Operation Manual

1
Sorteer het wasgoed.
Raadpleeg de rubriek "Adviezen en tips"
voordat u de wasmachine in gebruik
neemt.
NB.!
Maak zakken leeg. Munten, spijkers, enz.
kunnen de machine en het wasgoed bescha-
digen. Raadpleeg de rubriek "Adviezen en
tips" voordat u de wasmachine in gebruik
neemt.
2
Zet de hoofdschakelaar aan.
3
Open de deur en laad het
wasgoed in de wasmachine.
Als de deur is gesloten, drukt u op de
Deuropening-toets (met sleutelsymbool). Het
rode veld licht op en de deur gaat na een paar
seconden open. Doe het wasgoed in de
droogtrommel. De wasprogrammatabel geeft
aan hoeveel wasgoed bij elk programma kan
worden gewassen.
4
Voeg wasmiddel en
wasverzachter toe. Let hierbij
op de wasvoorschriften.
Op de verpakking van het wasmiddel staat
de aanbevolen hoeveelheid wasmiddel. De
machine heeft capaciteit voor 6,0 kg was-
goed. Als u slechts een kleine hoeveelheid
hoeft te wassen, kunt u minder wasmiddel
gebruiken.
Vloeibaar wasmiddel
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient
u zich te houden aan de aanbevelingen van
de wasmiddelfabrikant.
Hoofdwas
Voorwas
Wasverzachter
Waspoeder
Doe het waspoeder in het hoofdwasmiddel-
bakje en eventueel ook in het voorwasmiddel-
bakje als dat gewenst is.
Wasbal of wasnet
Als u een wasbal of wasnet gebruikt, moet u
deze direct in de trommel plaatsen en een
programma zonder voorwas kiezen.
NB.!
Een hoge dosis wasmiddel zorgt niet voor
betere wasresultaten; dit leidt alleen maar tot
een zwaardere belasting van het milieu.
Probeer minder wasmiddel te gebruiken en
verhoog de dosis uitsluitend als u niet tevre-
den bent over de resultaten.
Wasverzachter
Doe wasverzachter in het bakje rechts met
het -symbool. Houd u aan de aanbevelin-
gen op de verpakking van de wasverzachter.
NB.!
Vul het bakje niet verder dan het maximale
vulniveau. Anders wordt de wasverzachter te
vroeg toegevoegd, hetgeen het wasresultaat
vermindert.
12
Wassen