Operation Manual

B Bijlage
B-24
FCC-vereisten radiofrequentiestoringen
Door zijn werking binnen het frequentiebereik van 5,15 tot 5,25 GHZ is dit apparaat beperkt tot GEBRUIK
BINNENSHUIS. FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt voor het frequentiebereik van
5,15 tot 5,25 GHz om potentiële schadelijke storingen aan bijkanalen van mobiele satellietsystemen te
verminderen.
Radars met een hoog vermogen worden toegewezen als de primaire gebruikers van de banden 5,25
tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85 Ghz. Deze radarstations kunnen storingen en/of schade aan dit apparaat
veroorzaken.
BELANGRIJK! Dit apparaat en zijn antenne(s) mogen niet samen worden geplaatst of
in combinatie worden gebruikt met een andere antenne of zender.
(Afgedrukt van de Code van Federale Voorschriften nr. 47, deel 15.193, 1993. Washington DC: Ofce of the
Federal Register, National Archives en Records Administration, U.S. Government Printing Ofce.)
FCC-verklaring (Federal Communications Commission)
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderhevig aan de volgende
twee voorwaarden:
Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van storing die ongewenste
werking kan veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een klasse B digitaal apparaat, in naleving van
deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke beveiliging te bieden
tegen schadelijke storingen in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofre-
quentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instruc-
ties, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er geen storing
zal optreden in een particuliere installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan
radio- of televisieontvangst, wat kan vastgesteld worden door het apparaat in en uit te schakelen, moet de
gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is
aangesloten.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/Tv-technicus voor hulp.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een voedingskabel van het beschermde type is
vereist om te voldoen aan de FCC-emissiebeperkingen en om storingen in nabijgele-
gen radio- en tv-ontvangst te voorkomen. Het is van essentieel belang dat alleen de
meegeleverde voedingskabel wordt gebruikt. Gebruik alleen afgeschermde kabels om
I/O-apparaten aan te sluiten op deze uitrusting. Alle wijzigingen of aanpassingen die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving,
kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren.