User Manual

BE
56 /
KLEIN ONDERHOUD
Voordat men enige reinigingsoperatie uitvoert, moet men de stekker
uittrekken of de automatische schakelaar afzetten.
1. REINIGING VAN DE ONTVOCHTIGER
- Reinig de ontvochtiger met een met lauw water (niet meer dan 40
°C) bevochtigde doek en neutrale zeep. Gebruik geen oplosmid-
delen of agressieve schoonmaakmiddelen.
- Spuit niet met water rechtstreeks op de eenheid.
2. REINIGING VAN HET CONDENSVERZAMELVAATJE
Reinig het condensverzamelvaatje regelmatig (2-3 weken) om te
voorkomen dat er schimmels en bacteriën worden gevormd. Ge-
bruik hiervoor water en niet-agressieve schoonmaakmiddelen.
3. REINIGING VAN DE FILTERS
Stolter
- Voor een goed rendement van de ontvochtiger is de reiniging van
het lter essentieel (uit te voeren minstens om de 30 dagen).
- Verwijder het achterste rooster door het onderste gedeelte op te
tillen en vervolgens naar beneden te laten glijden (a. E).
- Verwijder het lter van het rooster en maak het schoon met een
stofzuiger of was het met lauw water en een neutraal schoon-
maakmiddel.
- Goed laten drogen (niet blootstellen aan de zon).
- Plaats het lter samen met het rooster terug op zijn plaats.
HEPA lter: High Eciency Particulate Air
(Bij de ontvochtiger geleverd, maar niet geïnstalleerd tijdens levering)
Reinigt de lucht door de hoeveelheid stof, bacteriën en allergenen
die in de omgeving aanwezig zijn aanzienlijk te doen afnemen.
- Vervang het lter na 12 maanden gebruik.
4. ONDERHOUD EINDE SEIZOEN
1. Verwijder het condenswater dat eventueel in het vaatje aanwezig
is.
2. Reinig de eenheid, het condensverzamelvaatje en het stolter.
3. Dek de eenheid af om afzetting van stof te voorkomen.
4. Installeer de ontvochtiger op een droge en goed verluchte plaats.
SUGGESTIES VOOR DE PLAATSING
40 cm
30 cm
30 cm
30 cm
30 cm
a. D
a. E
We raden aan om de afstanden, zoals in a. D weergegeven, in acht
te nemen om een goede werking van de ontvochtiger te garande-
ren.
Plaats de ontvochtiger op een stabiel, glad en horizontaal oppervlak.
Het apparaat kan worden vervoerd op de wieltjes. Voorafgaand aan
een transport moet de voeding van het apparaat weggenomen en
het condensverzamelvaatje geleegd worden.