Operation Manual

Managerhandleiding voor de CD3401 Pagina 49
V
ERKLARENDE WOORDENLIJST
Hieronder volgt een woordenlijst, waarin veel voorkomende termen worden verklaard.
Accu
De accu is een noodstroomvoorziening. Deze kan het paneel tijdens een uitval
van de 220/230V gedurende bepaalde tijd in werking houden.
Alarmgeheugen
Het alarmgeheugen bevat alle alarmen en storingen tussen twee inschakelingen.
Dit is een tijdelijk geheugen dat na iedere inschakeling wordt gewist. Alle
gebeurtenissen in het geheugen zijn voorzien van tijd en datum.
Alarmsysteem
Het alarmsysteem is het complete elektronische deel van uw beveiliging.
Basisgebruiker
De basisgebruiker is een dagelijkse gebruiker welke het systeem alleen zal in- en
uitschakelen.
Bediendeel
Het bediendeel bestaat uit een toetsenbord en een display. Alle bedieningen en
programmeringen vinden zich via het bediendeel plaats.
Beveiligde gebied
Het beveiligde gebied bestaat uit alle zones in een systeem die een alarm kunnen
veroorzaken.
Detector
Een detector is een apparaat dat, afhankelijk van het natuurkundige principe, een
alarm kan genereren. Voorbeelden zijn de passief infrarood detector, de
trildetector of de ultrasoon detector.
Display
Het display is een venster in het bediendeel waarin tekst verschijnt. Dit is de
schakel tussen u en het alarmsysteem.
Dubbeldetector
Een detector waarbij een alarm ontstaat, als aan twee natuurkundige principes
wordt voldaan. Meestal wordt een combinatie gemaakt van passief infrarood met
ultrasoon of passief infrarood met radar.
Dwang
Een uitschakeling onder dwang heeft een nog hogere prioriteit dan een overval,
daar het hierbij gaat om een uitschakeling van het alarmsysteem, waarbij de
gebruiker bedreigd wordt.
Extra gebruiker
Een extra gebruiker staat tussen een standaard gebruiker en de hoofdgebruiker.
Deze gebruiker kan behalve in- en uitschakelen, ook nog overbruggen of
gedeeltelijk inschakelen en het wijzigen van de eigen kode.
Gebruiker
Een gebruiker is iemand die met behulp van een kode of een sleutel, het
alarmsysteem kan bedienen.
Gedeeltelijk
inschakelen
Bij een gedeeltelijke inschakeling zullen een aantal zones automatisch worden
overbrugd tijdens de inschakeling. Deze zones worden vooraf geprogrammeerd
door de installateur. Gedeeltelijke inschakeling wordt bijvoorbeeld gebruikt
wanneer ‘s nachts de benedenverdieping ingeschakeld wordt, maar de
bovenverdieping niet.
Glasbreukdetector
Een glasbreukdetector is een detector waarbij de natuurkundige werking is
gebaseerd op het geluid van brekend glas.
Hoofdgebruiker
Een hoofdgebruiker is een gebruiker die extra mogelijkheden bezit en
verantwoordelijk is voor de bediening van het systeem. Wordt ook wel de
systeembeheerder of de manager genoemd.
Inbraak
Een inbraakalarm is een teken dat er een onbevoegd persoon in het beveiligde
gebied is geweest. Tijdens een alarm zal:
1. De sirene en/of de flitslamp activeren
2. Een aangesloten kiezer een alarmmelding naar de meldkamer geven.
Als het alarm wordt uitgeschakeld zal: