Operation Manual

A-10
Bijlage
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen
FCC-verklaring (Federal Communications Commission)
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De
werking is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden:
Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met
inbegrip van storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor
een klasse B digitaal apparaat, in naleving van deel 15 van de FCC-
voorschriften. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke
beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële
installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-
energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in
overeenstemming met de instructies, schadelijke storing veroorzaken
in radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er geen storing
zal optreden in een particuliere installatie. Als dit apparaat toch
schadelijke storingen veroorzaakt in de radio- of televisieontvangst,
wat kan worden vastgesteld door het apparaat uit en in te schakelen,
wordt de gebruiker aangemoedigd te proberen de storing op te
lossen met een of meer van de volgende maatregelen:
Wijzig de oriëntatie of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit
dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/Tv-technicus
voor hulp.
Het gebruik van een voedingskabel van het beschermde type
is vereist om te voldoen aan de FCC-emissiebeperkingen en om
storingen in nabijgelegen radio- en tv-ontvangst te voorkomen.
Het is van essentieel belang dat alleen de meegeleverde
voedingskabel wordt gebruikt. Gebruik alleen afgeschermde
kabels om I/O-apparaten aan te sluiten op deze uitrusting.
Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de
naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het
apparaat te bedienen nietig verklaren.