Operation Manual

9
In een schoorsteen of vertakt rookkanaal Meteen naar buiten
(gereserveerd voor kookapparaten)
Ventilatie van de keuken
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een
hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor
de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte.
De natuurlijke toevoer van lucht moet plaats vinden door
middel van permanente openingen in de buitenmuur van de
keuken, of door enkele of collectieve vertakte kanalen die
voldoen aan de normen. De lucht moet rechtstreeks van
buiten komen, ver van bronnen van luchtvervuiling De
ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen
beschikken (afb.11A):
een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit
van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de
warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het plaatje met
de technische gegevens aan de achterzijde van het
apparaat);
de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde
van de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd.
op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
Bijzonderheid A Aansluitende Ventilatie
kamer kamer
A
Voorbeeld van een ventilatie opening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandings lucht de deur en de vloer
afb. 11A afb.11B
De lucht mag eveneens vanuit een aangrenzende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft,
zoals bijv. garages, magazijnen met brandbaar materiaal
enz., en hij moet geventileerd zijn volgens de normen. De
luchttoevoer vanuit het aangrenzende vertrek naar het te
ventileren vertrek moet vrijelijk kunnen vloeien door middel
van permanente openingen met een doorsnee die niet kleiner
is dan hierboven aangegeven Deze openingen kunnen ook
worden verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en
min. 50mm
min. 700mm
fig.9
fig.10
fig.8
Classe 1 Classe 2 sottoclasse 1
Deze instructies zijn voor de erkende installateur, zodat deze
het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze
uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: alle handelingen van regelen of onderhoud
enz. moeten worden uitgevoerd met de stroom
uitgeschakeld. Indien het noodzakelijk mocht blijken de
elektrische voeding te handhaven, zal de grootst mogelijke
voorzorg moeten worden genomen. Het fornuis heeft de
volgende technische karakteristieken:
Kategorie: II 2E+3+ (voor BE)
Kategorie: II 2L3B/P (voor NL)
De maximum afmetingen van het fornuis zijn aangegeven
in de afbeelding op bladzijde 2. Voor goed functioneren van
het apparaat als het tussen keukenkastjes is geïnstalleerd,
moeten de minimum afstanden die zijn aangegeven in afb.8
in acht worden genomen. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakten en de achterwand uit
hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om aan een
boventemperatuur van 65 °C te weerstaan.
Alvorens het fornuis te plaatsen moeten de bijgeleverde
verstelbare poten ervan, 95-155 mm hoog, in de daarvoor
bestemde gaten aan de onderzijde van het fornuis (afb. 9)
worden bevestigd. De verstelbare poten kunnen worden
geregeld doordat ze schroefbaar zijn, zodat het fornuis
waterpas kan worden gesteld.
Het plaatsen
Dit apparaat mag uitsluitend in permanent geventileerde
ruimten worden geïnstalleerd volgens de voorschriften van
de geldende normen. Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan:
Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren
naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een
schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten
moet zijn aangesloten (afb.10).
Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een op
het raam of de buitenmuur geplaatste elektroventilator
worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in
werking moet worden gesteld.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE