Installation and Use

BE
/ 153
SJABLOON
1.3 Installatie van het sjabloon
OPMERKINGEN:
Installeer de interne eenheid op een plaats waar de signalen
van de afstandsbediening haar gemakkelijk kunnen berei-
ken, zonder obstakels zoals bijvoorbeeld gordijnen tegen te
komen. Ook moet men gemakkelijk de lters naar beneden
eruit kunnen schuiven.
De interne eenheid installeren op
een plaats waar de luchtstroom niet belemmerd wordt.
OPGELET:
installeer het sjabloon op een stevige muur, die van an-
dere bronnen geen trillingen ontvangt.
1. Met behulp van een waterpas moet men het sjabloon zo-
danig positioneren dat deze perfect recht staat. Let hierbij
zowel op de verticale als de horizontale zijden.
2. Bevestig het sjabloon met 5 schroeven. Let op dat men
geen elektrische of andere leidingen in de muur bescha-
digt (risico van persoonlijk letsel door schokken).
3. Gebruik daarna andere schroeven om het sjabloon gelijk-
matig, over het hele oppervlak, aan de muur te bevestigen.
4. Maak het gat door de muur waardoor de leidingen en de
elektrische kabels doorheen kunnen.
OPM.:
- Verwijs naar de afmetingen van het sjabloon (zie a .)
om de optimale positie van de boorgaten te bepalen. De
boorgaten moeten een diameter van minstens 65 mm
hebben.
- Boor een gat in de muur dat zich aan de buitenkant 5-10
mm lager bevindt dan aan de binnenkant, zodat de hell-
ing de afvoer van het condenswater bevordert
1.4 Installatie van de interne eenheid
1. Steek alle elektrische en andere leidingen tegelijk door het gat
in de muur en haak dan de interne eenheid aan de bovenkant
van het sjabloon.
2. Leid de elektrische en andere leidingen goed door het gat heen.
3. Duw het onderste deel van de interne eenheid goed tegen het
sjabloon aan.
OPM.:
Houd er rekening mee dat de haken van het sjabloon kleiner
zijn dan de openingen aan de achterkant van de eenheid. Hier-
door kunt u de positie van de eenheid aanpassen met behulp
van het al aan de muur bevestigde sjabloon, telkens circa 30-
50 mm naar rechts of naar links, naargelang van het model.
Controleer dat:
a. De bovenste en onderste haken van de interne eenheid stevig in
het sjabloon geklemd zitten.
b. De eenheid horizontaal wordt geplaatst.
Als de eenheid niet goed horizontaal hangt, kan er water uit druppelen.
c. De afvoerleiding moet met de juiste helling naar beneden lopen
(minstens 3 cm voor elke meter lengte).
d. De afvoerleiding onder langs het gat in de muur loopt.
OPMERKINGEN:
- Men mag de leidingen van de interne eenheid niet knikken of a nijpen. Voorkom dat de leidingen langs een bocht moeten lopen
met een straal van minder dan 10 cm.
- Buig een stuk buis niet te vaak op dezelfde plaats, na 3 keer buigen bestaat het risico dat er een knik in komt.
- Verwijder de afsluitingen van de leidingen van de interne eenheid pas op het laatste moment, wanneer men de aansluiting legt.
- Zorg dat de condensafvoerleiding onder langs het gat in de muur loopt, anders krijgt men kans op lekken.
ø 65 mm
ø 65 mm
ø 65 mm
ø 65 mm
ø 65 mm
ø 65 mm
285 mm
117,5 mm123,6 mm
398 mm
805 mm
183,6 mm
228,5 mm 241 mm
45 mm
47 mm
47 mm
39 mm
285 mm
246 mm
506 mm
1037,5 mm
271,7 mm
316,7 mm 291 mm
45 mm
47 mm
47 mm
55 mm
302 mm
123,7 mm100,6 mm
439 mm
958,3 mm
259 mm
304 mm 224,2 mm
45 mm
47 mm
47.5 mm
36,7 mm