ADVISOR CD3401 Manager Handleiding Software versie: vanaf V6.
COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen in een opslagsysteem of doorgegeven in welke vorm of op welke manier ook - elektronisch, fotokopiëren, opnames of andere - zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van SLC BV. GARANTIEBEPERKINGEN SLC BV biedt geen enkele garantie met betrekking tot de inhoud van onderhavig document, meer bepaald wat betreft de verkoopbaarheid of geschiktheid voor bepaalde toepassingen.
INHOUDSOPGAVE GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE BEDIENDELEN .......................................................................................................... 7 Het CD3008, CD3009, CD3048 en CD3049 bediendeel...................................................................... 7 Het display ............................................................................................................................................ 8 De LEDS ...................................................................
Pagina 4 Managerhandleiding voor de CD3401
INLEIDING Dank u voor uw keuze van een ARITECH beveiligingssysteem. Wanneer u dit systeem zorgvuldig onderhoudt, dan zal het voor lange tijd betrouwbaar functioneren. Deze handleiding is bedoeld voor de gebruikers van de ARITECH CD34 serie. De opzet van deze handleiding is zodanig, dat de gebruikers alle gangbare handelingen kunnen terugvinden. De CD34 is een inbraak signaleringssystemen die met behulp van aangesloten detectors, een inbraak(poging) kan detecteren en als actie een alarm zal genereren.
Uw systeem is geprogrammeerd met één of twee verschillende inlooptijden en één uitlooptijd. Deze tijden laten u toe het gebouw te betreden of te verlaten via verschillende trajecten zonder een alarm te activeren. Ga na welke trajecten u kunt volgen om het gebouw te betreden of te verlaten.
GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE BEDIENDELEN Het CD3008, CD3009, CD3048 en CD3049 bediendeel DE TOETSEN Toets 0 t/m 9 Deze toetsen gebruikt u om uw kode in te voeren. Begin altijd met de nul (0) en geef vervolgens uw kode in. Nadat u de kode heeft ingevoerd, kunt u alleen die handelingen uitvoeren die aan de kode zijn toegekend. De mogelijkheden die een kode heeft kunnen door de installateur en de hoofdgebruiker worden aangepast.
Het display Het display is de schakel tussen u en het beveiligingssysteem. In het display verschijnen teksten in de Nederlandse taal. De teksten in het display worden gebruikt om aan te geven waar en wanneer storingen of alarmen hebben plaatsgevonden. De tekst in het display kan ook een keuzelijst tonen, waaruit u een keuze kunt maken. Voorbeelden van teksten die kunnen verschijnen zijn: Ma 04 Mrt 19:07 Het systeem toont steeds datum en tijd onafhankelijk of de beveiliging is ingeschakeld of niet.
SCHEMATISCH OVERZICHT VAN DE KEUZELIJSTEN De volgende keuzelijst geeft u een overzicht van alle mogelijkheden in de CD34. Hieronder heeft u een overzicht van de toetsen die u dient in te drukken om aan de gewenste optie te komen. De symbolen die gebruikt worden zijn de volgende: ! Ja-toets X Nee-toets ↓ ↑ Vooruit Terug Keuzelijst voor de CD34 Er zijn zes mogelijke menu opties. Afhankelijk van de programmering door de installateur zult u met uw kode niet tot alle opties toegang krijgen.
Pagina 10 Managerhandleiding voor de CD3401
Managerhandleiding voor de CD3401 Pagina 11
Pagina 12 Managerhandleiding voor de CD3401
GEBRUIK VAN HET SYSTEEM In dit hoofdstuk leggen we uit hoe een systeem wordt in- en uitgeschakeld in een gebouw. Afhankelijk van de programmering, is het niet noodzakelijk alle stappen te volgen in de instructies. In veel gevallen is het drukken van de Ja-toets overbodig. Wanner 10 maal achtereenvolgens een verkeerde kode wordt ingevoerd, dan zal het systeem blokkeren voor 90 seconden. Gedurende deze tijd heeft u geen toegang tot het systeem.
Inschakelen van een systeem als Basisgebruiker Alvorens het systeem in te schakelen moeten alle zones in rust zijn. Is er een zone in het gebouw ‘open’, dit kunnen deuren of ramen zijn, dan kunt u het systeem niet inschakelen. In het display verschijnt de tekst ‘Open Zones’ samen met de zones welke open zijn. Vervolgens moet u deze deuren of ramen sluiten. 1. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display (zie voorbeeld). 2. Voer de ‘0’ in gevolgd door uw kode.
Inschakelen van een systeem als standaard gebruiker Alvorens het systeem in te schakelen moeten alle zones in rust zijn. Is er een zone in het gebouw ‘open’, dit kunnen deuren of ramen zijn, dan kunt u het systeem niet inschakelen. In het display verschijnt de tekst ‘Open Zones’ samen met de zones welke open zijn. Vervolgens moet u deze deuren of ramen sluiten. 1. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display (zie voorbeeld). 2. Voer de ‘0’ in gevolgd door uw kode.
Inschakelen van een systeem als extra of hoofdgebruiker Alvorens het systeem in te schakelen moeten alle zones in rust zijn. Is er een zone in het gebouw ‘open’, dit kunnen deuren of ramen zijn, dan kunt u het systeem niet inschakelen. In het display verschijnt de tekst ‘Open Zones’ samen met de zones welke open zijn. Vervolgens moet u deze deuren of ramen sluiten. 1. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display (zie het voorbeeld). 2.
Direct Inschakelen van een systeem als extra of hoofdgebruiker (zonder gebruik te maken van de uitlooptijd) Direct inschakelen betekent inschakelen zonder gebruik te maken van de uitlooptijd. Wilt u dus gebruik maken van de directe inschakeling, dan mag u zich niet in het beveiligde gebied bevinden. 1. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display (zie het voorbeeld). 2. Voer de ‘0’ in gevolgd door uw kode.
Gedeeltelijk Inschakelen van een systeem (als extra of hoofdgebruiker, met en zonder uitlooptijd) Gedeeltelijk inschakelen betekent inschakelen met automatische overbrugging van een aantal zones. Deze automatisch overbrugde zones zijn vooraf geprogrammeerd door de installateur. Dit gebruikt men bijvoorbeeld om de benedenverdieping in te schakelen wanneer men gaat slapen. Op de bovenverdieping is dan bijvoorbeeld de detector automatisch overbrugd. 1. Ga naar het bediendeel.
Inschakelen via de sleutelschakelaar (volledig of gedeeltelijk inschakelen) Een sleutelschakelaar is een mechanische schakelaar, waarmee men het systeem kan in- en uitschakelen. Men hoeft geen gebruik te maken van kodes. Bij een alarm of een storing verschijnt de informatie direct op het display. 1. 2. Ga naar de sleutelschakelaar. Controleer of de led “Systeem OK” aan is. Als deze led uit is, kijk dan naar het bediendeel of er een storing is.
Inschakelen met open zones als standaardgebruiker Het kan voorkomen dat tijdens het inschakelen de melding ‘Open Zone(s)’ verschijnt, met daarbij een lijst van zones die nog niet gesloten zijn. Het kan echter gebeuren dat men een open zone niet kan sluiten door bijvoorbeeld een magneetkontakt die niet goed meer functioneert. U kunt deze zones overbruggen. Gebruik de mogelijkheid tot overbruggen alleen in uiterste noodzaak, omdat hierdoor een zwakke schakel in uw beveiligingssysteem ontstaat.
Inschakelen met open zones als extra of hoofdgebruiker Het kan voorkomen dat tijdens het inschakelen de tekst ‘Open Zone(s)’ verschijnt, met daarbij een lijst van zones die nog niet gesloten zijn. Probeer eerst deze zones te sluiten. Is dit niet mogelijk, dan kunt u deze zones tijdens de inschakeling overbruggen. 1. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display. Ma 04 Mrt 19:07 2. Voer de ‘0’ in gevolgd door uw kode.
Het overbruggen van zones voor het inschakelen (als extra of hoofdgebruiker) Het kan voorkomen dat tijdens het inschakelen de melding ‘Open Zone(s)’ verschijnt, met daarbij een lijst van zones die nog niet gesloten zijn. Probeer eerst deze zones te sluiten. Is dit niet mogelijk, dan kunt u deze zones overbruggen. Hier wordt getoond hoe u de zones als extra of hoofdgebruiker voor de inschakeling kunt overbruggen.
Na ‘Zones Overbrugd’ verschijnen alle zones die overbrugd zijn. Wilt u nog andere zones overbruggen, kies deze door invoeren van het zonenummer. Bent u klaar, druk dan de Nee-toets in en het systeem zal nu de keuzelijst verlaten. Zones Overbrugd Wilt u de overbrugging ongedaan maken, voer dan nogmaals de zone in. Er verschijnt ‘Uit Overbrug..’ gevolgd door de naam van de zone en opnieuw de lijst van overbrugde zones. Verschijnt er ‘Niets Overbrugd’, dan is er geen zone meer overbrugd. 7.
Geforceerd inschakelen (standaard gebruiker) Bij een geforceerde inschakeling worden open zones tijdens de inschakeling automatisch overbrugd. Doordat vooraf niet vastgelegd is welke zones overbrugd worden, dient deze optie slechts in uiterste noodzaak te worden gebruikt. Als standaard gebruiker kunt u de geforceerde inschakeling toepassen tijdens het inschakelen, mits deze optie is vrijgegeven door de installateur.
Geforceerd inschakelen vanuit het menu (extra en hoofdgebruiker) Bij een geforceerde inschakeling worden open zones tijdens de inschakeling automatisch overbrugd. Doordat vooraf niet is vastgelegd welke zones overbrugd worden, dient deze optie slechts in uiterste noodzaak te worden gebruikt. Geforceerd inschakelen is alleen mogelijk als deze optie is vrijgegeven. Zones welke niet via het menu ‘Overbrug’ te overbruggen zijn, zijn ook nu niet te overbruggen en zullen de inschakeling blokkeren.
Uitschakelen van een systeem als basis- of standaardgebruiker Is het systeem eenmaal ingeschakeld en komt men het pand binnen, dan begint de pieper te piepen met een onderbroken pieptoon om zo aan te geven dat de inlooptijd gestart is. Zolang deze pieptoon klinkt, mag u niet in andere gedeeltes van het systeem gaan. Zodra u dit wel doet, zal er een alarm ontstaan. Tijdens deze inlooptijd kunt u het systeem uitschakelen met uw kode. 1. 2.
Uitschakelen van een systeem als extra of hoofdgebruiker Is het systeem eenmaal ingeschakeld en komt men het pand binnen, dan begint de pieper te piepen met een onderbroken pieptoon om zo aan te geven dat de inlooptijd gestart is. Zolang deze pieptoon klinkt, mag u niet in andere gedeeltes van het systeem gaan. Zodra u dit wel doet, zal er een alarm ontstaan. Tijdens deze inlooptijd kunt u het systeem uitschakelen met uw kode. 1. 2.
Uitschakelen na een alarm als basis- of standaardgebruiker Als er een alarm ontstaat in het systeem, dan zullen de sirene en de flitslamp geactiveerd worden en de doormelding wordt gestart. Uiteraard alleen indien uw systeem van deze opties voorzien is. Komt u na een alarm het pand binnen, dan kan de sirene al stil zijn omdat de sirene zo geprogrammeerd is. Op deze wijze kunnen er meerdere alarmen op de sirene worden weergegeven. 1. 2.
Uitschakelen na een alarm als extra- of hoofdgebruiker Als er een alarm ontstaat in het systeem, dan zullen de sirene en de flitslamp geactiveerd worden en de doormelding wordt gestart. Uiteraard alleen indien uw systeem van deze opties voorzien is. Komt u na een alarm het pand binnen, dan kan de sirene al stil zijn omdat de sirene zo geprogrammeerd is. Op deze wijze kunnen er meerdere alarmen op de sirene worden weergegeven. 1. 2.
Pagina 30 Managerhandleiding voor de CD3401
SPECIALE MOGELIJKHEDEN VAN DE CD34 SERIE ALLEEN VOOR DE EXTRA EN HOOFDGEBRUIKERS Managerhandleiding voor de CD3401 Pagina 31
Naar het menu Om gebruik te kunnen maken van deze speciale mogelijkheden, dient u allereerst uw kode in te voeren. Alle handelingen die vanaf hier worden besproken, zullen vanaf de tekst ‘Inschakelmenu’ starten. Ga naar het bediendeel. De huidige datum en tijd zijn aangeduid op het display. Ma 04 Mrt 19:07 Invoeren van uw kode Voer de ‘0’ in gevolgd door uw kode. Voor iedere toets die u invoert verschijnt een ‘*’ in het display. Met de ‘0’ is een foute invoer te herstellen.
(De)activeren van de deurbel (extra en hoofdgebruiker) Via de deurbel is het mogelijk om een signaal te verkrijgen wanneer een bepaalde zone verstoord wordt. De zone waarop de deurbel zal reageren is door uw installateur geprogrammeerd. Of alleen de zoemer of ook een sirene zal activeren, of de deurbel actief blijft of dat deze iedere keer opnieuw moet worden geactiveerd zijn allemaal opties die door uw installateur kunnen worden geprogrammeerd.
de zoemer/sirene testen (extra en hoofdgebruiker) Als hoofdgebruiker kunt u ook de werking van de sirene en de flitslamp controleren. Nadat de sirenetest door u gestart is, verschijnt de tekst ‘Sirenetest Bezig’ in het display. Als eerste wordt de zoemer enkele seconden aangestuurd, daarna de flitslamp en dan de sirene voor enkele seconden. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Deurbel/Sir. Test’. Ga met de toets ‘# Inschakel Menu 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 2.
Het installateursgeheugen uitlezen (hoofdgebruiker) U kunt als hoofdgebruiker het installateursgeheugen uitlezen. Dit geheugen bewaard alle gebeurtenissen (ook in- en uitschakelingen). De gebeurtenissen blijven bewaard, ook nadat het systeem is ingeschakeld. Er kunnen in totaal 150 gebeurtenissen worden bewaard. De werking is gelijk als voor het uitlezen van het alarmgeheugen. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Inst. geh/Tijd/Dag’.
9. Verlaat de keuzelijst met de Nee-toets. Toon Geheugen 1 2 3 4 5 7 7 8 9 X 0 10. Druk nogmaals de Nee-toets. Inst. geh/Tijd/Dag 1 2 3 4 5 7 7 8 9 X 0 11. Verlaat de keuzelijst door hier de Ja-toets te drukken Klaar ? 1 2 3 4 5 7 7 8 9 0 De huidige datum en tijd verschijnt automatisch.
Wijzigen van de tijd en de datum (hoofdgebruiker) Als hoofdgebruiker kunt u de tijd en de datum aanpassen. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Inst. geh/Tijd/Dag’. Ga met de toets ‘# Inschakel Menu 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 2. Druk op de Ja-toets als u bij de optie bent . Inst. geh/Tijd/Dag 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 3. De eerste keuze is het tonen van het installateursgeheugen. #’ naar ‘Tijd’. Ga met de toets ‘# Toon Geheugen 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 4.
10. Druk nogmaals de Nee-toets. Inst. geh/Tijd/Dag 1 2 3 4 5 7 7 8 9 X 0 11. Verlaat de keuzelijst door hier de Ja-toets te drukken Klaar ? 1 2 3 4 5 7 7 8 9 0 De huidige datum en tijd verschijnt automatisch.
Wijzigen van de eigen kode (extra en hoofdgebruiker) Voor de extra en de hoofdgebruikers, bestaat de mogelijkheid om hun eigen kode te wijzigen. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Wijzig kodes’. Ga met de toets ‘# Inschakel Menu 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 2. Druk op de Ja-toets als u bij de optie bent . Wijzig kodes 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 3. Druk nogmaals de Ja-toets om de kode te wijzigen. Wijzig eigen kode 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 4.
Wijzigen van alle kodes (hoofdgebruiker) De hoofdgebruiker kan niet alleen zijn eigen kode wijzigen, maar kan ook andere kodes aanmaken en er opties aan toekennen. Wat is niet toegestaan bij het programmeren van een kode Bij het programmeren van kode zijn de volgende punten van belang: - Een kode dient uit minimaal 4 en maximaal 6 cijfers te bestaan. - In een kode mag geen ‘0’ worden gebruikt. - Een kode mag niet twee keer voorkomen (inclusief de installateurskode en de dwangkode).
6. Kode 03 is nog niet in gebruik. Deze wordt nu aangemaakt. Toets daarvoor op de Ja-Toets. 03 Ongebruikt 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 7. Voer de kode in en sluit af met de Ja-toets. Zie het kader “Wat is niet toegestaan bij het programmeren van een kode” om te zien wat niet mag bij het programmeren van kodes. Nw. Kode 1 2 3 4 5 7 7 8 9 kode + ! 0 8. Voer ter controle deze nieuwe kode nog een keer in en sluit af met de Ja-toets. Herhaal 1 2 3 4 5 7 7 8 9 9.
Gebruiker opties toewijzen aan kodes (hoofdgebruiker) Alleen indien u alle kodes mag wijzigen en hoofdgebruiker bent (optie manager ‘Mg’) kunt u nieuwe opties aanmaken of wissen. Het is echter niet mogelijk om opties toe te voegen aan kodes welke u zelf niet bezit. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Wijzig kodes’. Ga met de toets ‘# Inschakel Menu 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 2. Druk op de Ja-toets als u bij de optie bent . Wijzig kodes 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 3.
Nu knippert ‘Ok’. De optie ‘Mg’ is verwijderd en kode 03 heeft de opties van een extra gebruiker. 3 ObGiUsVi Ok #' toets tot u Om meerdere opties te wijzigen drukt op de ‘# aan de gewenste optie bent, en druk vervolgens op de Jatoets. 10. Druk op de Ja-toets. 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 11. Druk op de Nee-toets om deze keuzelijst te verlaten. 3 ObGiUsVi 1 2 3 4 5 7 7 8 9 X 0 12. Druk nogmaals de Nee-toets. Gebruiker Opties 1 2 3 4 5 7 7 8 9 X 0 13.
Het aanmaken van een tijdelijke kode (hoofdgebruiker) Enkel kode 08 kan gebruikt worden als een tijdelijke kode.Men noemt dit de kodeteller. Het aantal keren dat gebruikerskode 8 te gebruiken is kan hier ingesteld worden. Wanneer deze op '99' staat is kode 8 niet afhankelijk van de kodeteller en zal dan altijd werken. Vult men hier een '0' in, dan werkt kode 8 helemaal niet. Let wel op als u gebruik maakt van deze kodeteller, dat kode 08 niet de opties ‘Mg’ bezit.
8. Verlaat de keuzelijst door hier de Ja-toets te drukken Klaar ? 1 2 3 4 5 7 7 8 9 0 De huidige datum en tijd verschijnt automatisch.
Het alarmgeheugen uitlezen (extra en hoofdgebruiker) Het alarmgeheugen is een tijdelijk geheugen met een capaciteit van 15 gebeurtenissen. De gebeurtenissen blijven bewaard totdat het systeem opnieuw is ingeschakeld. 1. Dit is het eerste keuzemenu. #‘ naar ‘Alarmgeheugen’. Ga met de toets ‘# Inschakel Menu 1 2 3 4 5 7 7 8 9 # 0 2. Druk op de Ja-toets als u bij de optie bent . Alarmgeheugen 1 2 3 4 5 7 7 8 9 ! 0 3. De eerste gebeurtenis is een inbraakalarm. #'.
UP EN DOWNLOAD IN DE CD34 De CD3401 kent de mogelijkheid om de installatie op afstand door de installateur te laten controleren, te wijzigen of te programmeren. Upload en download is hierdoor een handig en snel hulpmiddel om eenvoudig problemen te ontdekken en op te lossen. De wijze waarop een verbinding kan worden opgebouwd zijn: 1 . Door naar het alarmsysteem te bellen. De installateur belt naar uw alarmsysteem. De kiezer zal dan opnemen en controleren of de verbinding opgebouwd mag worden.
Pagina 48 Managerhandleiding voor de CD3401
VERKLARENDE WOORDENLIJST Hieronder volgt een woordenlijst, waarin veel voorkomende termen worden verklaard. Accu De accu is een noodstroomvoorziening. Deze kan het paneel tijdens een uitval van de 220/230V gedurende bepaalde tijd in werking houden. Alarmgeheugen Het alarmgeheugen bevat alle alarmen en storingen tussen twee inschakelingen. Dit is een tijdelijk geheugen dat na iedere inschakeling wordt gewist. Alle gebeurtenissen in het geheugen zijn voorzien van tijd en datum.
1. De sirene en de flitslamp stoppen. 2. De kiezer een herstelmelding geven naar de meldkamer. 3. In het display een tekst verschijnen die aangeeft wanneer en waar het alarm heeft plaatsgevonden. Ingeschakeld Het systeem is AAN. Het betreden van zones zal het alarmsysteem in alarm brengen. Inlooproute De route die u moet volgen om bij binnenkomst in het beveiligde gebied, bij het bedienpunt te komen, om zo het alarmsysteem uit te kunnen schakelen. Is meestal gelijk aan de uitlooproute.
Uitlooproute De route die u moet volgen om vanuit de plaats van inschakeling het beveiligde gebied te verlaten. Deze is meestal gelijk aan de inlooproute. Up/download Een hulpmiddel waardoor de installateur bij problemen of storingen op afstand uw systeem kan controleren of wijzigen. Up/downloadkode De kode die u in kunt voeren om up/download te starten. Uw installateur zal u vragen deze in te voeren, zodat een up/download verbinding kan worden opgebouwd.
Pagina 52 Managerhandleiding voor de CD3401
SYSTEEMMELDINGEN In de geheugens van de ADVISOR panelen, zal informatie worden bewaard over alarmen en storingen van het systeem. In totaal kunnen er in de CD34 serie 150 gebeurtenissen bewaard blijven. In het geheugen bestaat een bericht/melding uit twee of drie delen. Als eerste ziet men een volgnummer gevolgd door een omschrijving van de gebeurtenis, bijvoorbeeld ‘#001 Inst. Aanw.’. Toetst men nu de ‘0’, dan volgt in dit geval een nadere omschrijving, zoals de zonenaam of de gebruikersnaam.
Tekst Extra Omschrijving GeenMel Systeem In/Uitl zone De kiezer heeft het aantal pogingen bereikt waarna deze melding dient te worden gegeven. Afhankelijk van de instelling kan het voorkomen dat de kiezer nog meer pogingen doet en zo zijn melding toch kan doorgeven. Er is een inbraakalarm geweest in deze in/uitloopzone. Inbraak zone Er is een inbraakalarm geweest in deze zone. Ins.tst Installateur De Installateur heeft een looptest uitgevoerd. Inst.
Tekst Extra Omschrijving De zone is niet of als fout getest tijdens de looptest. TstFout zone U/D Begin -- Up/download gestart. U/D Einde -- Up/download beëindigd. Uit Ob zone UitlpFt 000 UitlpFt Gebruiker UitlpFt zone Wijz.Dat Gebruiker Van deze zone is de overbrugging verwijderd, In het volgende display wordt aangegeven wie de zone uit overbrugging heeft gehaald. Staat hier ‘Up/Download’, dan is dit met behulp van up/download gedaan.
Overige teksten die het in systeem kunnen voorkomen. Tekst **** V6.00 Bel Installateur EEPROM xxx Omschrijving Het bediendeel is niet geïnstalleerd. Er is een installateursreset nodig. De klant kan niet inschakelen totdat deze heeft plaatsgevonden. Er is een fout in de gegevens van het paneel. xxx is een getal dat aangeeft welke gedeeltes van de programmering een probleem bezitten.
LOGBOEK Het logboek dient ALTIJD te worden ingevuld, als er een gebeurtenis plaatsvind anders dan in- of uitschakelen. Voorbeelden zijn alarmen, storingen of het overbruggen van zones. Vul onder DATUM de datum van de gebeurtenis in. Vul onder NAAM de naam van die persoon in, die de gebeurtenis ontdekt of uitgevoerd heeft. Vul onder GEBEURTENIS/OORZAAK een korte beschrijving in van de gebeurtenis en, indien bekend, de oorzaak van de gebeurtenis.
Pagina 58 Managerhandleiding voor de CD3401
Managerhandleiding voor de CD3401 Pagina 59
Pagina 60 Managerhandleiding voor de CD3401