Operation Manual

Het systeem is ingeschakeld.
Begin met deze tekst op het display.
De coderegel is de onderste regel.
De LED van het gebied dat u wilt
uitschakelen is rood.
Voer uw PIN-code in
Druk op OFF
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de
programmering van uw PIN-code:
PIN-code is niet geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
Alle geprogrammeerde ingeschakelde gebieden
worden automatisch uitgeschakeld.
PIN-code is geprogrammeerd voor het
weergeven van gebieden
U kunt kiezen uit een van de volgende vier
opties:
1. Meer gebieden tonen – hiermee kunt u het
volgende uitgeschakelde gebied in de lijst
tonen. Selecteer het gebied dat u wilt
uitschakelen (zie optie 3) of druk weer op NEXT.
Wanneer u klaar bent, drukt u op ENTER.
2. Alle gebieden uitschakelen – hiermee kunt u
alle gebieden tegelijk uitschakelen. Druk op 0 en
vervolgens op ENTER.
3. Afzonderlijke gebieden uitschakelen
hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor
een uitschakelen. Voer het nummer van een
gebied in en druk op ENTER voor elk gebied dat
u wilt uitschakelen. Wanneer u klaar bent, drukt
u weer op ENTER.
4. Exit – hiermee kunt u de uitschakelfunctie
verlaten. Druk op CLEAR. De gebieden blijven
ingeschakeld.
Wanneer een gebied is uitgeschakeld, gaat de
bijbehorende LED uit.
HH
HH
H
ETET
ETET
ET
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEMSYSTEEM
SYSTEEM
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELENUITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Wanneer uitschakelen:
Als u een gebied wilt betreden dat is ingeschakeld,
dient u het beveiligingssysteem eerst uit te
schakelen, anders zou er een alarm optreden. U
kunt aan de bijbehorende rode LED op het
bedieningspaneel zien of een gebied is ingeschakeld.
De tijdslimiet bij uitschakeling:
Indien het systeem is ingeschakeld, hebt u een
vooraf ingestelde tijd om het gebied uit te schakelen
zonder een alarm te veroorzaken. De beheerder
van het systeem kan u meedelen hoe groot deze
tijdslimiet is.
Normaal gesproken hoort u een pieptoon wanneer
u naar binnen gaat.
Uitschakelen bij een opgetreden alarm:
Als er een alarmconditie is terwijl u het systeem
uitschakelt, wordt het alarm uitgezet. U dient dan
de oorzaak van het alarm na te gaan en deze te
verhelpen.
Gebruik de functie “Recente alarmen weergave” voor
het verkrijgen van een lijst van alle alarmen die
recent zijn opgetreden (zie pagina 20).
Wanneer u niet kunt uitschakelen:
U bent misschien niet geautoriseerd voor het
uitschakelen van specifieke gebieden binnen het
terrein. Zie de voorgaande sectie “Wanneer u niet
kunt in- of uitschakelen” op pagina 8 voor meer
informatie.
10 ATS Gebruikershandleiding