CS175-275-575-875 Installatie en Programmeer Handleiding Document versie 2.
98/482/EC verklaring (Geldig voor CE gemerkte producten) Dit product is goedgekeurd in overeenstemming met Raadsbesluit 98/482/EC voor Pan-Europese enkelvoudige verbinding met het openbaar telefoonnetwerk (PSTN), Echter, gezien de verschillen tussen de individuele PSTNs in verschillende landen aanwezig, zal deze goedkeuring geen, uit zichzelf, onconditionele garantie van een succesvolle operatie op elk PSTN netwerk uitgang. In geval van problemen, contacteer de installateur in eerste instantie.
INHOUD Introductie van de CS 175-275-575-875 ..........................................................................................................4 Standaard codes...............................................................................................................................................6 Standaard landcodes .......................................................................................................................................6 Richtlijnen voor de installatie...........
Programmeren via het LCD bediendeel............................................................................................50 Een adres programmeren .................................................................................................................50 Een adres verlaten ............................................................................................................................51 De programmeermode verlaten .....................................................................
LED Indicaties .................................................................................................................................116 De CS-586 programmeren ..............................................................................................................116 Controlepanel - Programmeerbladen .........................................................................................................118 Standaardwaarden voor Nederland ....................................................
INTRODUCTIE VAN DE CS 175-275-575-875 Het CS-175-275-575-875 gamma vertegenwoordigt een totaal nieuwe aanpak op gebied van beveiligingssystemen. Het is flexibel, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk. Het ontwerp maakt een volledig geprogrammeerd systeem mogelijk in één metalen of kunststof behuizing. Een logische oplossing voor het implementeren en ontwerpen van modulaire systemen. Drie verschillende controlepanelen zijn beschikbaar: CS-175, CS-275, CS-575 en CS875.
De CS-175 centrale omvat: • Toegang tot maximaal 8 gebruikers • Standaard 4 vrij programmeerbare zones bedraad • Uitbreiding mogelijk tot 8 zones, draadloos. • Standaard 2 uitgangen; 2 open collector uitgangen. • Externe sirene-uitgang + brand herstel. • Geïntegreerde brand, toegang, controle en in-/uitgang modules • Franklin 4+2, SIA, 200 baud FSK en Contact ID rapporteringsprotocollen. • Uitbreidingsmogelijkheid met 1 module.
STANDAARD CODES notu bij gebruik van een 4-cijfer code Adres 53 bepaalt het aantal cijfers. Standaard installateurscode notumm bij gebruik van een 6-cijfer Adres 54 voor veranderen code. code nnoo bij gebruik van een 4-cijfer code Adres 53 bepaalt het aantal cijfers. Standaard hoofd gebruikerscode code Gebruikers moeten de gebruikerscode veranderen. notummmm Adres 30 voor veranderen code.
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE Deze installatiehandleiding behandelt de installatie en het programmeren van een CS875, CS-575, CS-275 en CS-175 met behulp van een LCD of LED bediendeel. U kunt het systeem ook programmeren via de PC door gebruik te maken van het upload/download software pakket dat draait op een Windows-besturingssysteem.
veroorzaken. Elk circuit aangesloten aan de relais op het PCB board, direct, via externe relais of via de bijkomende uitgangen (open/collector) op het PCB, moeten van het type SELV voltage zijn. 4. " • Gebruik een relais met een goede isolatie tussen de schakelcontacten en de spoel. • Plaats over de spoel van het relais een blusdiode (bijv. een 1N4001). • Als de relais wordt aangesloten op een open collector uitgang van het alarmsysteem, dan moet dit relais geschakeld kunnen worden met 12 Volt DC.
standaardisatie en programmeren van het controlepaneel en de modules, door het toevoegen van gebruikers en het definiëren van de autorisatieniveaus. 7. " Na wijziging van de landcode zullen de standaardinstellingen voor het geselecteerde land terug hersteld worden in het controlepaneel. De behuizing wordt beveiligd door een sabotage schakelaar die aangesloten is op de klemmen TAMPER.
Schematische installatie Sluit alle modules en bediendelen aan op de databus Adresseer modules door het instellen van de juiste dipswitches Programmeer controlepaneel Accu aansluiten Standaardwaarden voor de modules Netspanning aansluiten Programmeer de modules Programmeer bediendeelnummer, gebied(en) en opties voor bediendeel 1 Programmeer bediendeelnummer, gebied(en) en opties voor overige bediendelen In geval van alleen downloading, ga in en uit de programmeermode Download controlepaneel en all
INSTALLATIE VAN HET CONTROLEPANEEL De centrale is verkrijgbaar in 3 verschillende behuizingen. De werkwijze voor de installatie en het plaatsen van uitbreidingsmodules verschilt afhankelijk van de gebruikte behuizing. " De behuizing/ingebouwde apparatuur die in deze handleiding zijn beschreven, zijn niet geschikt voor elk CSx75 model en zijn mogelijk niet verkrijgbaar in uw land. Neem contact op met uw plaatselijk Aritech Verkooppunt voor meer informatie over de beschikbaarheid.
9. Plaats de steunen voor de CS507 uitgangsmodule of CS216 ingangenmodule of CS7001 in de behuizing. 10. Monteer de CS507 uitgangsmodule of CS216 ingangenmodule of CS7001. 11. Monteer de steunen voor een volgende module op de printplaat die in stap 10 in de behuizing is gemonteerd. 12. Monteer een volgende module op de steunen die in stap 11 zijn geplaatst. 13. Monteer de steunen voor een CS216 ingangenmodule op de CS575/875 printplaat. 14. Monteer de CS216 ingangenmodule op de CS575/875 printplaat. 15.
CS275/CS575/CS875 (polycarbonaat behuizing) Deze polycarbonaat behuizing is geschikt voor de CS275, CS575 en CS875. 1. Draai de borgschroef in de polycarbonaat behuizing los. 2. Open de behuizing. 3. Neem het deksel van de behuizing af. 4. Klap de PCB montageplaat open. 5. Verbind de bandkabel met de CS534 communicatiemodule. 6. Plaats de steunen voor de CS534 communicatiemodule in de behuizing. 7. Plaats de CS534 communicatiemodule in de behuizing.
8. Klap de PCB montageplaat dicht. 9. Plaats de steunen voor de CS535 spraakmodule op de printplaat. 10. Verbind de CS535 spraakmodule met de printplaat via de uitbreidingspoort en steunen. 11. Verbind de CS534 communicatiemodule en de CS535 spraakmodule met de bandkabel. 12. Plaats de steunen voor de CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangsmodule op de printplaat. 13. Monteer de CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangsmodule op de printplaat.
14. Boor gaatjes van 0,3 mm voor de kaartgeleiders in de behuizing. 15. Plaats de kaartgeleider op de behuizing. 16. Schroef de kaartgeleiders vast. 17. Gebruik kaartgeleiders om nog maximaal 3 voorbedrade modules meer te monteren. Zie de modules voor de aansluitinstructies. 18. Monteer de RF-ontvanger in het deksel van de behuizing. Deze voorziening is niet in elk land beschikbaar. 19. Als u een RX8I4, RX16I4 of RX48I4 CA-ontvanger installeert, moet u de antennes naar binnen voeren door het deksel. 20.
CS175M/CS275M/CS575SM (kleine metalen behuizing) Dit is een kleine metalen behuizing die geschikt is voor de CS175, CS275 en CS575. 16 1. Open de behuizing. 2. Sluit de centrale aan. 3. Plaats de steunen voor de CS534 communicatiemodule of CS535 spraakmodule op de hoofdprint. 4. Monteer de CS534 communicatiemodule of CS535 spraakmodule op de uitbreidingspoort (jumper). 5. Monteer de CS534 communicatiemodule of CS535 spraakmodule op de steunen op de hoofdprint.
6. Plaats de steunen voor de CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangenmodule op de hoofdprint. 7. Monteer de CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangenmodule. 8. Bedraad de databus voor alle modules. Zie de modules voor de aansluitinstructies. 9. Sluit de accu en de netspanning aan.
Overzicht aansluitingen controlepaneel: CS-175 J17 EXPANSION ..
Aansluitgegevens controlepaneel SMOKE AUX+ COM TAMPER Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 DATA AUX+ COM EXT COM OUT1 OUT2 CS-175 DATA Data (0101) databus bediendelen en uitbreidingen SMOKE Uitgang herstel branddetector AUX+ Voeding databus bediendelen en uitbreidingen AUX+ Voeding COM Common databus bediendelen en uitbreidingen COM Common EXT Externe sirene TAMPER Externe Sabotagelus COM Common Z1 Zone 1 OUT1 Uitgang 1 (open collector) COM Common OUT2 Uitgang 2 (open collector) Z2 Zone 2 Z3
Overzicht aansluitingen controlepaneel: CS-275 12 13 14 15 J17 EXPANSION J18 LED 2 . .
Aansluitgegevens controlepaneel Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 Z5 COM Z6 AUX+ COM OUT4 TAMPER TAMPER OUT1 AUX+ OUT2 OUT3 DATA AUX+ COM INT COM EXT CS-275 DATA Data (0101) databus bediendelen en uitbreidingen Z1 Zone 1 AUX+ Voeding databus bediendelen en uitbreidingen COM Common COM Common databus bediendelen en uitbreidingen Z2 Zone 2 INT Interne sirene Z3 Zone 3 COM Common COM Common EXT Externe sirene Z4 Zone 4 OUT1 Uitgang 1 (open collector) Z5 Zone 5 AUX+ Voeding COM Common OU
Overzicht aansluitingen controlepaneel: CS-575 en CS-875 12 13 14 15 J17 EXPANSION J18 LED 2 . .
Aansluitgegevens controlepaneel Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 Z5 COM Z6 Z7 COM Z8 DATA AUX+ COM INT COM EXT R1NC R1NO R1C AUX+ OUT2 COM R3NC R3NO R3C AUX+ COM OUT4 TAMPER TAMPER CS-575 en CS-875 DATA Data (0101) databus bediendelen en uitbreidingen Z1 Zone 1 AUX+ Voeding databus bediendelen en uitbreidingen COM Common COM Common databus bediendelen en uitbreidingen Z2 Zone 2 INT Interne sirene Z3 Zone 3 COM Common COM Common EXT Externe sirene Z4 Zone 4 R1NC Relais 1 (normaal gesloten) Z
LCD - LED BEDIENDEEL Voeding (groen) Deze LED brandt wanneer de netspanning en de accu aangesloten en OK zijn. Gereed (groen) Deze LED brandt wanneer het systeem gereed is om ingeschakeld te worden. Deze LED brandt niet wanneer het systeem niet klaar is om ingeschakeld te worden omdat er één of meerdere zones verstoord zijn. Brand (rood) Deze LED brandt rood wanneer er zich een brandalarm voordoet. De LED zal zeer snel knipperen wanneer er zich een storing in een brandzone voordoet.
# * Overbrug Met deze toets kunt u zones overbruggen. Pijltjestoetsen Deze toetsen laten toe door lijsten en opties in het LCD display te navigeren. Deurbel Toets indrukken om de deurbel aan en uit te zetten. Hekje Met deze toets heeft u toegang tot modules en adressen Ster Druk op deze toets tot de gewenste functie wordt weergegeven. Installatie van het bediendeel De installateur moet minstens één bediendeel installeren om de initialisatiemodus te activeren en het systeem te configureren.
Werkwijze 1. Verwijder de schroef. 2. Duw de clips in met een schroevendraaier. 3. Licht het deksel op. 4. Monteer het bediendeel tegen de muur via de montagegaten. 5. Sluit de bekabeling in het bediendeel aan. 6. Bevestig, indien gewenst de schroef t.b.v. afneembeveiliging 7. Bevestig opnieuw de basis en het deksel. Het bediendeel aansluiten op het controlepaneel Sluit het bediendeel aan op het controlepaneel zoals weergegeven op de onderstaande afbeelding. Aux+ 0101 -+ Com Data CS-575 13.
Lengte van de bus Lengte in meter 110 200 333 500 800 Aansluiting aan een CS-x75 Dikte van de draad mm² 0,50 0,75 1,00 1,50 2,50 Het maximaal aantal bediendelen dat kan aangesloten worden is gelijk aan het aantal gebieden vermenigvuldigd met 8. Op een CS-175 kunnen maximaal 8 bediendelen aangesloten worden, op een CS-275 maximaal 16 en op een CS-575 en CS-875 kunnen maximaal 32 bediendelen worden aangesloten. • Meerpuntsconfiguratie De bediendelen worden op elkaar aangesloten.
BEDRADING VAN DE ZONES Algemeen De ingangen van het controlepaneel zijn standaard ingesteld als eindelijn (4K7) vrij programmeerbare zones. Als u echter de zones programmeert als dubbellus, kunnen alle zone-ingangen van het controlepaneel worden geprogrammeerd om een alarm- en sabotage-indicatie te geven in dezelfde zone. Dubbellus principe met meerdere detectoren Eén zone omvat zowel de alarm- als sabotagebedrading. Dubbele weerstandconfiguratie.
BEDRADING VAN DE SIRENES Een sirene bedraden met eindelijnbeveiliging Elke zone kan gebruikt worden en moet geprogrammeerd worden als sabotage en enkele weerstandconfiguratie. AS500 / AS600 Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 Z5 COM Z6 Z7 COM Z8 DATA AUX+ COM INT COM EXT R1NC R1NO R1C AUX+ OUT2 COM R3NC R3NO R3C AUX+ COM OUT4 TAMPER TAMPER CS-575 4K7 4K7 4K7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 AS500 / AS600 1 2 3 4 " Flits Hold Off Sirene Hold Off +13.
AS270 / AS271 4K7 Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 Z5 COM Z6 Z7 COM Z8 AUX + COM OUT4 TAMPER TAMPER DATA AUX + COM INT COM EXT R1NC R1NO R1C AUX + OUT2 COM R3NC R3NO R3C CS-575 4K7 5 4 3 2 1 AS270 / AS271 1 2 3 " 30 Sabotage Sabotage + 13.8 V 4 5 - 0 V Luidspreker - 0 V Flitslicht (alleen AS271) Deze bedradingconfiguratie voor AS270 / AS271 laat de flits toe de interne sirene te volgen.
AS290/390 Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 Z5 COM Z6 Z7 COM Z8 TAMPER TAMPER DATA AUX + COM INT COM EXT R1NC R1NO R1C AUX + OUT2 COM R3NC R3NO R3C AUX + COM OUT4 CS-575 4K7 4K7 4K7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 AS290/ AS390 1 2 3 " Speaker Speaker Flits 4 5 6 Flits Sabotage Sabotage 7 8 9 A GND +13.8 V Sirene Hold off Flits Hold off Knip jumpers 5 and 7 door voor een negatieve hold-off.
BEDRADING VAN DE BRANDDETECTOREN Vierdraads branddetectoren (CS275-575-875) " Indien u meer dan één vierdraadsbranddetector wilt aansluiten, heeft u mogelijk een relais nodig.
Vierdraads branddetectoren (CS175) DB702 + DP721R 2 2 AUX+ CS175 DB702 + DP721R 3 1 COM SMOKE 6 Z1 4 5 3 1 4 6 5 COM 1 + Lijn in 2 + Lijn uit 3 - Lijn 4 5 6 Normaal gesloten contact COM contact Normaal geopend contact Evacuatieplan bij brand Indien branddetectoren bedraad zijn als een deel van het systeem, is het belangrijk dat de installateur de eigenaar helpt met het opstellen van een evacuatieplan.
AANSLUITEN VAN DE UITGANGEN De uitgangen aansluiten Zoals in de inleiding van deze handleiding beschreven staat is het aantal en type van de uitgangen verschillend per paneeltype. De CS-875 en CS-575 hebben 2 open collectoruitgangen en 2 relais uitgangen. De CS-275 heeft 4 open collector-uitgangen, en de CS175 heeft maar 2 open collector-uitgangen. De open collector-uitgangen controleren de bijkomende relais en zijn beperkt tot een maximum stroom van 40 mA.
DATA AUX+ COM EXT COM OUT1 OUT2 CS-175 SMOKE AUX+ COM TAMPER Z1 COM Z2 Z3 COM Z4 d d c 1A contacten. De relais worden gevoed en geschakeld vanuit het paneel. Er is geen bijkomende externe voeding nodig om de relais te laten schakelen. d De open collector uitgangen zijn gelimiteerd tot een maximale stroom van 40 mA.
HET SYSTEEM PROGRAMMEREN Registratie van de modules en de bediendelen De CS-175-275-575-875 kunnen automatisch alle bediendelen, zoneuitbreidingsmodules, draadloze ontvangers en alle andere modules aangesloten op de databus, vinden en opslaan in het geheugen. Dit laat de controle op aanwezigheid toe van deze modules door het controlepaneel. Werkwijze 1. Druk op 2. Vervolgens dient men de Installateurscode in te geven. De standaardcode is notu voor een 4-cijfer code of notumm voor een 6-cijfer code. 3.
Bediendeelinstellingen Sabotage behuizing Aan? Stil Bediendeel? Ding Dong Bel? 5 seconden stilte? Ingeschakeld: zone info? Biept bij Paniek? Service uitschakelen? Hoofdbediendeel? Klantenboodschap? Klok? Klantenboodschap geblokkeerd? 3. Sabotageschakelaar behuizing actief. Schakelt alleen het geluid van in-uitlooptijd zoemer en deurbel uit. Wanneer ingesteld op Uit, zal de deurbel een normale toon weergeven. (Zie Adres 52, pag.
qt Instellen van X-10 unit controle 1. Druk op qt. Het LCD display toont het te selecteren unitnummer 0-9. 2. Toets het nummer van de te programmeren unit in. Het LCD display toont aan de linkerzijde het unitnummer, en aan de rechterzijde de te controleren unit. 3. Gebruik de pijltoetsen om de unit aan en -uit te schakelen. 4. Het LCD display toont opnieuw het te selecteren unitnummer 0-9. 5. Herhaal de bovenstaande stappen(5 en 6) voor de overige units. 6. Druk op # voor einde programmeren.
3. Geef het 2-cijfer Gebruikersnummer in. Bijvoorbeeld, 03 is gebruiker 3. De LCD vraagt de autorisaties in te voeren volgens onderstaande tabel. m Schakelt een optie uit. n Schakelt een optie aan. Autorisaties Gebruikte Uitgang? Code activeert Uitgang 4? Code activeert Uitgang 3? Code activeert Uitgang 2? Code activeert Uitgang 1? " Code zal in-/uitschakelrapporten te versturen. Overbruggen mogelijk? Code kan zones te overbruggen.
" Bij het programmeren van de gebruikerscodes in een systeem met meerdere gebieden, zeker 1 code ongewijzigd laten. Dit kan zijn Ga naar Installateurscode (indien ingesteld in Adres 55) die toegang heeft tot alle gebieden. Zo niet, zal u geen nieuwe gebruikers meer kunnen toevoegen. Indien u een gebruiker toegang wilt geven nieuwe codes bij te voegen, verwijder de gebied autorisaties van alle blanco codes.
Deurbel Verwijdert karakters. Afwezig Toegang tot de woordenlijst. Werkwijze vo. Het LCD display vraagt om een code. 1. Druk op 2. Geef de Installateurscode in. 3. Het LCD display vraagt naar het nummer van het bericht 1-168 en 193-196, gevolgd door #. Tevens kunnen op deze manier de zone omschrijvingen worden aangepast. Om de zoneomschrijvingen aan te passen, gebruik als bericht het overeenkomstige zone nummer.
5. Geef het Gebiednummer van het bediendeel in. Het bediendeel zal automatisch deze programmeermode verlaten. vo Instellen van de eerste zone Dit gedeelte beschrijft hoe de eerste zone van het bediendeel wordt geprogrammeerd. De zone LED’s op de LED bediendelen zullen vanaf dit nummer beginnen. Werkwijze 1. Druk op vo gevolgd door de Installateurscode. 2. Geef de Beginzone van dit bediendeel in (1-32) 3. Druk op . vp Bediendeelinstellingen 1. Druk op vp gevolgd door de Installateurscode.
1. Druk op vs en geef de Gebruikerscode in. De Service LED zal knipperen. 2. Geef de Dag van de week in: 1 = Zondag, 2 = Maandag, 3 = Dinsdag, 4 = Woensdag, 5 = Donderdag, 6 = Vrijdag, 7 = Zaterdag. 3. Geef de Maand in (telkens 2 cijfers): 01 = januari, 02 = februari, 03 = maart, 04 = april, 05 = mei, 06 = juni, 07 = juli, 08 = augustus, 09 = september, 10 = oktober, 11 = november, 12 = december 4. Geef de Dag in (telkens 2 cijfers). 5. Geef het Jaartal in (telkens 2 cijfers).
Uitleg over de betekenis van de LED’s wordt hieronder weergegeven. Een bepaalde autorisatie kan in- of uitgeschakeld worden door de corresponderende cijfertoets in te toetsen op het bediendeel. Code-autorisaties als LED 8 UIT is LED 1 Gereserveerd. (Opmerking: Indien deze LED Aan is, de instelling niet wijzigen!) LED 2 Inschakelen alleen code. LED 3 Inschakelen alleen na sluitingstijd code.
8. Druk op . Hierdoor komt u terug bij stap 2. Hierna kunt u een nieuw Gebruikersnummer ingeven om autorisaties toe te kennen. Ga verder met deze procedure tot de autorisaties voor alle gebruikers zijn toegekend. 9. Druk op # om deze programmeermode te verlaten. " " Elke hoofd in-/uitschakelcode kan gebruikerscodes veranderen of wijzigen als de hoofdcode toegang heeft tot dezelfde gebieden als deze code. Bij het programmeren van de gebruikerscodes in een partieel systeem, laat zeker 1 code ongewijzigd.
MODULES EN ADDRESSEN PROGRAMMEREN Delen van het systeem Het systeem is in modules onderverdeeld. Iedere module heeft zijn eigen modulenr (module-adres) Voorbeeld: het controlepaneel is één module (modulenr 0) en de programmeerdetails in deze handleiding gaan meestal over het controlepaneel. Elke module heeft adressen waarin de instellingen zijn geprogrammeerd. Een lijst van deze adressen kan u terugvinden vanaf pag. 151. Elk van deze adressen heeft 1 of meerdere segmenten. Elk segment heeft 1-8 databits.
Optie-data (FSD = Feature Selection Data) Optie-data geven de toestand aan (aan of uit) van 8 eigenschappen die in een bepaald segment van een adres geselecteerd kunnen worden. Op het LCD bediendeel worden de nummers van de optie-data weergegeven. Indien een optie niet is geactiveerd wordt een plat streepje (-) weergegeven. Verschillende opties kunnen geselecteerd worden binnen 1 segment. Door het optienummer van het segment op het bediendeel in te drukken, zal de optie in of uit worden geschakeld.
HET CONTROLEPANEEL PROGRAMMEREN Standaard programmering Voor de meeste installaties kan de standaard programmering gebruikt worden. Deze programmering geeft een werkend systeem met Contact ID of SIA, en alle zones in één gebied. Voor de instellingen van de standaard programmering, zie de programmeerwerkbladen in de kollom ‘Standaard’ In de programmeermode gaan u. 1. Druk op 2. Geef de Installateurscode in. 3. U bent nu in de programmeermode en klaar om de te programmeren module te selecteren. 4.
Instellen van de landcode Ga in programmeermode zoals hierboven beschreven. Druk op m# voor het controlepaneel. Druk op m# voor het eerste adres van het controlepaneel. Geef de landcode in gevolgd door . Als dit adres veranderd is in het bediendeel, zal het controlepaneel terugkeren naar de standaardinstellingen voor dit land. Programmeren via het LED bediendeel De programmeermode betreden 1. Druk op u. 2. Geef de Installateurscode in. 3. De LED Service zal knipperen totdat het modulenummer is ingevoerd.
De programmeermode verlaten U kan de programmeermode verlaten door op de Afwezig toets te drukken. Indien geen bijkomende modules moeten geprogrammeerd worden, druk terug op de Afwezig toets om de programmeermode te verlaten Indien nog een andere module moet geprogrammeerd worden, geef het Adresnummer in gevolgd door #. (Zie ook Selecteren van een programmeermodule hierboven.
Een adres verlaten Nadat het laatste segment van een adres geprogrammeerd is, druk op om dit adres te verlaten. De toets ingedrukt houden om de ingevoerde gegevens te bewaren. Om een adres te verlaten vóór het laatste segment druk op #. De veranderingen zullen niet worden opgeslagen. U kan dan overgaan naar een ander programmeeradres. De programmeermode verlaten U kan de programmeermode verlaten door de Afwezig toets in te drukken en naar Selecteren van een programmeermodule te gaan.
PROGRAMMEREN MET UPLOAD/DOWNLOAD Programmeren met upload/download software De CSX75 kan geprogrammeerd worden door gebruik te maken van een LED of LCD bediendeel. In de meeste gevallen is het interessanter om het Upload/download software pakket te gebruiken voor het programmeren van het controlepaneel. Met de up/download software kan men verbinding maken met het controlepaneel via een modem connectie of via een RS232 directe verbinding.
PROGRAMMEREN VAN DE GEHEUGENADRESSEN Adres Beschrijving Adres Beschrijving 0 Landcode Telefooninstelling Voorkiesnummmer Telefoonnummer 1 Klantnummer voor tel. #1 Telefoonkiezerprotocol voor tel. #1 Gebeurtenissen gerapporteerd naar tel. #1 Telefoonnummer 2 Klantnummer voor tel. #2 Telefoonkiezerprotocol voor tel. #2 Gebeurtenissen gerapporteerd naar tel. #2 Telefoonnummer 3 Klantnummer voor tel. #3 Telefoonkiezerprotocol voor tel. #3 Gebeurtenissen gerapporteerd naar tel.
Adres Beschrijving Adres 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109121 Herstel Storing Uitbreidingsmodule Communicatiefout Logboek Vol Automatische Testmelding Uitloopfout Recent Uitschakelen Begin Programmeren Einde Programmeren Einde Downloaden Gereserveerd 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 1
Adres Beschrijving 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 Zone nummer 97-104 Gebiedselectie voor zones 97-104 Zone nummer 105-112 Gebiedselectie voor zones 105-112 Zone nummer 113-120 Gebiedselectie voor zones 113-120 Zone nummer 121-128 Gebiedselectie voor zones 121-128 Zone nummer 129-136 Gebiedselectie voor zones 129-136 Zone nummer 137-144 Gebiedselectie voor zones 137-144 Zone nummer 145-152 Gebiedselectie voor zones 145-152 Zone nummer 153-160 Gebiedselectie voor zo
Adres 0 Landcode (1 segment, ND) Dit adres bevat de landcode, welke de specifieke standaard instellingen per land programmeert. Wanneer dit adres veranderd wordt in het bediendeel, zal het controlepaneel naar de standaard instellingen, geldend voor dat specifieke land, terugkeren. Adres 1 Voorkiesnummer (4 segmenten, ND) Dit adres bevat het 4-cijferig voorkiesnummer voorafgaand aan elk van de telefoonnummers.
11 12 13 14 Adres 3 Programmeert een Programmeert een # Programmeert een pauze van 4 seconden Programmeert het einde van het telefoonnummer Klantnummer voor telefoon #1 (6 segmenten, ND) Dit adres bevat het klantnummer dat na het kiezen van telefoon #1 wordt doorgestuurd. Elk cijfer wordt geprogrammeerd in een verschillend segment. Programmeer een 10 in het segment direct na het laatste cijfer van het klantnummer. Alle nummers na een 10 worden geweigerd.
Adres 5 Gebeurtenissen gerapporteerd naar telefoon #1 (2 segmenten, FSD) Segment 1 1 Alarm 2 3 4 5 6 8 Herstel alarm Openingen en sluitingen / In en Uitschakelingen Overbrug zone en Herstel Overbrug zone Zonestoring en Herstel zonestoring (24 uren en brandzones) Netspanningsfout, Accustoring, Herstel Netspanningsfout en Herstel Accustoring Sirenefout, Telefoonlijnfout, Herstel Sirenefout, Herstel Telefoonlijnfout Testrapporten 1 2 3 4 5 6 7 8 Begin en einde programmeren, up/downloaden Zone- en behui
Adres 28 Telefoonkiezervertragingstijd (1 segment, ND) Dit adres bevat de telefoonkiezervertragingstijd. De vertragingstijd kan 0-255 seconden bedragen. 0 = geen kiezervertragingstijd. Adres 29 Inluistertijd (1 segment, ND) Dit adres bevat de inluistertijd. De inluistertijd kan 0-255 seconden bedragen. 0 = geen inluistertijd.
13 14 Een pauze van 4 seconden kan in elk segment geprogrammeerd worden door een 13 in het betreffende segment te programmeren. Programmeert het einde van het telefoonnummer. Opmerking: Het terugbelnummer dient steeds geverifieerd te worden alvorens de programmering te verlaten. Adres 34 Gebied-, optie- and rapporteringsselecties (5 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om bepaalde opties in te stellen die voor de gebruiker toegankelijk of zichtbaar kunnen gemaakt worden vanaf het bediendeel.
Gereserveerd 4-8 Gereserveerd Segmenten 5 Adres 35 In- /Uitlooptijden (6 segmenten, ND) Dit adres wordt gebruikt om de in- /uitlooptijden te programmeren. Er zijn 2 aparte in/uitlooptijden te programmeren. Zie ook Adres 130. Segment 1 Inlooptijd 1 Segment 2 Uitlooptijd 1 Segment 3 Inlooptijd 2 Segment 4 Uitlooptijd 2 Segmenten 5 & 6 Adres 36 Dit is de inlooptijd die zal gebruikt worden wanneer een vertraagde zone geactiveerd wordt. Mogelijke waarden zijn van 10-255 seconden.
Adres 37 bevat 8 segmenten. Segment 1 correspondeert met zone 1 en segment 8 correspondeert met zone 8. Segment 1- 8 Adres 38 1 2 3 4 5 6 7 8 Gebied #1 Gebied #2 Gebied #3 Gebied #4 Gebied #5 Gebied #6 Gebied #7 Gebied #8 Configuratie zonetype voor zones 9-16 (8 segmenten, ND) Dit adres bevat de configuratiegroep voor de zones 9-16. Segment 1 bevat de data voor zone 9, Segment 8 bevat de data voor zone 16. De standaard zoneconfiguraties worden weergegeven in Adres 36 op pag. 61.
Adres 46 Configuratie zonetype voor zones 41-48 (8 segmenten, ND) Dit adres bevat de configuratiegroep voor de zones 41-48. Segment 1 bevat de data voor zone 41, Segment 8 bevat de data voor zone 48. De standaard zoneconfiguraties worden weergegeven in Adres 36 op pag. 61. Adres 47 Gebiedselectie voor zones 41-48 (8 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om de gebieden te selecteren waartoe zones 41-48 behoren. Een bepaalde zone kan behoren tot elke combinatie van de acht gebieden.
Adres 51 Systeem-opties (5 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om de verschillende systeem- en communicatieopties te programmeren. (Zie ook Verklarende Woordenlijst) Segment 1 Aan: herstel vertraagde zone geactiveerd tot sirene-timeout. Aan: Accu aanwezigheidstest geactiveerd (om de 10 seconden). Aan: actieve accutest geactiveerd bij het inschakelen. Aan: handmatige sirenetest geactiveerd. Aan: handmatige communicatietest geactiveerd. Aan: Sabotage behuizing geactiveerd.
Deurbeltijd in stappen van 0-12 seconden van 50 mS (1/20ste van een seconde). 0 = zonetoestand volgen. Verificatietijd voor brandalarm (120-255 seconden). 0 = geen brandalarm verificatie. Zoneactiviteitsbewaking (0-255 dagen). 0 = niet gebruikt. Dubbelpuls Tijd (minuten) Dubbelpuls Open Tijd (seconden) Externe Sirenetijd (1-255 minuten).
Segment 2 Adres 56 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #1 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #2 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #3 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #4 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #5 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #6 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #7 Aan: Installateurscode te gebruiken voor gebied #8 1 2 3 4 5 6 7 8 Uitschakelen onder dwangcode (6 segmenten, ND) Dit adres bevat de
Data 0 1 2 3 4 46 5 6 7 8 9 10 29 11 48 13 14 15 47 56 57 16 52 17 18 19 20 Gebeurtenis Alarm Inbraakalarm Brandalarm 24-uur alarm Storing alarm Sabotage alarm Elk alarm Sirene 2-tonige sirene (bij inbraak) 1-tonige sirene (bij brand) Elke sirene Overbrug Elke overbrugging Voeding Netspanningfout Accustoring Actieve Accutest Codes Gedwongen in-/uitschakelcode Code-ingave (zie note 1) Bediendeel Bediendeel zone AUX 2 Bediendeel zone paniek Bediendeel sabotage Bediendeelzoemer actief Luid paniekalarm Stil Pa
Adres 60 AUX uitgang #2 gebeurtenis en tijd (2 segmenten, ND) Segment 1 Gebruik bovenstaande tabel om de gebeurtenis te selecteren die AUX uitgang 2 activeert. Segment 2 Programmeer de tijd van 0-255 (minuten of seconden, afhankelijk van de data geprogrammeerd in Segment 2, Adres 58). Bij het programmeren van een 0, zal de uitgang de gebeurtenis volgen.
Adres 66 Sluitingstijd/automatische inschakeltijd (2 segmenten, ND) Adres 66 bevat het tijdstip (in 24-uur notatie) waarop de CSX75 het uitschakelen van de codes, ingesteld werden als alleen inschakelen na sluitingstijd, onmogelijk maakt. Dit is ook het tijdstip waarop de automatische inschakelcyclus wordt gestart (indien ingesteld in Adres 68). Segment 1 Segment 2 Adres 67 Programmeer het sluitingsuur/automatische inschakeltijd. Programmeer de minuten na het sluitingsuur/automatische inschakeltijd.
Communicatiecodes met 2 segmenten bevatten de volgende segmenten. Segment 1 Segment 2 " " Rapporteringscode 10 cijferig Rapporteringscode 1 cijfer / 8-kanaal Fast Format kanaalnummer De Adressen 69-121 worden enkel gebruikt om gebeurtenissen te rapporteren aan een pieper of bij gebruik van een pulsprotocol (vb. 4+2 protocol). Bij gebruik van een Neem contact op met-ID of SIA protocol, dienen deze adressen niet geprogrammeerd te worden.
Adressen 109-121 zijn gereserveerd. Adres 122 Klantnummer voor gebied 1 (6 segmenten, ND) Dit adres bevat het klantnummer dat zal doorgestuurd worden wanneer gebied 1 wordt gerapporteerd. " Indien dit adres niet wordt geprogrammeerd (allemaal 10-delige cijfers), zal het klantnummer gebruikt worden dat correspondeert met het telefoonnummer dat wordt aangeroepen.
Adres 128 4/2 alarm code zonetype groep 1 (3 segmenten, ND) Dit adres bevat de rapportagecode gestuurd voor een Groep 1 4+2 rapportage. Het zone identificatienummer vertegenwoordigt het nummer van de alarmzone.
6-8 Gereserveerd Gereserveerd Segment 5 " Voor sleutelschakelaars, zowel houd- als pulscontact kunnen worden gebruikt. De standaardinstelling van een sleutelschakelaar is een houd contact. Verander segment 3, bit 7 naar Aan om de sleutelschakelaar om te vormen tot een pulscontact. " De informatie in de volgende adressen is op dezelfde manier geconfigureerd als Adressen 127,128,129 en 130 voor zonetype 1. De volgende tabel geeft een overzicht voor de zonetypes 1 tot en met 20.
2 = X-10 bericht ontvangen 3 = Log gebeurtenis bericht 4 = Bediendeel bericht ontvangen 5-8 = Gereserveerd Adres 211 Adres 212 RS 232 Poort Commando/order geactiveerd (4 segmenten, FSD) Segment 1 1 = Gereserveerd 2 = Interface configuratie order 3 = Gereserveerd 4 = Zonenaam order 5 = Zonestatus order 6 = Zone snapshot order 7 = Gebied status order 8 = Gebied snapshot order Segment 2 1 = Systeem status order 2 = X-10 bericht 3 = Log event order 4 = Verstuur bediendeel tekst bericht 5 = Bediendeel termi
Adres 215 Configuratie zonetype voor zones 57-64 (8 segmenten, ND) Dit adres bevat de configuratiegroep voor de zones 57-64. Segment 1 bevat de data voor zone 57, Segment 8 bevat de data voor zone 64. De standaard zoneconfiguraties worden weergegeven in Adres 36 op pag. 61. Adres 216 Gebiedselectie voor zones 57-64 (8 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om de gebieden te selecteren waartoe zones 57-64 behoren. Een bepaalde zone kan behoren tot elke combinatie van de acht gebieden.
Adres 225 Klantnummer voor gebied 5 (6 segmenten, ND) Dit adres bevat het klantnummer dat zal doorgestuurd worden wanneer gebied 5 wordt gerapporteerd. " Indien dit adres niet wordt geprogrammeerd (allemaal 10-delige cijfers), zal het klantnummer gebruikt worden dat correspondeert met het telefoonnummer dat wordt aangeroepen. Indien het klantnummer uit minder dan 6 cijfers bestaat, programmeer een dan 10 in het segment onmiddellijk volgend op het laatste cijfer van het klantnummer.
Adres 235 Configuratie zonetype voor zones 121-128 (8 segmenten, FSD) Dit adres bevat de configuratiegroep voor de zones 121-128. Segment 1 bevat de data voor zone 121, Segment 8 bevat de data voor zone 128. De standaard zoneconfiguraties worden weergegeven in Adres 36 op pag. 61. Adres 236 Gebiedselectie voor zones 121-128 (8 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om de gebieden te selecteren waartoe zones 121-128 behoren. Een bepaalde zone kan behoren tot elke combinatie van de acht gebieden.
Adres 245 Configuratie zonetype voor zones 161-168 (8 segmenten, FSD) Dit adres bevat de configuratiegroep voor de zones 161-168. Segment 1 bevat de data voor zone 161, Segment 8 bevat de data voor zone 168. De standaard zoneconfiguraties worden weergegeven in Adres 36 op pag. 61. Adres 246 Gebiedselectie voor zones 161-168 (8 segmenten, FSD) Dit adres wordt gebruikt om de gebieden te selecteren waartoe zones 161-168 behoren. Een bepaalde zone kan behoren tot elke combinatie van de acht gebieden.
GEBIEDEN VAN HET SYSTEEM GEBRUIKEN Uw systeem kan worden opgedeeld in gebieden zodat het op diverse manieren in verschillende groepen van zones kan werken. Deze groepen van zones zijn de gebieden. Indien uw systeem in meerdere gebieden is ingedeeld en het bediendeel in een gebied is ondergebracht, zal dit bediendeel de zoneconfiguraties in dit gebied door middel van display berichten aantonen, zoals elders in deze handleiding beschreven.
In- en uitschakelen van verschillende gebieden 1. Om verschillende gebieden in-/uit te schakelen, breng een toegangscode in die in-/uitschakelen van alle gebieden mogelijk maakt. De volgende display verschijnt op het LCD display. 2. De nummers op de bovenste lijn zijn de uitgeschakelde zones tot dewelke deze code toegang heeft. De nummers op de onderste lijn zijn de ingeschakelde zones. Verwijs naar de volgende tabel voor de bestaande condities.
" 2. Enkel de gebieden toegestaan voor deze code zullen verschijnen. 12-45678 Uitschakelen Î --3-5678 Inschakelen Î 3. Om een individueel gebied over te schakelen tussen de in- en uitgeschakelde toestand, druk op Gebiednummer. ) Gebiednummer 4. Om in een individueel gebied te werken, geef het nummer in van het gebied waarin u wenst te werken. Het LCD bediendeel zal nu werken als een enkelvoudige gebiedbediendeel. Alle ingebrachte toetsen en functies zullen enkel dit individuele gebied beïnvloeden.
RF ZONES INSTELLEN – RX8I4-16I4 De RX-serie ontvanger modules (8 zones voor een RX8i4, 16 zones voor een RX16i4) voegen draadloze mogelijkheden toe aan een CSX75 controlepaneel. Door toevoeging van een ontvangermodule wordt het CSX75 controlepaneel compatibel met de RX draadloze zenders en gecodeerde toetsenborden of afstandsbedieningen.
Instellen van de DIP schakelaars Bepaal de beginzone voor elke uitbreidingsmodule. De beginzone moet een reeks van 8 zones zijn. De 8 of 16 zones van een module zal telkens van deze beginzone uitgaan. " De positie van alle schakelaars wordt alleen ge-upgedate als de RX8i4-16i4 ingelezen wordt. Voordat u de positie van deze schakelaars veranderd moet u de uitbreidingsmodule eerst spanningsloos maken.
Specificaties Aansluitspanning 12 VDC geleverd door de CSX75 Compatibiliteit Compatibel met de CS-175-275-575-875 Draaggolf Frequentie 433 MHz voor de RX8i4 en RX16i4 Stroomverbruik 20 mA Maximum Temperatuur 0 tot 49 C° Afmetingen 11cm breed x 8,1 cm hoog x 2,54 cm diep Gewicht 95 g Programmeren van de RX8i4 en RX16i4 Het volgende hoofdstuk beschrijft de programmeer werkwijze. • Bepaal de zenderinstellingen: bepaal de verschillende instellingen voor de draadloze detectoren.
Programmeren van de zoneconfiguratie en het gebied Alle zones worden geprogrammeerd via het CSX75 controlepaneel en bediendeel. Voor instructies over de toegang en het programmeren van de CSX75, evenals veranderingen aan de kenmerken van een configuratiegroep, raadpleeg de andere hoofdstukken in deze Installatiehandleiding. Adres 0 Inleesmode Adres 0 wordt gebruikt om de zenders in te lezen. Het gebruikte segment verwijst naar het zonenummer.
Adres 194 Beginzone (1 segment, ND) Segment 1 Adres 195 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Beginzone is zone 1 Beginzone is zone 9 Beginzone is zone 17 Beginzone is zone 25 Beginzone is zone 33 Beginzone is zone 41 Beginzone is zone 49 Beginzone is zone 57 Beginzone is zone 65 Beginzone is zone 73 Beginzone is zone 81 Beginzone is zone 89 Beginzone is zone 97 Beginzone is zone 105 Beginzone is zone 113 Beginzone is zone 121 Beginzone is zone 129 Beginzone is zone 137 Beginzone is zone
8. Bevestig met XX waar XX het zonenummer is (1 tot 168) en bevestigingstoets. de 9. Maak een zenderfout (sabotage binnen de 250 seconden) zoals hieronder beschreven. Luister naar het ding-dong geluid ter confirmatie. Doordat Adres 193, segment 1, optie 2 Aan staat zal het controlepaneel automatisch naar de volgende zone gaan voor het inlezen van de volgende zender. 10. Programmeer de overige zenders door stap 9 te herhalen. 11. Verlaat programmeermode door de Afwezig toets tweemaal in te drukken.
7. Verlaat de programmeermode door de Afwezig toets tweemaal in te drukken. Testen van draadloze zenders Om de draadloze zenders te testen moet u de Looptest functie op het controlepaneel gebruiken.
RF ZONES INSTELLEN – RX8W8-16W8 De RX-series module ontvangers (8 zones voor een RX8w8, 16 zones voor een RX16w8) voegen draadloze capaciteiten toe aan een CSX75 controlepaneel. Bij toevoeging van een ontvanger module wordt het CSX75 controlepaneel compatibel aan de CS draadloze zenders en gecodeerde toetsenborden of afstandsbedieningen.
Instellen van de DIP schakelaars Bepaal de beginzone voor elke uitbreidingsmodule. De beginzone moet een reeks van 8 zones zijn. De 8 of 16 zones van een module zullen telkens vanaf deze beginzone starten. Voor het instellen van het module-adres, moet men de DIP schakelaar volgens hier onderstaande tabel instellen. " De positie van alle schakelaars wordt alleen ge-upgedate als de RX8w8-16w8 ingelezen wordt.
Specificaties Aansluitspanning 12VDC geleverd door de CSX75 Compatibiliteit Compatibel met CS-175-275-575-875 Draaggolf Frequentie 868 MHz voor de RX8w8 en RX16w8 Stroomverbruik 30mA maximaal Werkingstemperatuur 0 tot 49 °C Afmetingen 11 cm breed x 8,1 cm hoog x 2,54 cm diep Gewicht 105 g Programmeren van de RX8w8 - RX16w8 De volgende sectie beschrijft de volgende programmeer stappen. • Bepalen van de zenderinstellingen: bepalen van de veschillende instellingen voor de draadloze zenders.
Adres 0 Inleesmode Adres 0 wordt gebruikt om de zenders in te lezen. Het segment dat hier gebruikt wordt verwijst naar het gewenste zonenummer. Adressen 1-168 Eigenschappen zender 1-168 (2 segmenten, FSD) Adressen 1-168 bevatten 2 segmenten met specifieke zendereigenschappen.
Adres 195 Supervisietimers (3 segmenten, ND) Adres 195 bevat de timer waarden voor de zender supervisie (Draadloze bewaking) " Segment 1 = Aantal minuten voor niet-brand zenders (Lange Supervisie timer) Segment 2 = Aantal minuten voor brand zenders Segment 3 = Aantal minuten voor NACOSS check-in (Korte Supervisie timer) Voor België moeten de volgende parameters geconfigureerd worden Segment 1: Aantal minuten voor niet-brand zenders -> 120 min = 2 uur Segment 2: Aantal minuten voor brand (rook) zend
7. Geef XX in waar XX het zonenummer is (1 tot en met 168) en bevestigingstoets. de 8. Maak een zenderfout (sabotage binnen 250 seconden) zoals hieronder beschreven. Luister naar het ding-dong geluid ter confirmatie. 9. Programmeer de overige zenders door stappen 6–8 te herhalen. 10. " Verlaat programmeermode door de Afwezig toets tweemaal in te drukken. 3 biepsignalen van het bediendeel duiden op een fout bij de instelling.
Testen van draadloze zenders " Gedurende de installatie/indienststelling van het systeem is het noodzakelijk de signaalsterkte van alle zenders na te kijken en de signaalsterkte op te nemen in de systeem documentatie. Een deel van de indienststelling procedure van een 868 MHz draadloos systeem is het opnemen van de RSSI waarden voor elk component. Dit wordt gedaan op de volgende manier. Werkwijze 1. Druk op ß op het bediendeel om in de programmeermode te gaan. 2.
CS-216 HARDWARE ZONE-UITBREIDINGSMODULE De CS-216 is een microprocessor-gestuurde 16-zone-uitbreidingsmodule voor het CSX75 controlepaneel. Er kunnen maximaal 5 CS-216 uitbreidingsmodules worden aangesloten op het CSX75 controlepaneel met een maximum van 48 zoneadressen. Elke uitbreidingsmodule heeft een optionele sabotageschakelaar en spanningsisolator die het ideaal maken om deze module op afstand te gebruiken. " Zonetype 10(Rolluikschakelaar) kan alleen toegepast worden op een CSX75 paneel.
Begin Zonenummer Modulenummer DIP Schakelaar 1 DIP Schakelaar 1 DIP Schakelaar 1 DIP Schakelaar 1 DIP Schakelaar 1 9 23 Aan Uit Uit Uit Uit 17 16 Uit Aan Uit Uit Uit 25 17 Aan Aan Uit Uit Uit 33 18 Uit Uit Aan Uit Uit 41 19 Aan Uit Aan Uit Uit 49 20 Uit Aan Aan Uit Uit 57 21 Aan Aan Aan Uit Uit 65 96 Uit Uit Uit Aan Uit 73 97 Aan Uit Uit Aan Uit 81 98 Uit Aan Uit Aan Uit 89 99 Aan Aan Uit Aan Uit 97 100 Uit Uit Aan Aan
Beschrijving van de aansluitingen Aansluiting Beschrijving Aansluitconnector aan de linkerzijde. DATA Aansluiten aan de databus DATA aansluiting van de CSX75. AUX Aansluiten aan de databus Aux + aansluiting van de CSX75. Stroomafname is 30 mA. COM Aansluiten aan de databus COM aansluiting van de CSX75. Vout Kan gebruikt worden om de voeding van externe componenten direct op de CS-216 aan te sluiten.
CS-534 COMMUNICATIEMODULE De CS-534 is een 2-weg audio communicatiemodule voor het CSX75 controlepaneel. Als eenmaal het controlepaneel een alarmmelding heeft doorgegeven, zal de CS-534 de operator de mogelijkheid geven via een toegangscode een inluistersessie starten op basis van twee weg audio communicatie. Deze procedure wordt vanuit de Meldkamer gecontroleerd door gebruik te maken van een DTMF telefoontoestel.
vanuit de Meldkamer te voorkomen. Wanneer dit gebeurt, houd de n toets ingedrukt om de Spreek mode te activeren (Adres 3). Terugbelmode Indien deze mode is geprogrammeerd, zal de CS-534 een timer starten wanneer het controlepaneel de lijn vrijmaakt (Adres 0, Segment 1 en Adres 3, Segment 3). Gedurende deze tijd kan de Meldkamer inbellen in het pand en de 2-weg communicatie sessie starten met behulp van de Terugbel toegangscode (Adres 1).
Aansluiting SPK+ Beschrijving Verbindt met de luidspreker(s). Maximale bedrading luidspreker: 300m. Minimale luidsprekerspecificatie: 5 Watt, 8 Ohm. Niet onder 4 ohm gaan.
Terugbel mode Stappen 1. Een alarm wordt opgemerkt. 2. De telefoonlijn wordt verbroken van het controlepaneel en alle huistelefoons. 3. De CS-534 begint de Terugbeltijd procedure (Adres 3, Segment 3). Als de tijd voorbijgaat vooraleer het aantal belsignalen bereikt is, zal het systeem naar de standby mode terugkeren en een nieuwe poging afwachten. 4. Wacht op Terugbellen tot het aantal geselecteerde minuten geprogrammeerd in Adres 3, Segment 3 voor het eerste belsignaal. 5.
UITGANG/RELAIS CONTROLE NIVEAU (NEGATIEVE TOON = UITZETTEN) NOTE: Deze opties hebben X-10 nodig NIVEAU 5 0 Keert terug naar de initiële sessie-instellingen wanneer geactiveerd. Dit bevat de microfoon selectie en communicatiemode. Schakelt de overeenkomstige uitgang/relais UIT. Een negatieve toon (2 lage bieps) zullen worden gehoord. Zie ook Toongeluiden.
De CS-534 programmeren De CS-534 parameters programmeren Alle parameters worden geprogrammeerd via het CSX75 controlepaneel en bediendeel. Voor verdere instructies over de programmering en toegang tot de CSX75, zie hoofstukken aan het van deze handleiding. Adres 0 Programmeeropties (1 segment, FSD) 1= Lijnhoud- of Terug/In-belmode (Standaardinstelling = Terug/In-belmode) Uit: de CS-534 zal de lijn niet vrijmaken na een communicatiesessie, wat een inluistersessie zal activeren.
Adres 1 Terugbel toegangscode (Standaardinstelling = 123456) (6 segmenten, ND) Adres 1 bevat de toegangscode die gebruikt wordt om een Inluistersessie te starten wanneer de CS-534 in terugbelmode gebruikt wordt. De terugbel toegangscode kan maximum 6 cijfers bevatten. Geldige waarden zijn 0 - 15 (10 = , 11 = #, 12 = geen waarde, 13 - 15 = willekeurig cijfer). Indien minder dan 6 cijfers nodig zijn, programmeer het getal 15 na het laatste cijfer van de gewenste code.
Bepaalt hoeveel seconden er nog resteren vooraleer de CS-534 de indicatietoon-B naar de Meldkamer zal sturen. Deze tijd wordt gebruikt om de Meldkamer te waarschuwen dat de 2-weg sessie beëindigd wordt indien er geen verdere activiteit vanuit de Meldkamer ontvangen wordt. Geldige waarden zijn 1 tot 255 seconden. Seg8 Anti-vergrendelingstoontijd (Standaardinstelling = 0 seconden) Bepaalt het tijdinterval wanneer de anti-vergrendelingstoon gehoord wordt in de Meldkamer.
Module # Seg 1 Seg 2 1 0 2 1 3 2 4 3 5 4 6 5 7 6 8 7 9 8 10 9 11 10 12 11 13 12 14 13 15 14 16 15 Huiscode (Standaardinstelling = 0) Bevat de X-10 Huiscode. Programmeer een nummer van 0 – 15 om de overeenkomende X-10 Huiscode te vinden in volgende tabel.
CS-507 UITGANG UITBREIDINGSMODULE De CS-507 is een extra module die kan gebruikt worden om de mogelijkheden van het CSX75 controlepaneel uit te breiden met de volgende funkties: • 2-relais en 5 open collector uitgangen, microprocessor-gestuurd. • Ontworpen met 2 aparte normaly open en normaly closed relais contacten voor een variateit van toepassingen, toegangscontrole inbegrepen, huisautomatiserings controle, draadloze interface en veiligheidsfuncties.
Instellen van de DIP schakelaars Beslis wat de eerste uitgang wordt van elke uitgang-uitbreidingsmodule. De beginpositie moet op de grens liggen van 8 uitgangen. Om de beginpositie van de uitgang in te stellen, zet de DIP schakelaars volgens de hierbijgevoegde tabel. " De positie van alle schakelaars wordt alleen ge-upgedate als de CS-507 ingelezen wordt. Voordat u de positie van deze schakelaars veranderd moet u uitbreidingsmodule eerst spanningsloos maken.
Uitgang Beschrijving Relais 6 /NO Normaly open potentiaal vrij contact 1 Amp aan 30 Volt. Relais 6 /CO Common potentiaal vrij contact , 1 Amp aan 30 Volt. Relais 7 /NC Normaly closed potentiaal vrij contact 1 Amp aan 30 Volt. Relais 7 /NO Normaly open potentiaal vrij contact , 1 Amp aan 30 Volt. Relais 7 /CO Common potentiaal vrij contact, 1 Amp aan 30 Volt. Een extra connector J1, (links midden), laat een directe databus verbinding toe met het controlepaneel.
# 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Gebeurtenis Inbraakalarm Brandalarm 24-uur alarm Storing Sabotage Inbraaksirene Brandsirene Elke sirene Overbrug Netspanningsfout Accustoring # 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 # 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 Gebeurtenis Programmeermode Downloaden Beginfout Kortsluiting (overstroom) Sabotagebehuizing Sabotage sirene Elke zonefout Elk alarm Bediendeelzoemer actief Code ingave Functie 1 (Key FOB) 29 Gebeurtenis Inlooptijd Uitlooptijd In- of uitlooptijd In
Adres 2 Tijdroosters activeren voor Uitgang 1 (1 Segment, FSD) Dit adres wordt gebruikt om één van de 8 tijdroosters te activeren. 1 komt overeen met Tijdrooster 1 en 8 met Tijdrooster 8. Dit adres kan gebruikt worden in combinatie met het Specifieke Functies adres om een uitgang te programmeren die zal geactiveerd worden tijdens bepaalde tijden en/of bepaalde dagen.
Adres 32 Openingstijd programmeren voor Tijdrooster 1 (2 segmenten, ND) Segment 1 Segment 2 Adres 33 Sluitingstijd programmeren voor Tijdrooster 1 (2 segmenten, ND) Segment 1 Segment 2 Adres 34 Programmeer het uur van de openingstijd in 24-uur formaat (1:00 PM = 13). Programmeer de minuten na het uur van de openingstijd voor Tijdrooster 1. Programmeer het uur van de sluitingstijd in 24-uur formaat (1:00 PM = 13). Programmeer de minuten na het uur van de sluitingstijd voor Tijdrooster 1.
1 2 3 4 5 6 7 8 Adres 69 Aan: code activeert Uitgang 1; Uit: indien niet. Idem voor Uitgang 2 Idem voor Uitgang 3 Idem voor Uitgang 4 Idem voor Uitgang 5 Idem voor Uitgang 6 Idem voor Uitgang 7 Idem voor Uitgang 8 Autorisatie Gebruikers 11-20 voor Uitgangen 1-7 (10 Segmenten, binaire data) (Zie Adres 68) Bij het activeren van uitgangen met een gebruikerscode kan Adres 69 kan gebruikt worden om voor bepaalde codes de activering van bepaalde uitgangen te verhinderen. Adres 69 bevat 10 segmenten.
CS-586 RS232 INTERFACE De CS-586 is een goedkope optionele module die in elk CSX75 systeem past en via een standaard RS232 bi-directionale DB-9 connector een verbinding naar een huisautomatiserings host systeem mogelijk maakt. Een eenvoudige 3-draads verbinding met het controlepaneel is alles wat nodig is om deze module volledig in het systeem in te passen. De CS-586 kan gebruikt worden op een CS-175 controlepaneel om een RS232 upload/download functie mogelijk te maken.
Signaalnaam CS-X75 -----PC Jumper Nummer CTS* TXS RTS* RXD Sig.Gnd. Niet gebruikt -> -> <<<-> -- J7 J8 J9 J10 - Pin nummer Positie A 8** 2 8 2** 5 1,4,6,9 Pin nummer Positie B 7 3** 7** 3 5 1,4,6,9 *Noteer: RTS en CTS signalen worden momenteel niet gebruikt **Noteer: Standaard jumper instellingen Specificaties Aansluitspanning 12 VDC geleverd door CSX75.
Adres 2 Transitie-uitzendingen activeren (2 segmenten, FSD) De CS-586 kan geprogrammeerd worden om automatisch informatie te versturen naar het huisautomatiseringsysteem indien er een verandering in deze informatie is opgetreden. Dit is ook genaamd: transitie-gebaseerde uitzendingen. Welk informatiepakket de transitie-gebaseerde uitzending gebruikt hangt af van de applicatie en de mogelijkheden van het huisautomatiseringssysteem.
CONTROLEPANEL - PROGRAMMEERBLADEN (De standaardwaarden voor segmenten zijn in schuine vette tekst weergegeven en Quick Start Adresnummers zijn gehighlighted.) Aangezien deze handleiding zowel voor Nederland als voor België worden gebruikt, worden de programmeerbladen tweemaal opgenomen: éénmaal met de standaardwaarden voor Nederland, éénmaal voor België. STANDAARDWAARDEN VOOR NEDERLAND Adr. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 118 Beschrijving Landcode Voorkiesnummer Tel.
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 1 Tel.#6 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 14-14-14-14-14-14-14-14-14-1414-14-14-14-14-14 Klantnummer voor tel.#6 10-10-10-10-10-10 Telefoonkiezerprotocol voor tel.#6 0 4 5 6 7 8 Gebeurtenissen gerapporteerd naar tel.#6 Seg#1 (Omcirkel programmeernummers) Seg#2 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Aantal kiespogingen voor tel.
35 36 37 38 39 40 41 42 43 120 Seg# 5 Gereserveerd In-/Uitlooptijden Seg#1 (Inlooptijd #1) 30 Seg#2 (Uitlooptijd #1) 60 Seg#3 (Inlooptijd #2) 30 Seg#4 (Uitlooptijd #2) 60 Segmenten #5 en #6 Reserved Zonetypes 1-8 5-1-1-1-1-1-1-1 Zones 1-8, gebiedselectie (Segment 1=Zone 1 tot en met Segment 8=Zone 8) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (1) 1 Seg#2 (2) 1 Seg#3 (3) 1 Seg#4 (4) 1 Seg#5 (5) 1 Seg#6 (6) 1 Seg#7 (7) 1 Seg#8 (8) 1 Zonetypes 9-16 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 9
44 45 46 47 48 49 50 51 Seg#6 (30) 1 Seg#7 (31) 1 Seg#8 (32) 1 Zonetypes 33-40 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 33-40, gebiedselectie (Segment 1=Zone 33 tot en met Segment 8=Zone 40) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 #8 Seg#1 (33) As 1 above Seg#2 (34) 1 Seg#3 (35) 1 Seg#4 (36) 1 Seg#5 (37) 1 Seg#6 (38) 1 Seg#7 (39) 1 Seg#8 (40) 1 Zonetypes 41-48 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 41-48, gebiedselectie (Segment 1=Zone 41 tot en met Segment 8=Zone 48) Segmenten Gebied Gebied
52 53 54 55 122 1 Aan: herstel vertraagde zone geactiveerd tot sirene-timeout. 2 Aan: Accu aanwezigheidstest geactiveerd (om de 10 seconden). 3 Aan: actieve accutest geactiveerd bij het inschakelen. 4 Aan: handmatige sirenetest geactiveerd.. 5 Aan: handmatige communicatietest geactiveerd. 6 Aan: sabotage behuizing geactiveerd. 7 Aan: klok intern kristal gebruikt. 8 Aan: tijdelijk uitschakelen brandsirene geactiveerd.
Seg#1 (Omcirkel programmeernummers) Gereserveerd 1 Aan: Installateurscode mogelijk als inschakelen alleen code. 2 Aan: Installateurscode mogelijk als inschakelen alleen na sluitingstijd code. 3 Aan: Installateurscode mogelijk als Hoofdcode voor in-/uitschakelen (kan gebruikerscodes 4 veranderen). 5 Aan: Installateurscode mogelijk als in-/uitschakelcode. 6 Aan: Installateurscode mogelijk om zones te overbruggen. 7 Aan: Installateurscode mogelijk om in- en uitschakelrapporten te versturen.
68 Seg#4: Gereserveerd Automatische test controle Seg 1: Programmeer een 1 om het interval in uren in te stellen; Programmeer een 0 om het interval in dagen in te stellen. Voeg een 2 toe om de dagelijkse test te onderdrukken of een 3 om de test met een interval, gespecificeerd in uren, te onderdrukken indien reeds een rapport werd gestuurd.
85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 Herstel Ontbreken Detector Uitschakelen onder dwang Bediendeel AUX 1 Bediendeel AUX 2 Bediendeel Paniekalarm Bediendeel Sabotage Netspanningsfout Herstel Netspanningsfout Accustoring Herstel Accustoring Korsluiting Herstel Kortsluiting Telefoonlijnfout Herstel Telefoonlijnfout Storing Uitbreidingsmodule Herstel Storing Uitbreidingsmodule Communicatiefout Logboek Vol Automatische te
1 2 3 4 Brand (aanzetten brandzone) 5 24 uur (aanzetten voor een niet-brand 24-uur) Sleutelschakelaar Volg-/Toegangszone (aanzetten voor inbraakzones die direct zijn gedurende niettoegangstijden) 6 7 8 Seg#2 (Omcirkel programmeernummers) 1 Bediendeel activeren bij alarm 2 Een 2-tonige sirene activeren bij alarm 3 Een 1-tonige sirene activeren bij alarm 4 Reageren op deurbelfunctie Seg#3 (Omcirkel programmeernummers) 1 Activeert snelle lusreactie 2 Dubbele weerstandsconfiguratie 3 activeert storingsrap
149 150 151 152 153 4/2 herstel Seg#1-2: Kenmerken zonetype 6 SIA code: Groep 7 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 154 Kenmerken zonetype 7 155 156 SIA code: Groep 8 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: Kenmerken zonetype 8 SIA code: Groep 9 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 157 158 159 160 161 162 Kenmerken zonetype 9 163 164 SIA code: Groep 10 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 165 166 Kenmerken zonetype 10 167 168 SIA code: Groep 11 4/2 alarm co
184 185 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 186 Kenmerken zonetype 15 187 188 SIA code: Groep 16 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 189 190 Kenmerken zonetype 16 191 192 SIA code: Groep 17 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: Kenmerken zonetype 17 SIA code: Groep 18 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 restore Seg#1-2: 193 194 195 196 197 198 Kenmerken zonetype 18 199 200 SIA code: Groep 19 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 201 202 Kenmerken zonetype 19
211 212 213 214 215 216 217 218 1 = Gereserveerd 2 = Interface configuratie 3-4 = Gereserveerd 5 = Zone status 6 = Zone snapshot/moment opname 7 = Gebied status 8 = Gebied snapshot bericht RS 232 Poort Commando/order geactiveerd Seg#1 1 = Gereserveerd 2 = Interface configuratie order 3 = Gereserveerd 4 = Zonenaam order 5 = Zonestatus order 6 = Zone snapshot order 7 = Gebied status order 8 = Gebied snapshot order Seg#3 1 = Programmeergegevens order 2 = Programmeergegevens commando 3 = Gebruikers info ord
Segmenten 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 239 230 130 Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (65) 1 Seg#2 (66) 1 Seg#3 (67) 1 Seg#4 (68) 1 Seg#5 (69) 1 Seg#6 (70) 1 Seg#7 (71) 1 Seg#8 (72) 1 Zonetypes 73-80 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 73-80, gebiedselectie (Segment 1=Zone 73 tot en met Segment 8=Zone 80) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (73) 1 Seg#2 (74) 1 Seg#3 (75) 1 Seg#4 (76) 1 Seg#5 (77) 1 Seg#6 (78) 1 Seg#7 (79) 1 Seg#8 (80)
231 232 233 234 235 236 237 238 Seg#1 (97) 1 Seg#2 (98) 1 Seg#3 (99) 1 Seg#4 (100) 1 Seg#5 (101) 1 Seg#6 (102) 1 Seg#7 (103) 1 Seg#8 (104) 1 Zonetypes 105-112 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 105-112, gebiedselectie (Segment 1=Zone 105 tot en met Segment 8=Zone 112) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 Seg#1 (105) 1 Seg#2 (106) 1 Seg#3 (107) 1 Seg#4 (108) 1 Seg#5 (109) 1 Seg#6 (110) 1 Seg#7 (111) 1 Seg#8 (112) 1 Zonetypes 113-120 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 113-120, gebiedselec
239 240 241 242 243 244 245 246 132 Seg#6 (134) 1 Seg#7 (135) 1 Seg#8 (136) 1 Zonetypes 137-144 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 137-144, gebiedselectie (Segment 1=Zone 137 tot en met Segment 8=Zone 144) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 Seg#1 (137) 1 Seg#2 (138) 1 Seg#3 (139) 1 Seg#4 (140) 1 Seg#5 (141) 1 Seg#6 (142) 1 Seg#7 (143) 1 Seg#8 (144) 1 Zonetypes 145-152 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 145-152, gebiedselectie (Segment 1=Zone 145 tot en met Segment 8=Zone 152) Segment
STANDAARDWAARDEN VOOR BELGIË Adr. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 Beschrijving Landcode Voorkiesnummer Tel.#1 Standaard 11 = België Programmeerdata 14-14-14-14-14-14-14-14-14-1414-14-14-14-14-14 Klantnummer voor tel.#1 10-10-10-10-10-10 Telefoonkiezerprotocol voor tel.#1 0 Gebeurtenis gerapporteerd naar tel.
27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 134 Seg#1 Meldkamer rapportering A Seg#2 Vóór communicatiefout A Seg#3 Spraak/Bieper/Sirene 1 Kiestoon Gereserveerd 0 Telefoonkiezervertragingstijd (030 255 sec) Inluistertijd 30 Downloaden toegangscode 1-2-7-8-0-0-0-0 Aantal belsignalen om een oproep 0 te beantwoorden Download opties Seg#1 (Omcirkel programmeernummers) 1 Antwoordapparaat optie 2 Gereserveerd 3 Terugbellen vóór downloaden 4 Controlepaneel Buiten Dienst zetten 5 Uitsluiten lokaal programmeren 6 Uitsluiten t
37 38 39 40 41 42 43 44 45 Zones 1-8, gebiedselectie (Segment 1=Zone 1 tot en met Segment 8=Zone 8) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (1) 1 Seg#2 (2) 1 Seg#3 (3) 1 Seg#4 (4) 1 Seg#5 (5) 1 Seg#6 (6) 1 Seg#7 (7) 1 Seg#8 (8) 1 Zonetypes 9-16 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 9-16, gebiedselectie (Segment 1=Zone 9 tot en met Segment 8=Zone 16) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (9) 1 Seg#2 (10) 1 Seg#3 (11) 1 Seg#4 (12) 1 Seg#5 (13) 1 S
46 47 48 49 50 51 136 Seg#4 (36) 1 Seg#5 (37) 1 Seg#6 (38) 1 Seg#7 (39) 1 Seg#8 (40) 1 Zonetypes 41-48 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 41-48, gebiedselectie (Segment 1=Zone 41 tot en met Segment 8=Zone 48) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 #8 Seg#1 (41) 1 Seg#2 (42) 1 Seg#3 (43) 1 Seg#4 (44) 1 Seg#5 (45) 1 Seg#6 (46) 1 Seg#7 (47) 1 Seg#8 (48) 1 Swinger shutdown teller 0 Bediendeelzoemer instelling Seg#1 (Omcirkel programmeernummers) 1 Bediendeelzoemer geactive
52 53 54 55 1 Aan: uitschakelen 8 zones op de PCB van de centrale. 2 Aan: geforceerd activeren van de standaardinstellingen voor zonetypes.. 3 Aan: schakelt, bij geforceerd inschakelen, het overbrugrapporteren uit. 4 Aan: maakt herstel van sabotage geheugen mogelijk bij een Hoofdcode. 5 Aan: maakt gebruik van 2-draads branddetectoren mogelijk. 6 Aan: ingesteld voor 25VA transformator. 7 Aan: maakt eerste inschakel en laatste inschakel optie mogelijk. 8 Aan: maakt zomer-/wintertijd optie mogelijk.
1 2 3 4 5 6 7 8 56 57 58 59 60 61 62 63 138 Gereserveerd Aan: Installateurscode mogelijk als inschakelen alleen code. Aan: Installateurscode mogelijk als inschakelen alleen na sluitingstijd code. Aan: Installateurscode mogelijk als Hoofdcode voor in-/uitschakelen (kan gebruikerscodes veranderen). Aan: Installateurscode mogelijk als in-/uitschakelcode. Aan: Installateurscode mogelijk om zones te overbruggen. Aan: Installateurscode mogelijk om in- en uitschakelrapporten te versturen.
64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 Seg#3: Tijdstip voor het automatisch testrapport, aantal minuten na het uur Seg#4: Gereserveerd Automatische test controle Seg 1: Programmeer een 1 om het interval in uren in te stellen; Programmeer een 0 om het interval in dagen in te stellen. Voeg een 2 toe om de dagelijkse test te onderdrukken of een 3 om de test met een interval, gespecificeerd in uren, te onderdrukken indien reeds een rapport werd gestuurd.
84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 140 Ontbreken Detector Herstel Ontbreken Detector Uitschakelen onder dwang Bediendeel AUX 1 Bediendeel AUX 2 Bediendeel Paniekalarm Bediendeel Sabotage Netspanningsfout Herstel Netspanningsfout Accustoring Herstel Accustoring Korsluiting Herstel Kortsluiting Telefoonlijnfout Herstel Telefoonlijnfout Storing Uitbreidingsmodule Herstel Storing Uitbreidingsmodule Communicatiefout
1 2 3 4 Brand (aanzetten brandzone) 5 24 uur (aanzetten voor een niet-brand 24-uur) Sleutelschakelaar Volg-/Toegangszone (aanzetten voor inbraakzones die direct zijn gedurende niettoegangstijden) 6 7 8 Vertraag zone 1 (volgt timer 1 in- en uitlooptijden 1) Vertraag zone 2 (volgt timer 2 in- en uitlooptijden 2) Binnenshuis (aanzetten indien deze zone automatisch moet worden overbrugd als ingeschakeld bij aanwezigheid) gedeeltijk in Alleen lokaal (aanzetten indien deze zone niet mag worden gerapporteerd
150 151 152 153 Seg#1-2: Kenmerken zonetype 6 SIA code: Groep 7 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 154 Kenmerken zonetype 7 155 156 SIA code: Groep 8 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: Kenmerken zonetype 8 SIA code: Groep 9 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 157 158 159 160 161 162 Kenmerken zonetype 9 163 164 SIA code: Groep 10 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 165 166 Kenmerken zonetype 10 167 168 SIA code: Groep 11 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/
185 Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 186 Kenmerken zonetype 15 187 188 SIA code: Groep 16 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 189 190 Kenmerken zonetype 16 191 192 SIA code: Groep 17 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: Kenmerken zonetype 17 SIA code: Groep 18 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 restore Seg#1-2: 193 194 195 196 197 198 Kenmerken zonetype 18 199 200 SIA code: Groep 19 4/2 alarm code Seg#1-2-3: 4/2 herstel Seg#1-2: 201 202 Kenmerken zonetype 19 203 204 SIA Code
211 212 213 214 215 216 217 218 144 1 = Gereserveerd 2 = Interface configuratie 3-4 = Gereserveerd 5 = Zone status 6 = Zone snapshot/moment opname 7 = Gebied status 8 = Gebied snapshot bericht RS 232 Poort Commando/order geactiveerd Seg#1 1 = Gereserveerd 2 = Interface configuratie order 3 = Gereserveerd 4 = Zonenaam order 5 = Zonestatus order 6 = Zone snapshot order 7 = Gebied status order 8 = Gebied snapshot order Seg#3 1 = Programmeergegevens order 2 = Programmeergegevens commando 3 = Gebruikers inf
Segmenten 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 239 230 Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (65) 1 Seg#2 (66) 1 Seg#3 (67) 1 Seg#4 (68) 1 Seg#5 (69) 1 Seg#6 (70) 1 Seg#7 (71) 1 Seg#8 (72) 1 Zonetypes 73-80 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 73-80, gebiedselectie (Segment 1=Zone 73 tot en met Segment 8=Zone 80) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 Seg#1 (73) 1 Seg#2 (74) 1 Seg#3 (75) 1 Seg#4 (76) 1 Seg#5 (77) 1 Seg#6 (78) 1 Seg#7 (79) 1 Seg#8 (80) 1 Zo
231 232 233 234 235 236 237 238 146 Seg#1 (97) 1 Seg#2 (98) 1 Seg#3 (99) 1 Seg#4 (100) 1 Seg#5 (101) 1 Seg#6 (102) 1 Seg#7 (103) 1 Seg#8 (104) 1 Zonetypes 105-112 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 105-112, gebiedselectie (Segment 1=Zone 105 tot en met Segment 8=Zone 112) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 Seg#1 (105) 1 Seg#2 (106) 1 Seg#3 (107) 1 Seg#4 (108) 1 Seg#5 (109) 1 Seg#6 (110) 1 Seg#7 (111) 1 Seg#8 (112) 1 Zonetypes 113-120 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 113-120, gebied
239 240 241 242 243 244 245 246 Seg#6 (134) 1 Seg#7 (135) 1 Seg#8 (136) 1 Zonetypes 137-144 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 137-144, gebiedselectie (Segment 1=Zone 137 tot en met Segment 8=Zone 144) Segmenten Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied #1 #2 #3 #4 #5 #6 #7 Seg#1 (137) 1 Seg#2 (138) 1 Seg#3 (139) 1 Seg#4 (140) 1 Seg#5 (141) 1 Seg#6 (142) 1 Seg#7 (143) 1 Seg#8 (144) 1 Zonetypes 145-152 1-1-1-1-1-1-1-1 Zones 145-152, gebiedselectie (Segment 1=Zone 145 tot en met Segment 8=Zone 152) Segmenten Ge
APPENDIX 1: RAPPORTEREN VAN VASTE CODES IN CONTACT-ID EN SIA PROTOCOL De onderstaande tabel geeft een overzicht van de rapportagecodes voor de volgende rapporten (indien geactiveerd) bij gebruik van Contact-ID of SIA protocollen.
Het nummer tussen haakjes dat de rapportagecode volgt is het zone-, gebruikers- of modulenummer dat zal gerapporteerd worden. Als er geen haakjes vermeld zijn, dan zal het betreffende nummer steeds “0” zijn. * Het karakter dat op deze positie zal doorgestuurd worden, is het eerste karakter van de desbetreffende rapportagecode van de zone die overbrugd of in storing is.
APPENDIX 2: RAPPORTERING ZONECODES IN SIA OF CONTACT-ID De CSX75 heeft de mogelijkheid om SIA niveau 1 rapporteringen te sturen naar ieder telefoonnummer. Elk SIA rapport bestaat uit een Rapportage code en een Zone- of Gebruikers-ID. De zone-ID is het zonenummer in alarm. De Rapportage code kan gekozen worden uit onderstaande tabel en moet geprogrammeerd worden in de zonetype rapportage code.
APPENDIX 3: OVERZICHT VAN DE MODULENUMMERS Elk bediendeel, uitbreidingsmodule, draadloze ontvangermodule heeft een modulenummer. In de onderstaande lijst kan u de verschillende modulenummers vinden.
Draadloze Ontvanger ( RX8w8 en RX16w8) Dip-schakelaar instelling Alle schakelaarsuit Schakelaar 1 aan Schakelaar 2 aan Schakelaars 1 & 2 aan Schakelaar 3 aan Schakelaars 1 & 3 aan Schakelaars 2 & 3 aan Schakelaars 1, 2 & 3 aan 152 Uitbreiding # gerapporteerd 35 36 37 38 39 32 33 34 Draadloze Ontvanger (RX8i4) Dip-schakelaar instelling Alle schakelaars uit Schakelaar 1 aan Schakelaar 2 aan Schakelaars 1 & 2 aan Schakelaar 3 aan Schakelaars 1 & 3 aan Schakelaars 2 & 3 aan Schakelaars 1, 2 & 3 aan Uitbreid
APPENDIX 4: SERVICEBOODSCHAPPEN Centrale Overstroom Er is sprake van kortsluiting in de voeding van de centrale. Centrale Sirenefout Er is sprake van een geopend circuit op het bel- of sirenecircuit. Centrale Sabotage kast (Optioneel) De sabotage aan het behuizingscircuit is geactiveerd. Centrale Tel lijn fout De telefoonlijn die is aangesloten op de centrale werkt niet goed.
VERKLARENDE WOORDENLIJST 24 uur-zone Deze zone blijft de hele tijd ingeschakeld, tenzij gehinderd door een geforceerde inschakeling. Deze zone rapporteert als een normale inbraakzone wanneer deze is ingeschakeld. “A”/”B” Alarm Rapportering Als een zone geprogrammeerd is als een A-zone, wordt een alarm gemeld als een zone wordt geactiveerd. Als een zone geprogrammeerd is als een B-zone, moet een tweede activering plaatsvinden binnen een vooraf ingestelde tijd.
EN50131 Europese beveiligingsstandaard. Voor de CSX75 omvat dit een reeks regels die beperken hoe vaak een installateur toegang heeft tot het beveiligingssysteem van een gebruiker. Gebeurtenissen geheugen Een lijst van gebeurtenissen die plaatsgevonden heeft in het beveiligingssysteem. De gebeurtenissen worden opgeslagen in een sequentiële eventbuffer met een tijd- en datumstempel. Er worden maximum 100 gebeurtenissen opgeslagen in het gebeurtenissen geheugen.
Seriële-interfacemodule Module die het controlepaneel voorziet van een seriële poort. Op deze poort kan een pc worden aangesloten. Sleutelschakelaar Codering Een mechanisch apparaat waarmee het systeem kan worden in- of uitgeschakeld zonder een code te moeten invoeren. De codering wordt normaal buiten de beveiligde ruimten geplaatst om het systeem in of uit te schakelen. Een codering moet een éénpolige (twee statussen) schakelaar zijn, die is verbonden met een zone.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Primaire spanning trafo 230 VAC ± 10% - 50 Hz ± 10% Zekering 230 V F315 mA, 20x5 Secundaire spanning trafo 16.5 VAC 25, 40, of 50 VA Transformator Uitgangsspanning met 25 VA 13,8 VDC ± 5% Geregulariseerd, 0.5 A max. (zie ook Adres 37) Uitgangsspanning met 40/50 VA 13,8 VDC ± 5% Geregulariseerd, 1 A max. Aanbevolen accu 12 V, 10 Ah max.
INHOUD TAKEN Druk Taak Hoofdgebruike rCode: 1122 GebruikerCode Installateurs Code: 1278 Geen code vereist Geen code vereist X X - m Toonhoogte instellen. n o Hoofdmode Service vereist controle Geen code vereist Geen code vereist Geen code vereist p Alarm geheugen Geen code vereist Geen code vereist Geen code vereist qm Handmatige kiezertest Geen code vereist Geen code vereist Geen code vereist qn qo qp qq qr qs qt Telefoonnummer #1 X (Zie opm.
Druk Taak Hoofdgebruike rCode: 1122 GebruikerCode Installateurs Code: 1278 vt vu Tijd en datum instellen X - - Activeren voor terugbellen t.b.v. X X - vv Up/download beantwoorden X X - "1 "2 Up/download Gebruikers kunnen alleen de eigen code wijzigen. Dit kan alleen verandert worden voor het “Speciale zelf-geconfigureerde protocol.
INDEX 25 VA transformator............................................64 2-draads branddetectoren ..................................64 4/2 alarm code ....................................................72 4/2 herstel alarm code ........................................72 6-cijferige in-/uitschakel code .............................65 8 zones op PCB van centrale .............................64 Aansluiten bediendelen.....................................................
CS-275 aansluitgegevens ............................................21 controlepaneel overzicht aansluitingen...........20 eigenschappen..................................................4 CS507 .....................................................12, 14, 17 CS-507 uitgang uitbreidingsmodule .................108 aansluiten......................................................109 DIP-schakelaars instellen .............................109 gebied programmeren...................................
In-/uitschakel codes 4-cijferige en 6-cijferige codes ........................65 installateurscode .............................................65 Inluistertijd...........................................................59 Installateurscode.................................................65 Installeren controlepaneel.................................................11 Interne sirene-driver....................................63, 155 Interne sirene-opties ...........................................
SIA code groep 1 ................................................71 Sirene pulsgeluid ................................63, 121, 136 Sirenes bedraden met eindelijnbeveiliging...................29 Sluitingstijd en automatische inschakeltijd .........69 Snel inschakel.....................................................60 Snel inschakelen...............................................156 Speciale kenmerken ...........................................65 Standaard codes landcodes...................................
1043379