Installation Instructions
CS-175-275-575-875 Installatiehandleiding 155
EN50131
Europese beveiligingsstandaard. Voor de CSX75 omvat dit een reeks
regels die beperken hoe vaak een installateur toegang heeft tot het
beveiligingssysteem van een gebruiker.
Gebeurtenissen geheugen
Een lijst van gebeurtenissen die plaatsgevonden heeft in het
beveiligingssysteem. De gebeurtenissen worden opgeslagen in een
sequentiële eventbuffer met een tijd- en datumstempel. Er worden
maximum 100 gebeurtenissen opgeslagen in het gebeurtenissen
geheugen. Als het geheugen vol is, worden de oudste data overschreven
door de nieuwste data.
Gedeeltelijke inschakeling
Schakelt het beveiligingssysteem zo in dat overdag een deel van het
gebouw wordt beveiligd.
Geforceerd inschakelen
Schakelt het beveiligingssysteem in wanneer een aantal zones open zijn
zonder elke zone individueel te overbruggen.
Geheugen gebruik
Een tijdelijk geheugen dat alle uitgesloten zones, alarmen en storingen
tussen twee inschakelingen bevat. Dit geheugen wordt gewist na elke
inschakeling.
Hexadecimaal
Een telsysteem dat is gebaseerd op het grondtal 16. Het gebruikt de cijfers
1-10 en de letters A-F.
Ingeschakeld
Het beveiligingssysteem is geactiveerd.
Inlooproute
De weg die wordt gevolgd om het controlepaneel te bereiken en het
systeem uit te schakelen.
Inlooptijd
De tijdslimiet waarin de gebruiker het systeem moet uitschakelen vóór een
volledig alarm optreedt.
Klantcode
Code die door de alarmmeldcentrale wordt gebruikt om de gebruiker te
identificeren en de kosten aan te rekenen aan de gebruiker.
Korte gebruikerscodes
Een korte reeks nummers waarmee de gebruiker snel toegang kan krijgen
tot een taak.
Laatste-deurinstelling
Laat de gebruiker toe het controlepaneel zo te programmeren dat het
systeem wordt ingeschakeld zodra het controlepaneel detecteert dat de
deur waarlangs het gebouw wordt verlaten dicht is.
LED-bediendeel
Bediendeel met een reeks lichtdioden.
LED Verlaat Pand
LED die brandt tijdens de uitlooptijd.
Looptest
Wordt gebruikt om te verifiëren of alle zone-ingangen correct werken. Elk
zone wordt geactiveerd, evenals de binnensirene.
Alle activeringen en herstelmeldingen van zone-ingangen tijdens een
looptest worden geregistreerd in het geheugen.
MA (medisch alarm)
Medisch alarm dat wordt verzonden naar de alarmmeldcentrale door een
reeks sneltoetsen in te drukken.
Open zone
Een zone die niet veilig is, zoals een beveiligde deur die of een beveiligd
raam dat werd open gelaten.
Overbrugde zones
Zones die open blijven wanneer de rest van het systeem is ingeschakeld.
Deze zones kunnen worden betreden zonder dat een alarm wordt
gegenereerd.
Overval
Een overvalalarm treedt op telkens een overvalzone wordt geactiveerd,
zelfs als het controlepaneel is uitgeschakeld. Er zijn twee soorten
overvalalarmen: een stil en een akoestisch overvalalarm. Tijdens een stil
alarm worden de sirenes niet geactiveerd alleen doormelding . Bij een
akoestisch overvalalarm worden beide sirenes geactiveerd.
Sabotage
Als er wordt gesaboteerd met het beveiligingssysteem, wordt een sabotage
geregistreerd. Over het algemeen moet het systeem dan worden hersteld
door de installateur.