Installation Manual
55
Technische handleiding en installatiegids Technische handleiding en installatiegids
FL
INDIENSTNAME
Vulling van de sanitaire kring
Voor sanitair water : vul de accumulator met koud water en laat de lucht uit de bak ontsnappen door de aftapafsluiter voor warm water open
te draaien. Zodra er water uit de warmwaterkraan komt, mag u de kraan terug dichtdraaien.
Alleen een opgeleid persoon mag het toestel in werking doen treden.
Installatie schoonmaken
Vooraleer u de installatie vult moeten eerst de buizen schoongemaakt worden zodat er geen montageresten meer in zitten.
Zelfs het kleinste vreemde deeltje kan als een catalysator werken en kan de thermische kring onderbreken.
Spoel de installatie volledig uit om zeker alle restanten verwijderd te hebben.
Leeg vervolgens de volledige installatie.
TIPS VOOR DE INSTALLATIE MET ZONNESENSOREN
Vullen en spoelen van het zonnegedeelte
De installatie kan worden gevuld en geactiveerd op voorwaarde dat er een warmte-extractor is gemonteerd.
• Open alle afsluiters en ontluchters; en met name de ontluchters van de vloeistofverbinding van de collectoren.
• Het systeem laten werken met uitsluitend water in de zonnekring is niet toegestaan, zelfs niet in ijsvrije zones (geen bescherming tegen
corrosie).
• De thermische vloeistof is een mengsel van propyleenglycol, een niet-giftige en fysiologisch onschadelijke stof.
• Volg de richtlijnen op de veiligheidsche.
• Vul de installatie met de thermische vloeistof met behulp van een pomp bij de vulkraan; sluit de afsluiters en ont-
luchters zodra er vloeistof uit stroomt. Vang de vloeistof die uit de leegloopkraan komt, op in een afzonderlijke
bus tot er vloeistof uit het systeem komt, zo verwijdert u al het resterende water uit de collectoren van de installatie. Onderbreek het vul-
proces en koppel de leegloopkraan aan de pomp.
• Laat de vloeistof circuleren met een druk van 3,5 bar gedurende 2 uren tot de ontluchting compleet is.
• Vooraleer u het vulproces beëindigt, moet de druk van de installatie nog afgesteld worden en de kraan moet geleidelijk gesloten worden.
Druk van het zonnegedeelte
De druk van de installatie hangt af van de hoogte van het systeem en de druk aan de ingang van het expansievat.
• Controleer de druk en open indien nodig de kranen en stel druk opnieuw af; zodra de vuldruk bereikt is, sluit u de vulkraan en de af-
tapkraan.
• Vergewis u ervan dat er zeker geen lucht meer in de installatie zit door de manuele ontluchter te activeren op het hoogste punt van het
toestel. Herhaal indien nodig, de spoelprocedure.
• Gebruikt u een ontluchter met buis en aansluiting, hou er dan rekening mee dat er minstens een hoeveelheid vloeistof moet uitvloeien die
gelijk is aan het volume van de kleine ontluchtingsbuis: 0,3 cl per meter buis met een diameter van 6 mm.
Indienstname van de zonnepomp met zonneregulator
Volg hiervoor de respectieve gebruiksvoorschriften.
• Controleer of de tijdens de activering zichtbare temperaturen ook plausibel zijn,
• Controleer de werking van de pomp en de regulator aan de zonnekring,
• Programmeer de regulator, de pomp en eventueel ook de stroombegrenzer in functie van het hydraulisch schema van het toestel.
Afstelling van het debiet
Het debiet moet worden geprogrammeerd op basis van de afmetingen van het collectorveld en de aansluitingsvariant. Het referentieopper-
vlak is in dit geval het oppervlak van de collector.
Aandacht :
- Het toestel mag nooit onder spanning komen te staan wanneer het leeg is want dan kunnen de elektrische onderdelen beschadigd
raken bij gebruik van de optionele elektrische set.
- Controleer de dichtheid van de verschillende verbindingen. Indien nodig, draai dan de bouten aan (aanbevolen is 7 tot 10 Nm – sleutel
met koppelbegrenzing) en eventueel ook die van de aansluitingen.
- Blokkeer nooit de opening van de veiligheidsgroep.