Installation Instructions
156 CS-175-275-575-875 Installatiehandleiding
Seriële-interfacemodule
Module die het controlepaneel voorziet van een seriële poort. Op deze
poort kan een pc worden aangesloten.
Sleutelschakelaar Codering
Een mechanisch apparaat waarmee het systeem kan worden in- of
uitgeschakeld zonder een code te moeten invoeren.
De codering wordt normaal buiten de beveiligde ruimten geplaatst om het
systeem in of uit te schakelen. Een codering moet een éénpolige (twee
statussen) schakelaar zijn, die is verbonden met een zone.
Snel gedeeltelijk inschakelen
Idem als gedeeltelijke inschakeling, maar zonder uitlooptijd.
Snel geforceerd inschakelen
Idem als geforceerde inschakeling, maar zonder uitlooptijd.
Snel inschakelen
Schakelt het systeem in zonder uitlooptijd.
Spraakmodule
Met deze optionele module kunnen spraakberichten worden verzonden
naar de alarmmeldcentrale.
Toegangszone
Dit is vergelijkbaar met een inbraakzone, behalve dat activeringen op deze
zones worden genegeerd tijdens de inloop- en uitlooptijd.
Type brandzone
Als deze zone wordt geactiveerd, wordt een brandalarm gegenereerd
ongeacht het feit of het controlepaneel is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Een brandzone is nooit uitgeschakeld, enkel ingeschakeld of overbrugd.
Type coderingzone
Een coderingzone wordt gebruikt om het controlepaneel in en uit te
schakelen.
Bij activering van de codering wordt het controlepaneel onmiddellijk
ingeschakeld als het controlepaneel is uitgeschakeld. Er is dus geen
uitlooptijd.
Type inbraakzone
Deze zone is ingeschakeld als het systeem is ingeschakeld. Deze zone
kan worden uitgesloten door een geforceerde inschakeling.
Type lus
Elk zonetype kan worden geconfigureerd als een enkele lus of dubbellus.
Dubbellusingangen verschaffen een betere sabotagedetectie, maar de
installatie ervan is iets ingewikkelder.
Type uit-/inloopzone
Wordt gebruikt als het bediendeel of de codering zich bevindt in de
alarmzone. Terwijl het controlepaneel een uit-/inloopzone inschakelt,
worden activeringen genegeerd tijdens de uitlooptijd om de gebruiker de
kans te geven de ingeschakelde zone te verlaten. Als het controlepaneel is
ingeschakeld, wordt bij een activering van een uit-/inloopzone een
inlooptimer gestart om de gebruiker de kans te geven het systeem uit te
schakelen.
Uitgeschakeld
Het beveiligingssysteem is gedeactiveerd.
Uitgesloten zone
Zone die onbeveiligd blijft wanneer het systeem wordt ingeschakeld.
Uitgesloten zones
Zones die open blijven wanneer de rest van het systeem is ingeschakeld.
Deze zones kunnen worden betreden zonder dat een alarm wordt
gegenereerd.
Uitlooproute
De weg die wordt gevolgd om de beveiligde zone te verlaten nadat het
systeem werd ingeschakeld.
Uitlooptijd
De tijdslimiet die men heeft na inschakeling van het beveiligingssysteem
om het gebouw te verlaten vóór een alarm wordt gemeld.
Zekering
Zekering die niet doorbrandt, maar die over het algemeen automatisch
weer in zijn normale toestand komt, 1 minuut nadat de fout werd
verwijderd.
Zoemer
Een lokale vibrerende communicatie-uitgang die slechts weinig decibels
produceert en zich bevindt in het bediendeel.
Zone
Een ruimte die wordt bewaakt door één of meer detectie-apparaten.