondheidsproblemen
Controleer minstens één keer per jaar of het frame
en de ondersteuningsstructuur van de externe
eenheid nog in goede staat zijn.
Persoonlijk letsel door vallende voorwerpen, schade aan het
product