ASUS Desktop PC CP3130 Gebruikershandleiding
DU8171 Gereviseerde edition Februari 2013 Copyright © 2013 ASUSTeK Computer Inc. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze handleiding, met inbegrip van de producten en de software die hierin is beschreven, mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van ASUSTeK Computer Inc.
Inhoudsopgave Mededelingen................................................................................................. 5 Veiligheidsinformatie....................................................................................... 8 Conventies die in deze handleiding worden gebruikt..................................... 9 Waar meer informatie te vinden...................................................................... 9 Inhoud verpakking.................................................................
Inhoudsopgave Hoofdstuk 6 De hulpprogramma's gebruiken ASUS AI Suite II............................................................................................ 49 ASUS Intelligent koelsysteem (optioneel)..................................................... 56 Uw systeem herstellen.................................................................................. 58 Hoofdstuk 7 Problemen oplossen Problemen oplossen.....................................................................................
Mededelingen ASUS-diensten voor recycling/terugname De recyling- en terugnameprogramma’s van ASUS zijn voortgevloeid uit onze inzet voor de hoogste standaarden voor milieubescherming. Wij geloven in het leveren van oplossingen voor u om onze producten, batterijen en andere componenten, evenals het verpakkingsmateriaal, op een verantwoorde manier te recyclen. Ga naar http://csr.asus. com/english/Takeback.htm voor gedetailleerde recyclinginformatie in de verschillende regio’s.
IC: Canadese verklaring voor naleving Voldoet aan de Canadese Klasse B specificaties ICES-003. Dit apparaat voldoet aan RSS210 van Industry Canada. Dit apparaat van Klasse B voldoet aan alle vereisten van de Canadese voorschriften voor storingsveroorzakende apparatuur. Dit apparaat voldoet aan de licentie van de van Industry Canada vrijgestelde RSSstandaard(en).
Verklaringen betreffende RF-apparatuur CE: Nalevingsverklaring Europese Gemeenschap Dit apparaat voldoet aan de vereisten betreffende RF-beperkingen 1999/519/EG, aanbeveling van de Raad van 1 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van het algemene publiek aan elektromagnetische velden (0–300 GHz). Dit draadloos apparaat voldoet aan de R&TTE-richtiljn. Gebruik draadloze radio Dit apparaat is beperkt to gebruik binnenshuis wanneer u het gebruikt in de frequentieband 5.15 tot 5.25 GHz.
Veiligheidsinformatie Voor het reinigen van de AC-stroom en randapparatuur verwijderen. Veeg de Desktop PC met een schone cellulose spons of zeemleren doek die met een niet schurende reinigingsoplossing en enkele druppels warm water is bevochtigd, schoon en verwijder met een droge doek enig overmatige nattigheid. Nederlands • NIET op onegale of instabiele werkoppervlakken plaatsen. Als de behuizing beschadigd is geraakt, dient u hulp bij onderhoud hulp te zoeken.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt Om te verzekeren dat u bepaalde taken juist uitvoert, dient u op de volgende symbolen die in deze handleiding worden gebruikt, te letten. GEVAAR/WAARSCHUWING: informatie om lichamelijke letsels te voorkomen wanneer u een taak probeert uit te voeren. VOORZICHTIG: Informatie om schade aan de onderdelen te voorkomen wanneer u een taak probeert uit te voeren. BELANGRIJK: Instructies die u MOET volgen om een taak te voltooien.
Inhoud verpakking ASUS Desktop PC Toetsenbord x1 Muis x1 Stroomkabel x1 Ondersteuning voor (optioneel) x1 Herstel-DVD DVD (optioneel) x1 Installation Guide Installation Guide x1 Warranty card x1 • Als een van de bovenstaande items beschadigd is of ontbreekt, moet u contact opnemen met uw leverancier. • De hierboven weergegeven items zijn alleen ter referentie. Feitelijke productspecificaties kunnen bij verschillende modellen variëren.
Hoofdstuk 1 Aan de slag Welkom! Dank u voor de aankoop van de ASUS CP3130 Desktop PC! De ASUS CP3130 Desktop PC biedt ultramoderne prestaties, ongecomprimeerde betrouwbaarheid en op gebruikers gerichte hulpprogramma's. Al deze waarden worden in een prachtige futuristische en stijlvolle systeembehuizing ingesloten. Lees de ASUS-garantiekaart voordat u uw ASUS Desktop PC opstelt. Uw computer leren kennen Afbeeldingen zijn alleen ter referentie.
Dun ODD. Deze sleuf is voor een dun optisch station Aan-/uit-knop. Druk op deze knop om uw computer in te schakelen. Koptelefoonpoort. Deze lijningang (lime) is voorzien voor het aansluiten van een hoofdtelefoon met een stereo ministekker. Microfoonpoort. Op deze poort kan een microfoon worden aangesloten USB 2.0-poorten. Deze universele seriële bus 2.0 (USB 2.0) poorten sluit USB 2.0-apparatuur aan zoals een muis, printer, scanner, camera, PDA en anderen. Kaartlezersleuf.
USB 2.0-poorten 1 ~ 4. Deze 4-pins USB-poorten (Universal Serial Bus) zijn beschikbaar voor het aansluiten van USB 2.0-apparaten. HDMI-poort. Deze poort is voor een High-Definition Multimedia Interface (HDMI)connector en is compliant aan HDCP waardoor HD-dvd, Blue-ray en andere beschermde inhoud kan worden afgespeeld. DVI-D-poort. Deze poort is voor een DVI-D compatibel apparaat en is compliant aan HDCP waardoor HD-dvd, Blue-ray en andere beschermde inhoud kan worden afgespeeld. USB 3.0-poorten 1 en 2.
Uitbreidingssleuf. Deze sleuf is voorbehouden voor een uitbreidingskaart LAN (RJ-45)-poort. Deze poort maakt het mogelijk om via een netwerk-hub een Gigabit-verbinding naar een Local Area Network (LAN) te maken. Raadpleeg de onderstaande tabel voor LED-indicaties van de LAN-poort.
Uw computer instellen Deze paragraaf leidt u door het verbinden van de belangrijkste hardware-apparatuur, zoals de externe monitor, het toetsenbord, de muis en stroomkabel aan uw computer. Een externe monitor verbinden Gebruik de ASUS grafische kaart (alleen op geselecteerde modellen) Verbind uw monitor via de display-uitvoerpoort met de discrete ASUS grafische kaart. Ga als volgt te werk om met een ASUS grafische kaart een externe monitor te verbinden: 1.
De onboard display-uitvoerpoorten gebruiken Verbind uw monitor met de onboard display-uitvoerpoort. Ga als volgt te werk om een externe monitor via de onboard display-uitvoerpoorten aan te sluiten: 1. Sluit op het achterpaneel van uw computer een VGA-monitor aan op de VGA-poort, of een DVI-D-monitor op de DVI-D-poort, of een HDMI-monitor op de HDMI-poort. 2. Steek de stekker van de monitor in een stopcontact.
Een USB-toetsenbord en een USB-muis aansluiten Sluit op het achterpaneel van uw computer een USB-toetsenbord en een USB-muis op de USB-poorten aan. C De stroomkabel verbinden Nederlands Sluit één uiteinde van de stroomkabel aan op de stroomconnector op het achterpaneel van uw computer en het andere uiteinde van een voedingsbron.
Uw computer AAN/UIT-schakelen Deze paragraaf beschrijft hoe uw computer aan/uit te schakelen nadat u uw computer hebt opgezet. Uw computer AAN-schakelen Ga als volgt te werk om uw computer AAN te schakelen: 1. Schakel uw monitor AAN. 2. Druk op de aan-/uit-knop op uw computer. Aan-/uit-knop 3. Wacht tot het besturingsysteem automatisch wordt geladen. Meer details over het afsluiten van uw computer vindt u in sectie Uw computer uitschakelen in hoofdstuk.
Hoofdstuk 2 Windows® 8 gebruiken De eerste keer opstarten Wanneer u uw computer voor de eerste keer opstart, verschijnen een reeks schermen die u begeleiden bij de configuratie van de basisinstellingen van het besturingsysteem van uw Windows®8. Om voor de eerste keer op te starten: 1. Zet uw computer aan. Wacht enkele minuten totdat het scherm Set Up Windows (Windows installeren) verschijnt. 2. Lees aandachtig de licentievoorwaarden.
De Windows® style-interface gebruiken De Windows®-gebruikersinterface (UI) is de weergave in tegels zoals deze wordt gebruikt in Windows® 8. Deze omvat ook de volgende functies die u kunt gebruiken terwijl u werkt op uw desktopcomputer. Startscherm The Startscherm appears after successfully signing in to your user account. It helps organize all the programs and applications you need in just one place. U kunt op de Windows-toets drukken om het startscherm vanaf elke app te starten.
Hotspots Via hotspots op het scherm kunt u programma’s starten en de instellingen openen van uw desktopcomputer. e functies in deze hotspots kunnen worden geactiveerd via de muis. Hotspots op een gestarte app Nederlands Hotspots op een Startscherm Raadpleeg de volgende pagina voor de functies van de hotspots.
Hotspot linkerbovenhoek Actie Beweeg uw muisaanwijzer en klik vervolgens op de miniatuur van de recente app om terug te keren naar die app. schuift u omlaag om alle gestarte apps weer te geven. linkerbenedenhoek Vanaf het scherm van een actieve app: Beweeg uw muisaanwijzer en klik vervolgens op de miniatuur van het startscherm om terug te keren naar het startscherm. OPMERKING: U kunt ook op de Windows-toets oop uw toetsenbord drukken om terug te keren naar het startscherm.
Werken met Windows® Apps Gebruik het toetsenbord of de muis van uw desktopcomputer om uw apps te starten en aan te passen. Launching apps • Plaats uw muisaanwijzer boven de app en klik vervolgens met de linkermuisknop of tik eenmaal om de app te starten. • Druk tweemaal op de [tab] en gebruik vervolgens de pijltoetsen om te bladeren door de apps. Druk op [enter] om de door u gekozen app te starten.
Alle apps openen Vanaf het scherm All Apps (Alle apps) kunt u een instelling voor de app configureren of een app vastzetten op het startscherm of de taakbalk van de bureaubladmodus. Het scherm All Apps (Alle apps) starten Klik met de rechtermuisknop op het startknop of druk op All Apps (Alle apps). + en klik op het pictogram Een app vastzetten op het startscherm 1. Start het scherm All Apps (Alle apps). 2. Klik vanaf het scherm All Apps (Alle apps) op een app om de instellingenbalk weer te geven.
Charms bars (Emoticonbalk) De Charms baar (Emoticonbalk) is een werkbalk die aan de rechterzijde van uw scherm kan worden geactiveerd. Dit bestaat uit verschillende hulpmiddelen waarmee u toepassingen kunt delen en snel toegang kunt verlenen voor het aanpassen van de instellingen van uw desktopcomputer. De Charms bar (Emoticonbalk) starte Charms Bar (Emoticonbalk) wanneer de Charms bar (Emoticonbalk) wordt opgeroepen, verschijnt deze aanvankelijk als een set witte pictogrammen.
In de Charms baar (Emoticonbalk) Search (Zoeken) Met dit hulpmiddel kunt u bestanden, toepassingen of programma’s zoeken op uw desktopcomputer. Share (Delen) Met dit hulpmiddel kunt u toepassingen delen via sociale netwerksites of e-mail. Start Met dit hulpmiddel keert het scherm terug naar het startscherm. U kunt dit ook gebruiken vanaf het startscherm om terug te keren naar een recent geopende app.
Snap feature De functie Snap (Uitlijnen) toont twee apps naast elkaar, zodat u kunt werken of schakelen tussen apps. Er is een schermresolutie van minstens 1366 x 768 vereist voor het gebruik van de Snapfunctie. Snap bar (Balk Uitlijning) Snap (Uitlijnen) gebruiken Snap (Uitlijnen) gebruiken: 1. Gebruik de muis of het toetsenbord van de desktopcomputer om Snap onscreen (Uitlijnen op het scherm) te activeren.
Andere sneltoetsen Met uw toetsenbord kunt u ook de volgende sneltoetsen gebruiken om u te helpen uw toepassingen te starten en te navigeren in Windows®8. Schakelt tussen het startscherm en de laatste actieve app. + + + + + + + + + + + + + + Start het bureaublad. Start het computervenster op het bureaublad. Opent het deelvenster File search (Bestand zoeken). Opent het deelvenster Share (Delen). Opent het deelvenster Settings (Instellingen).
+ <+> + <-> + <,> + + Start het vergrootglas en zoomt in op uw scherm. Zoomt uit van uw scherm. Hiermee kunt u een kijkje nemen op het bureaublad. Opent de Narrator Settings (Verhaalinstellingen). Schakelt de print screen-functie in.
De BIOS Setup starten BIOS (Basic Input and Output System) slaat de hardware-instellingen van het systeem op die nodig zijn voor het opstarten van het systeem op de desktopcomputer. In normale omstandigheden, zijn de standaard BIOS-instellingen van toepassing op de meeste situaties om optimale prestaties te garanderen.
Hoofdstuk 3 Apparaten op uw computer aansluiten Een USB-opslagapparaat aansluiten Deze desktop-pc bevat zowel USB 2.0/1.1-poorten op het voorpaneel als op het achterpaneel. Met de USB-poorten kunt u USB-apparaten, zoals opslagapparaten, aansluiten. Ga als volgt te werk om een USB-opslagapparaat aan te sluiten: • Plaats het USB-opslagapparaat in uw computer. Voorpaneel Achterpaneel 1. Klik vanaf het startscherm op Desktop om de bureaubladmodus te starten. 2.
Microfoon en luidsprekers aansluiten Deze desktop PC komt met poorten voor microfoon en luidsprekers op zowel het voor- als achterpaneel. De audio I/O-poorten bevinden zich op het achterpaneel en hiermee kunt u stereoluidsprekers met 2, 4, 6, en 8 kanalen aansluiten.
Luidsprekers met 4 kanalen aansluiten Luidsprekers met 6 kanalen aansluiten Nederlands Luidsprekers met 8 kanalen aansluiten ASUS CP3130 33
Meerdere externe schermen aansluiten Uw desktop PC kan met VGA-, HDMI- of DVI-poorten komen en laat u meerdere externe schermen aansluiten. Als in uw computer een grafische kaart is geïnstalleerd, sluit u de schermen op de uitvoerpoorten van de grafische kaart aan. Meerdere schermen instellen Als u meerdere schermen gebruikt, kunt u weergavemodi instellen. U kunt het aanvullende scherm als duplicaat van uw hoofdscherm gebruiken, of als uitbreiding ervan om uw Windows desktop te vergroten.
3. Zet uw computer aan. 4. Doe één van het volgende om het instellingenscherm Screen Resolution (Schermresolutie) te openen: Vanaf het startscherm a) Start het scherm All Apps (Alle apps) en koppel het bedieningspaneel aan het startscherm. Raadpleeg Een app vastzetten op het Windows® startscherm in de sectie Werken met Windows® apps.
Een HDTV aansluiten Sluit op de HDMI-poort van uw computer een High Definition-tv (HDTV) aan. • Om de HDTV op de computer aan te sluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig. De HDMIkabel is afzonderlijk verkrijgbaar. • Voor de beste weergaveprestatie mag uw HDMI-kabel niet langer dan 15 meter zijn.
Hoofdstuk 4 Uw computer gebruiken Juiste houding bij het gebruik van uw Desktop PC Als u uw Desktop PC gebruikt, is het belangrijk de juiste houding te bewaren om spanning op uw polsen, handen en andere gewrichten of spieren te vermijden. Deze paragraaf biedt u tips over hoe fysieke ongemakken en mogelijk letsel te vermijden terwijl u uw Desktop PC gebruikt en ervan geniet.
De geheugenkaartlezer gebruiken Digitale camera's en andere digitale beeldapparatuur gebruiken geheugenkaarten om digitale foto's of mediabestanden op te slaan. Met de ingebouwde geheugenkaartlezer op het voorpaneel van uw systeem kunt u van en naar verschillende geheugenkaartstations lezen en schrijven. Ga als volgt te werk om de geheugenkaart te gebruiken: 1. Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf. • Een geheugenkaart is gesleuteld zodat het in maar één richting past.
Het optisch station gebruiken Een optische schijf plaatsen Ga als volgt te werk om een optische schijf te plaatsen: 1. Druk op de knop PUSH terwijl het systeem is ingeschakeld. 2. Druk op de uitwerpknop onder de klep van de stationssleuf om de lade te openen. 3. Plaats de schijf in het optische station met het label naar boven gericht. 4. Duw de lade om het te sluiten. 5. Selecteer van het venster AutoPlay (automatisch afspelen) een programma voor toegang tot uw bestanden.
Het oetsenbord gebruiken (alleen op geselecteerde modellen) Het toetsenbord verschilt bij de diverse modellen. Alle afbeeldingen in dit gedeelte zijn alleen ter referentie. Modern bekabeld ASUS KB34211-toetsenbord Sneltoetsen Beschrijving Schakelt de modus voor het dempen van het volume in/uit. Verlaagt het systeemvolume. Verhoogt het systeemvolume.
Hoofdstuk 5 Verbinden met het Internet Bekabelde verbinding Gebruik een RJ-45-kabel om uw computer met een DSL/kabelmodem of een local area network (LAN-netwerk) te verbinden. Via een DSL/kabelmodem verbinden Ga als volgt te werk om een DSL/kabelmodem te verbinden: 1. Stel uw DSL/kabelmodem in. Raadpleeg de documentatie die met uw DSL/kabelmodem wordt geleverd. 2.
Verbinden via het local area network (LAN-netwerk) Ga als volgt te werk om via LAN te verbinden: 1. Verbind één uiteinde van een RJ-45-kabel met de LAN-poort (RJ-45) op het achterpaneel van uw computer en het andere uiteinde met uw LAN. RJ-45-kabel RJ-45 cable LAN LAN 2. Zet uw computer aan. 3. Configureer de benodigde instellingen voor internetverbinding. • Meer details vindt u in de secties Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren of Een statische IP-netwerkverbinding configureren.
Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren Een dynamische IP/PPPoE- of statische IP-netwerkverbinding configureren: 1. Klik vanaf het startscherm op Desktop om de bureaubladmodus te starten. 2. Klik met de rechtermuisknop in de taakbalk van Windows® op het netwerkpictogram 3. Klik vanaf het scherm Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen) op Change Adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). 4.
6. Klik op Obtain an IP address automatically (Automatisch een IPadres verkrijgen) en klik op OK. Ga door naar de volgende stappen als u een PPPoE-verbinding gebruikt 7. Keer terug naar het Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) en klik vervolgens op Set up a new connection or network (Een nieuwe verbinding of netwerk instellen). 8. Selecteer Connect to the Internet (Verbinding maken met het internet) en klik op Next (Volgende).
9. Selecteer Broadband (PPPoE) (Breedband (PPPoE)) en klik op Next (Volgende). 10. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en verbindingsnaam in. Klik op Connect (Verbinden). Klik op Close (Sluiten) om de configuratie te voltooien. 11. Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk en klik op de verbinding die u net hebt gemaakt. 12. Voer uw gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Connect (Verbinden) om een verbinding te maken met het internet. 13. Enter your user name and password.
9. Selecteer Broadband (PPPoE) (Breedband (PPPoE)) en klik op Next (Volgende). 10. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en verbindingsnaam in. Klik op Connect (Verbinden). Klik op Close (Sluiten) om de configuratie te voltooien. 11. Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk en klik op de verbinding die u net hebt gemaakt. 12. Voer uw gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Connect (Verbinden) om een verbinding te maken met het internet. 13. Enter your user name and password.
Draadloze verbinding (alleen op geselecteerde modellen) Sluit uw computer via een draadloze verbinding aan op het internet. Om een draadloze verbinding te verkijgen, moet u met een draadloos toegangspunt (access point, AP) verbinding maken. Wireless AP Modem • Om het bereik en de gevoeligheid van het draadloze radiosignaal te vergroten, dient u de externe antennes aan de antenne-connectoren op de ASUS WLAN-kaart aan te sluiten. • Plaats de antennes voor de beste draadloze prestatie, bovenop uw computer.
Nederlands 48 Hoofdstuk 5: Verbinden met het Internet
Hoofdstuk 6 De hulpprogramma's gebruiken De ondersteunings-dvd en herstel-dvd zijn mogelijk niet in het pakket opgenomen. U kunt deze zelf branden. Raadpleeg Recovering your system (Uw systeem herstellen) voor details. ASUS AI Suite II ASUS AI Suite II is een één-in-alles-interface die uit diverse ASUS-hulpprogramma's bestaat en waarmee gebruikers deze hulpprogramma's gelijktijdig kunnen lanceren en gebruiken. Dit hulpprogramma is vooraf geïnstalleerd op sommige modellen.
Extra De sectie Tool (Extra) omvat de panelen voor EPU, Probe II en Sensor record. EPU EPU is een energie-efficiënt hulpprogramma die aan diverse computervereisten voldoet. Dit hulpprogramma levert diverse modi die u kunt selecteren om systeemvermogen te besparen. Door de Automatische modus te selecteren, schakelt het systeem automatisch en volgens de huidige systeemstatus tussen de modi.
Probe II Probe II is een hulpprogramma dat de vitale componenten van de computer controleert en enige problemen met deze componenten detecteert en u hierover waarschuwt. Probe II voelt ondermeer ventilatorrotaties, CPU-temperatuur en systeemspanningen. Met dit hulpprogramma bent u verzekerd dat uw computer altijd in een gezonde bedrijfsconditie is.
Sensor Recorder Met Sensor Recorder kunt u de wijzigingen in de systeemspanning, temperatuur en ventilatorsnelheid controleren en de wijzigingen opnemen. Sensor Recorder lanceren Na van de ondersteunings-dvd AI Suite II te installeren, klikt u op Tool (Extra) > Sensor Recorder op de hoofdmenubalk van AI Suite II om PC Probe te lanceren. Sensor Recorder configureren Klik op de tabbladen Voltage/Temperature/Fan Speed (Spanning/Temperatuur/Ventilatorsnelheid) en selecteer de sensors die u wilt controleren.
Scherm De sectie Monitor (Scherm) omvat de panelen Sensor en CPU-frenquentie. Sensor Het paneel Sensor geeft de huidige waarde van een systeemsensor weer, zoals ventilatorrotatie, CPU-temperatuur en spanningen. Klik op de hoofdmenubalk van Al Suite II op Monitor (Scherm) > Sensor om het paneel Sensor te lanceren. CPU-frequentie Het paneel CPU-frequentie geeft de huidige CPU-frequentie en CPU-gebruik weer.
De BIOS via een BIOS-bestand bijwerken Ga als volgt te werk om de BIOS via een BIOS-bestand bij te werken: 1. Selecteer van het scherm ASUS Update, Update BIOS from file (Update BIOS van bestand) en klik daarna op Next (Volgende). 2. Zoek via het scherm Open het BIOS-bestand, klik op Open en klik op Next (Volgende). 3. U kunt beslissen of u het startlogo van de BIOS wilt wijzigen. Klik op Yes (Ja) als u het startlogo wilt wijzigen of op No (Nee) om door te gaan. 4.
Systeeminformatie De sectie Systeeminformatie geeft de informatie over het moederbord, de CPU en geheugensleuven weer. • Klik op het tabblad MB om de details van de fabrikant van het moederbord, de naam van het product, de versie en de BIOS weer te geven. • Klik op het tabblad CPU om de details op de processor en de Cache weer te geven.
ASUS Intelligent koelsysteem (optioneel) ASUS Smart Cooling System is een optionele functie op bepaalde modellen en kan afzonderlijk worden aangeschaft. De UEFI BIOS-modellen configureren Het ASUS Smart Cooling System is een intelligent koelsysteem dat de interne systeemcomponenten koel houdt via de luchtcirculatie na elke start van het systeem. Volg deze stappen om deze functie te configureren. 1. Start het BIOS Setup-programma. Raadpleeg het gedeelte De BIOS Setup starten in hoofdstuk 2 voor details.
3. Selecteer Clean Level (Opruimingsniveau) in het menu Monitor en druk op om de configuratie-opties weer te geven. 4. Selecteer de optie van uw voorkeur uit de vier configuratie-opties van Clean Level (Opruimingsniveau): • Uitschakelen: schakelt het ventilatorsysteem uit en de ventilator werkt onder de Q-Fan-instellingen/ Stil: 40% van de ventilatorprestaties (zwakke prestaties maar laag geluid) • Optimaal: 70% van de ventilatorprestaties (standaardinstelling).
Uw systeem herstellen Uw pc opnieuw instellen Met de optie Reset your PC (Uw pc opnieuw instellen) herstelt u de standaard fabrieksinstellingen van de pc. Maak een back-up van al uw gegevens voordat u deze optie gebruikt. Uw pc opnieuw instellen: 1. Druk tijdens het opstarten op . 2. Klik vanaf het scherm op Troubleshoot (Probleemoplossing). 3. Selecteer Reset your PC (Uw pc opnieuw instellen). 4. Klik op Next (Volgende). 5.
Klik op Recovery (Herstel) > Create a recovery drive (Een herstelschijf maken). 4. Klik op Copy the recovery partition from the PC to the recovery drive (De herstelpartitie van de pc kopiëren naar het herstelstation) en klik dan op Next (Volgende). 5. Selecteer het USB-opslagapparaat waarop u de herstelbestanden wilt kopiëren. 6. Klik op Next (Volgende). 7. Klik op Create (Maken). Wacht tot het proces is voltooid 8. Klik op Finish (Voltooien) wanneer het proces is voltooid. Nederlands 3.
Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren Het herstel van uw pc naar de originele fabrieksinstellingen kan worden uitgevoerd met de optie Remove everything and reinstall (Alles verwijderen en opnieuw installeren) in PC Settings (Pc-instellingen). Maak een back-up van al uw gegevens voordat u deze optie gebruikt. Het voltooien van dit proces kan enige tijd in beslag nemen. Nederlands 60 1. Start de Charms bar (Emoticonbalk). 2.
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen Problemen oplossen Dit hoofdstuk presenteert enkele problemen die u kunt tegenkomen en de mogelijke oplossingen. ? ? Mijn computer kan niet worden ingeschakeld en de vermogen-LED op het voorpaneel brandt niet. • Controleer of uw computer goed is aangesloten. • Controleer of de contactdoos werkt. • Controleer of de voedingseenheid is ingeschakeld. Raadpleeg de sectie Uw computer AAN/UIT-schakelen in Hoofdstuk 1. Mijn computer blijft hangen.
? ? ? ? Geen weergave op het scherm. • Controleer of het scherm is ingeschakeld. • Zorg dat uw scherm goed op de video-uitvoerpoort op uw computer is aangesloten. • Als uw computer met een discrete grafische kaart wordt geleverd, dient u uw scherm op een video-uitvoerpoort op de discrete grafische kaart aan te sluiten. • Controleer of er enige pennen van de videoconnector van het scherm zijn verbogen. Als u verbogen pennen ontdekt, dient u de videoconnector-kabel van het scherm te vervangen.
? Het beeld op de HDTV is uitgerekt. • Het wordt door verschillende resoluties van uw scherm en uw HDTV veroorzaakt. Stel de schermresolutie aan zodat het bij uw HDTV past. Ga als volgt te werk om de schermresolutie te veranderen: 1. Doe één van het volgende om het instellingenscherm Screen Resolution (Schermresolutie) te openen. Vanaf het startscherm a) Start het scherm All Apps (Alle apps) en koppel het bedieningspaneel aan het Windows® startscherm.
Voeding Probleem Mogelijke oorzaak Onjuiste voedingsspanning Geen voeding (de voedingsindicator is uit) Uw computer is niet ingeschakeld. De stroomkabel van uw computer is niet goed aangesloten. Problemen met PSU (Power supply unit, voedingseenheid) Actie • A ls uw computer een spanningsschakelaar heeft, moet u deze instellen volgens de voedingsvereisten van uw streek. • S tel de spanningsinstellingen bij. Zorg dat de stroomkabel uit de contactdoos is getrokken.
LAN Probleem Kan geen toegang krijgen tot het internet. Mogelijke oorzaak Actie De LAN-kabel is niet aangesloten. Sluit de LAN-kabel aan op uw computer. Problemen LAN-kabel Verzeker of de LAN-LED brandt. Zo niet, probeer een andere LANkabel. Als het nog niet werkt, dient u contact op te nemen met het ASUSservicecentrum. Uw computer is niet goed op een router of hub aangesloten. Verzeker of uw computer goed op een router of hub is aangesloten.
Systeem Probleem Systeemsnelheid is te langzaam Mogelijke oorzaak Actie Er zijn te veel programma's werkzaam. Sluit enkele programma's. Virusaanval op computer Storing station vaste schijf Het systeem blijft vaak hangen of bevriest. • G ebruik een antivirus-software om voor virussen te scannen en repareer uw computer. • Installeer het besturingsysteem opnieuw. • Stuur het beschadigde station van de vaste schijf naar het ASUSservicecentrum voor service.
CPU Probleem Meteen na het aanzetten van de computer is er te veel lawaai. Mogelijke oorzaak Actie Uw computer is aan het opstarten. Dit is normaal. De ventilatoren werken op volle snelheid als de computer opstart. De ventilator zal langzamer werken nadat de computer het besturingsysteem ingaat. De BIOS-instellingen zijn veranderd. Herstel de BIOS naar de standaardinstellingen. Oude BIOS-versie De CPU-ventilator is vervangen. Computer is te luidruchtig tijdens het gebruik.
ASUS contact informatie ASUSTeK COMPUTER INC. Adres 15 Li-Te Road, Peitou, Taipei, Taiwan 11259 Telefoon +886-2-2894-3447 Fax +886-2-2890-7798 E-mail info@asus.com.tw Web site www.asus.com.tw Technisch Ondersteuning Telefoon Online ondersteuning +86-21-38429911 support.asus.com ASUS COMPUTER INTERNATIONAL (America) Adres Telefoon Fax Web site 800 Corporate Way, Fremont, CA 94539, USA +1-510-739-3777 +1-510-608-4555 usa.asus.