Operation Manual

22
Instelling van waterhardheid
Als u een afwasmachine met ontharder heeft, is het mogelijk dat de instelling ervan gewij-
zigd moet worden afhankelijk van de hardheidsgraad van het water. Uw waterleidingbedrijf
kan u inlichten over de hardheid van het water. De machine is bij levering ingesteld op een
geringe waterhardheid.
1. Schakel de machine met de hoofdschakelaar uit.
2. Houd de Start-/Stop-toets ingedrukt, terwijl u de hoofdschakelaar indrukt.
Laat de Start-/Stop-toets los.
PROG PROG
3. Druk één tot negen keer op de Programma-knop, afhankelijk van de
hardheidsgraad van het water. Een cijfer 0 (zonder ontharder alsmede
machines met ontharder met een lage hardheid), 1,2,3, enz weergegeven
op het display.
No. ˚dH ˚fH
0
0-5 0-9
1
6-8 9-14
2
9-11 15-20
3
12-14 21-25
4
15-19 26-34
5
20-24 35-43
6
25-29 44-52
7
30-39 53-70
8
40-49 71-88
9
50+
89+
4. Druk op de Start/ stop-toets en de instelling wordt opgeslagen totdat u
weer een wijziging wilt aanbrengen.
START
STOP
START
STOP
Opmerking
Indien het water in uw omgeving een
waterhardheid heeft lager dan 6dH, dan
dient u geen zout in uw ontharder te
doseren. Indien u zelf een
wateronthardings systeem in huis heeft,
dient u deze niet lager in te
stellen dan 5dH.
Instellingen