Operation Manual
29Gebruikershandleiding van het CS5500 LCD bediendeel
Als een proximity kaartlezer is geïnstalleerd, kunt u met behulp van een proximity kaart verschillende functies van het bediendeel activeren
door de kaart voor de lezer te houden. Als hoofdgebruiker kunt u één of meer kaarten aan het systeem toevoegen of bestaande kaarten
verwijderen. Hiertoe drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶ toetsen naar CS1700 Prox. lezer en druk OK.
1. Als u één kaart wilt toevoegen, gaat u met de
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶ toetsen naar
Toevoegen één kaart en drukt u OK.
2. Voer het gebruikersnummer in dat aan de kaart moet worden
toegewezen en druk OK. LED1 op iedere geactiveerde lezer begint te
knipperen.
3. Scan de kaart (kaart voor de lezer houden). Als de gebruikerskaart
nog niet in het systeem bestaat, wordt ze toegevoegd en stopt LED1 met
knipperen. Als de kaart al in het systeem bestaat, piept de lezer driemaal.
4. Als u meerdere kaarten wilt toevoegen, gaat u met de
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶ toetsen
naar Toevoegen meerdere kaarten en drukt u OK. Voer stap 2 uit en
scan de kaart.
5. Als de gebruikerskaart nog niet in het systeem bestaat, wordt ze
toegevoegd. LED1 blijft knipperen om aan te geven dat de volgende kaart
kan worden gescand.
Opmerking: 40 seconden nadat u klaar bent met het scannen van kaarten,
worden alle lezers in het systeem bijgewerkt met de nieuwe kaartgegevens.
Kaarten toevoegen en verwijderen
6. Als u een kaart wilt verwijderen, gaat u met de
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶ toetsen naar
Verwijder één kaart en drukt u OK. Voer stap 2 uit en scan de kaart.
7. De gebruikerskaartgegevens van het ingevoerde gebruikersnummer
worden verwijderd en LED1 stopt met knipperen.
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶
OK
Geef gebruikernr
123
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶
OK
µ¶µ¶
µ¶µ¶
µ¶
OK










