Installation Instructions

154 CS-175-275-575-875 Installatiehandleiding
VERKLARENDE WOORDENLIJST
24 uur-zone
Deze zone blijft de hele tijd ingeschakeld, tenzij gehinderd door een
geforceerde inschakeling. Deze zone rapporteert als een normale
inbraakzone wanneer deze is ingeschakeld.
“A”/”B” Alarm Rapportering
Als een zone geprogrammeerd is als een A-zone, wordt een alarm gemeld
als een zone wordt geactiveerd.
Als een zone geprogrammeerd is als een B-zone, moet een tweede
activering plaatsvinden binnen een vooraf ingestelde tijd.
Brand-, medische- en aanvalzones worden altijd behandeld als A-zone.
(Zie Adressen 52, 127-206)
Afstandsbediening Keyfob
Afstandsbediening welke het systeem in- en uitschakelt.
Alarmmeldcentrale
Dit is de centrale die wordt opgebeld wanneer een alarm plaatsvindt. Wordt
ook wel eens alarmontvangercentrale of particuliere alarmmeldcentrale
genoemd.
Alarmoverbruginsteller
Deze functie schakelt een zone uit die te vaak alarmmeldingen maakt.
Hierdoor wordt het aantal valse meldingen aan de alarmmeldcentrale
gereduceerd die te wijten zijn aan een defecte of slecht geplaatste
detector.
De alarmoverbruginsteller stelt het maximum aantal activeringen in van
een zone binnen een bepaald aantal uur. Het aantal uren wordt ingesteld
in de waarde Reset na een uur. Hierdoor wordt zowel het aantal uur
ingesteld dat de overbruggingsteller zijn waarde behoudt, en het aantal
uren van niet-activering voor de zone zijn normale toestand weer
aanneemt. Een instelling op 0 betekent dat de zone nooit automatisch zal
worden hersteld.
BA (brandalarm)
Brandalarm. Wordt geactiveerd zelfs als het systeem is uitgeschakeld. Na
activering moet de gebruiker de branddetector herstellen vóór het systeem
opnieuw kan worden ingeschakeld.
Binair gecodeerde decimaal
Een methode om nummers te berekenen en weer te geven.
Branddetector reset
Na elke activering moet de branddetector worden hersteld voor hij weer
werkt. Het systeem kan na een brandalarm pas opnieuw worden
ingeschakeld nadat de branddetector werd hersteld.
Code
Een reeks van 4 tot 6 nummers waarmee men toegang kan krijgen tot het
systeem.
Configuratie
De opstelling van de hardware en software van het beveiligingssysteem
voor een bepaalde installatie.
Deurbel
Een akoestisch signaal om aan te geven dat een deur werd geopend.
Display
Het afleesvenster op het bediendeel.
Dubbel open
Tijdsduur gedurende dewelke de dubbelpulszone open blijft na de eerste
event. Als een tweede event plaatsvindt binnen de ingestelde tijdlimiet,
wordt een alarm gegenereerd.
Dubbellus
Elk zonetype kan individueel worden geconfigureerd en geïnstalleerd als
een enkele lus of dubbellus. Dubbellusingangen verschaffen een betere
sabotagedetectie.
Dubbelpuls
Zone die enkel een alarm genereert wanneer ze twee keer wordt geopend
binnen een geprogrammeerde tijdspanne.
Dwangcode
Een code die het systeem uitschakelt maar die een alarmbericht verzendt
wanneer een geforceerde uitschakeling plaatsvindt.
Eindinstelschakelaar
Laat de gebruiker toe het controlepaneel zo te programmeren dat het
systeem wordt ingeschakeld zodra het controlepaneel detecteert dat de
deur waarlangs het pand wordt verlaten dicht is.