Installation Guide

17 - ck
28. Maak het onderdeel F01 vast aan de vloer door met de boor Ø 8 mm gaten te boren. Gebruik hierbij de
onderdelen B11, B12, B83 en B02 (g. 1).
29. Scheid de onderdelen van de leuning, aangeduid door de letter R (A22) (nodig voor het overloopgedeelte E03)
van de onderdelen aangeduid door de letter M (A23) (nodig voor de trap zelf) (g. 11).
30. Modelleer de trapleuning (gemerkt M) A22 door deze een buiging te geven die zo dicht mogelijk in de buurt komt
van de denitieve vorm.
31. Begin de trapleuning A22 vast te schroeven aan de eerste baluster C03 bovenaan de overloop E03 met de
schroeven C64.
32. Ga door met het vastmaken van de trapleuning A22 door middel van schroeven B33, D72 en lijmen X01.
33. Als we de laatste trede bereikt hebben, zagen we de trapleuning op maat af met een ijzerzaag.
34. Plaats er het afsluitstuk A37 op. Ook dit wordt gelijmd en vastgeschroefd C64.
35. Bevestig de overige balusters aan de treden en aan de trapleuning. Let er goed op dat dele loodrecht geplaatst
worden. Voor trappen met een diameter groter dan 140 cm, Is het aan te raden om de korte balusters eerst te
monteren (g. 12).
36. Controleer nogmaals de lijn van de trapleuning en gebruik een rubber hamer om eventuele verbeteringen aan te
brengen.
37. Voltooi de montage door de doppen B82 in het onderste opening van de balusters C03 te steken (g. 1).
Montage van de trapleunig
38. Schroef de buis C04 op het onderdeel G01 van het overloopgedeelte E03 (g. 10).
39. Monteer F01 door B07, B06 en B23 door de gaten van de overloop te steken (g. 1).
40. Positioneer de kortste balusters C03 (H 935 mm) en schroef B02 vast (g. 1).
41. Maak het element A36 vast op de zuil C04 met behulp van B02 (g. 1).
42. Monteer de leuning A23, gemerkt met R, met behulp van de onderdelen C64 (g. 1).
43. De positie van de muur rond de trapleuning zal het aantal balusters bepalen (g. 12).
44. In dit geval dient men ervoor te zorgen, dat de balusters hier dezelfde afstand hebben als bij de trapleuning.
Boor de gaten in de overloop E03 met de boor Ø 9 mm, en gebruik de onderdelen F01, 802, B07 B06 en B23.
Om de gaten in de vloer te maken, gebruikt men best een boor Ø 12 mm, waarna men de onderdelen F01, B02
en B87 gebruikt (g. 13).
Afwerking
45. Om de trap meer stevigheid te geven, gebruikt u de montageklem F09. U plaatst deze aan de muur vast en met
behulp van de elementen F08 koppelt men deze aan de balusters. Boor met een boor Ø 8 mm en gebruik de
onderdelen C50, C49, B11 en B12 (g. 14).
46. Plak de antislip trede H01 op de treden met behulp van dubbelzijdig plakband B96 (g. 1).
47. Plak de antislip mat H03 en H04 op het bordes, eveneens met het dubbelzijdig plakband B96.
Na de montage nodigen we u uit tot het naar ons sturen
van uw suggesties op onze site www.arke.ws