Installation Instructions

CS-175-275-575-875 Installatiehandleiding 39
3. Geef het 2-cijfer Gebruikersnummer in. Bijvoorbeeld, 03 is gebruiker 3. De LCD
vraagt de autorisaties in te voeren volgens onderstaande tabel.
m Schakelt een optie uit. n Schakelt een optie aan.
Autorisaties
Gebruikte Uitgang?
Code activeert Uitgang 4?
Code activeert Uitgang 3?
Code activeert Uitgang 2?
Code activeert Uitgang 1?
Open/Gesloten Rapport?
Code zal in-/uitschakelrapporten te
versturen.
Overbruggen mogelijk?
Code kan zones te overbruggen. (zie Adres
23)
In-/Uitschakelen?
Code kan systeem in en uitschakelen
Hoofdcode?
Code is een Hoofgebruiker code
Tijdstip inschakelen?
Code die alleen kan gebruikt worden na
sluitingstijd.
Alleen inschakelen?
Code die alleen kan inschakelen.
"
Indien er codes worden geprogrammeerd t.b.v. het activeren van een uitgang, dient
deze uitgang ook geconfigureerd te worden als event “code ingave”.
4. Druk op
.
"
Als op de vraag (
Gebruikte Uitgang?
)
1
wordt geantwoord, zal u de opties
Uitgang 4
,
Uitgang 3, Uitgang 2 en Uitgang 1 krijgen. Druk op
om verder te gaan zonder deze
opties te wijzigen.
5. Dit brengt u naar het onderdeel gebied actief. Dit laat het systeem weten welke
gebieden deze gebruiker kan in-/uitschakelen. Om één van deze nummers te
wijzigen, druk op 1-4 om toegang te verlenen of te weigeren aan de gebruiker.
6. De LCD display toont alle gebieden tot welke deze gebruiker toegang heeft.
7. Indien u een gebied wenst te verwijderen, druk op het gebiednummer op het
bediendeel, en de display zal aantonen dat men tot het gebied aangeduid met een
streepje (-) geen toegang heeft.
8. Druk op om te bevestigen. De LCD display zal vragen de volgende
gebruikerscode in te geven.
9. Indien nog een andere gebruikerscode dient te worden geprogrammeerd, keer terug
naar stap 3. U kan deze programmeermode ook verlaten door # in te drukken.