Installatie- en servicemanual ALEC 8A.51.75.00 / 01.13 Wijzigingen voorbehouden.
Dit installatievoorschrift beschrijft de werking en de installatie van het ATAG Low Energy Concept (ALEC). ALEC bestaat uit een aantal componenten die samen het hele systeem vormen. Daarvoor zijn ook individuele installatievoorschriften van diverse componenten nodig om het hele systeem te kunnen installeren. Hieronder treft u de verschillende componenten aan die het ALEC systeem kan bevatten met de bijbehorende documentatie.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Inleiding ..........................................................................................................................................4 Regelgeving ...................................................................................................................................4 Leveringsomvang ...........................................................................................................................6 Systeembeschrijving ....................
1 Inleiding Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire onderhoud van het ATAG Low Energy Concept (ALEC). Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die ALEC installeren en in gebruik stellen. Lees ruim voor aanvang van installatie van de ketel dit installatievoorschrift goed door. Voor gebruikers van ALEC is een aparte gebruikshandleiding bijgeleverd. ATAG Verwarming Nederland B.V.
Houd rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften: - alle werkzaamheden aan het apparaat dienen in een droge omgeving plaats te vinden. - laat de ATAG ketel niet functioneren zonder mantel, tenzij er controle- en afstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden (zie hoofdstuk 12 Onderhoud). - laat nooit elektrische en elektronische componenten in contact komen met water.
3 Leveringsomvang Het leveringspakket is als volgt samengesteld: A BA5SZ19H B ALEC0001 C ALEC1001 Dx COSxxx6U E COS1516U F COA1326U G TBxBF20H Boiler 200 liter 2 spiralen geisoleerd als Energieopslagvat Hydraulische set ALEC systeem Toebehoren ALEC systeem met: • Installatievoorschrift ALEC; Collectorset 5m2 en 7,5m2 (indak, opdak of platdak) met: • Montagemateriaal voor indak, opdak of platdak; • Installatievoorschrift SolarCollector; Collectorsensor PT1000 1,5m SolarStation 200/K/BS/E18L (Regeling, pomp
4 Systeembeschrijving 4.1 Algemeen Het ATAG Low Energy Concept (ALEC) is bedoeld voor de ruimteverwarming en warmwaterbereiding van (nieuwbouw) woningen met een laag energieverbruik (EPC = 0,6 of lager) en/of bestaande woningen die voorzien zijn van een laag temperatuur afgiftesysteem (LT afgiftesysteem, ontwerp-aanvoertemperatuur maximaal 50°C). Zonnewarmte wordt primair gebruikt voor de verwarming van zowel tapwater als voor verwarming van de woning.
4.2 ALEC Solarsysteem • • • • • • • Het solarsysteem is een drukgevuld glycol/watersysteem.
4.3 ALEC tapwater en Gaskeur • • • • • • Als er warm water getapt wordt stroomt er koud water onder in het vat en warm water boven uit het vat naar de combiketel. Dit water wordt in de zomer vooral verwarmd door de zon. In de winter wordt het water verwarmd door de zon aangevuld met warmte uit de combiketel. Als het water warmer is dan 63°C stroomt het water door de ketel naar de kraan. De ketel zal niet starten.
4.4 ALEC verwarming • • • • • • • • • Als de kamerthermostaat warmte vraagt start de ketelpomp en er stroomt warmte via de bovenste spiraal uit het vat via de combiketel naar het afgiftesysteem. Het vat wordt ontladen. De ketel heeft volgens de ingestelde stooklijn een Tset berekend. (zie fig 4.4.b) Als bij warmtevraag de watertemperatuur 5K onder de Tset komt start de ketel (branderactie). De geproduceerde warmte stroomt deels naar het afgiftesysteem en deels naar het vat.
4.5 Belangrijk om te weten! Kleine vermogens voor CV Door de ontkoppeling van ketel en afgiftesysteem door middel van het opslagvat is ALEC in staat om zeer kleine vermogens aan het afgifte systeem te leveren. In laag-energie woningen is dat met name bij hogere buitentemperatuur een groot voordeel. Temperatuurschommelingen, ongewenst hoge ruimtetemperaturen en pendelen van de ketel treden niet op. Geadviseerd vermogensbereik 1 tot 15kW.
4.6 ALEC Combiketel Gesloten CV-ketel Het toestel haalt zijn verbrandingslucht van buiten en voert de rookgassen naar buiten af. Condenseren Resultaat van het onttrekken van veel warmte uit de rookgassen. Waterdamp zal als 'water' neerslaan op de wisselaar. Moduleren Harder of zachter branden afhankelijk van de warmte die gevraagd wordt. RoestVastStaal Superdegelijke staalsoort die levenslang zijn bijzondere eigenschappen behoudt. Het roest en erodeert niet, zoals aluminium.
12 13 3 6 15 2 5 1 T1 4 P1 T2 11 14 7 9 10 8 T3 F1 G C W K R toestelweergave combiketel 1 2 3 4 5 6 7 T1 T2 T3 figuur 4.6.
5 Plaatsen van het systeem De opstellingsruimte voor ALEC moet vorstvrij zijn en blijven. Om warmteverlies uit de leidingen te beperken dient het opslagvat zo dicht mogelijk bij de collector te worden geplaatst en, indien mogelijk, eveneens zo dicht mogelijk bij het meest gebruikte warmwatertappunt. Zie figuur 5.b voor een algemeen overzicht en bijlage B voor de afmetingen en benodigde ruimte.
Combiketel: • De ketel kan met de ophangbeugel en het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan praktisch elke wand worden bevestigd. • De wand moet vlak en zó stevig zijn dat deze het ketelgewicht met waterinhoud kan dragen. • Naar keuze kan de ketel zowel links als rechts van het opslagvat geplaatst worden. Een hoekopstelling is mogelijk. • Bewaar voldoende afstand tussen ketel, opslagvat, wanden en plafond ten behoeve van de (rookgasafvoer)leidingen en het plaatsen en verwijderen van de mantel.
6 Aansluiten van het systeem ALEC bestaat uit 2 hoofdcomponenten, namelijk het opslagvat en de combiketel. Het opslagvat beschikt over de volgende aansluitleidingen: • CV-leidingen (1=aanvoer naar ketel, 2=retour van ketel/installatie).
6.1 Plaatsen van de hydraulische set Retour CV-ketel 7. 8. B. A. De meegeleverde hydraulische set moet direct onder de combiketel worden geplaatst en omvat de volgende onderdelen A. AVDO, fabriekszijdig ingesteld op 200mbar en verzegeld. B. Thermostatisch mengventiel CV. Dit ventiel voorkomt te hoge temperaturen in het CV-circuit en moet worden ingesteld op de ontwerp-aanvoertemperatuur van het afgiftesysteem. • Aansluitingen voor het opslagvat (1=aanvoer, 2=retour).
9 8 95% 7 H(m) 6 5 4 60% 3 2 1 0 0 0,50 0,75 1,00 1,25 1,50 Q(m³/h) Installatieweerstand grafiek 6.1.a 6.2 Expansievat De CV-installatie moet voorzien worden van een expansievat. Het expansievat dat wordt toegepast moet afgestemd zijn op de waterinhoud van de installatie. De voordruk is afhankelijk van de installatiehoogte boven het gemonteerde expansievat. Zie tabel 6.2.a.
6.4 Aansluiting hydraulische set aan opslagvat Uitgangspunt is dat de hydraulische set reeds is bevestigd aan de combiketel zoals beschreven in 6.1. Sluit de boiler aan op de onderzijde van de hydraulische set zoals aangegeven in schema 6.5.a. Gebruik hiervoor 22 mm CV-leiding met isolatie of isoflex slang met dezelfde hydraulische eigenschappen (DN20). 6.5 Sanitaire aansluitingen Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving.
Thermostatisch mengventiel 15mm Retour CV Aanvoer CV Warm water uit Collector retouraansluiting Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept Collector aanvoeraansluiting 20 Koudwater in Figuur 6.5.
6.6 Waterkwaliteit CV-Installatie vullen met drinkwater. In veruit de meeste gevallen kan een CV-installatie worden gevuld met drinkwater volgens landelijk geldend waterbesluit en is behandeling van dit water niet noodzakelijk. Om problemen met CV-installaties te vermijden moet de kwaliteit van het vulwater aan de specificaties voldoen die vermeld staan in tabel 6.6.
Parameter Waarde Type water Drinkwater Onthard water pH 6.0-8.5 Geleidbaarheid (bij 20°C in μS/cm) Max. 2500 Ijzer (ppm) Max. 0.2 Hardheid (°dH) Installatievolume/-vermogen 1-12 <20 l/kW Installatievolume/-vermogen 1-7 >=20 l/kW Zuurstof Geen zuurstof diffusie toegestaan gedurende bedrijf. Max.
6.7 Collectorset en aansluiten van de leidingen van het zon circuit Plaatsing van de collectorset wordt in dit installatievoorschrift niet beschreven. Zie hiervoor het Installatievoorschrift ATAG SolarCollectorII. Deze wordt met elke collectorset bijgeleverd. ATAG heeft in het leveringsprogramma een geïsoleerde flexibele leidingset beschikbaar waarmee de aansluiting van de collectorset op eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd.
6.10 Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem Met het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem wordt bedoeld: - De rookgasafvoerleiding; - De luchttoevoerleiding; - Dak- of geveldoorvoer. De rookgasafvoer- en luchttoevoerinstallatie moet voldoen aan: - de regelgeving genoemd in hoofdstuk 2, - de voorschriften uit dit installatievoorschrift en het installatievoorschrift van het toe te passen rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem.
De ketelaansluitdiameter is ø 80 mm. Hierop kan het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem gemonteerd worden al dan niet voorzien van bochten. Zie tabel 6.9.1.a voor de maximaal toepasbare leidinglengte. Wij adviseren een eenvoudig rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem samen te stellen uit de Monopass rookgasafvoercomponenten. Voor nadere informatie omtrent het leveringsprogramma van het afvoer- en toevoersysteem verwijzen wij u naar de Prijswijzer Monopass Rookgasafvoerprogramma.
Uitzetten - Monteer het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem altijd spanningsvrij. - Schuif kunststof rookgasafvoerdelen altijd eerst geheel in elkaar en trek de verbinding 10mm terug. Zo ontstaat er voldoende ruimte tot uitzetten bij temperatuurverhogingen.
6.10.1 Dimensionering afvoerkanaal / toevoerkanaal De diameter wordt bepaald door de totale lengte, inclusief aansluitpijp, en het verloop van het rookkanaal (zoals bij inmeten is vastgesteld) en het type ketel. Een te kleine diameter kan leiden tot storing. Zie tabel 6.10.1.a voor keuze van het systeem met de juiste diameter. De tabel toont de maximale afvoerlengte bij verschillende ketelvermogens. Toelichting op tabel 6.10.1.
7 Elektrische aansluiting De ketel voldoet aan de CE- machinerichtlijn 89/392/EEG. De installatie moet (blijven) voldoen aan: - Voorschriften voor elektrische apparaten NEN 1010; - De plaatselijk geldende voorschriften; Een afwijking op het net van 230V (+10% of -15%) en 50Hz is toegestaan. De ketel moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos. Deze moet zichtbaar en binnen handbereik zijn.
7.1 ALEC systeem zonder controlbox Zie ook Bijlage D.1. 1. Sluit de kamerthermostaat aan op terminal X5 van de LMU zoals in figuur 7.1.a en 7.3.a staat aangegeven. Op de ketel kunnen de volgende (klok-)thermostaten aangesloten worden (fig.7.1.a): A.
7.2 ALEC systeem met controlbox (optioneel) Zie ook Bijlage D.2. 1) LED De ALEC controlbox geeft de volgende mogelijkheden: • Het aansturen van een naverwarmer voor een WTW die is voorzien van een MIT (minimum inblaastemperatuur thermostaat) • Het aansturen van een 2e cv circuit met een 2e kamerthermostaat • Het aansturen van een 2e cv pomp Bij het gebruik van de controlbox is het niet mogelijk een thermostaat toe te passen uit de ATAG Z serie of een thermostaat van derden met een OpenTherm protokol.
On/off WTW V3 SW Roomstat. 2 On/off or PS 230V WTW V2 Roomstat. 1 On/off or PS SW Pos. 3-4 LMU 230V 2e CV-circuit V1 SW 230V AC Supply 230V System pump (optional) Max. 500VA (max. 120A inrush) Extra cv-pomp De Controlbox biedt de mogelijkheid een 2e cv-pomp aan te sluiten op pos. PUMP (steek de aarde in de los bijgeleverde lasdop waar ook de aarde van de voedingskabel op aangesloten is).
10K 21. BURNER CONDITION THERMOSTAT 16. FLUE GAS SENSOR T5 10K OPTION 15. RETURN SENSOR T2 10K 14. FLOW SENSOR T1 12. OUTSIDE SENSOR 1K T4 OPTION BVT 63°C 17. WATER FLOW SENSOR 1. EXTERNAL SAFETY CONTACT 11 B. ALTERNATIVE: ROOMTHERMOSTAT BATTERY POWERED OR CONNECTION TO OPTIONAL CONTROLBOX 11 A. ATAG Z ROOMTHERMOSTAT X5 X13 X1 X2 X4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 X7 10. FAN 230V 1. External safety contact 2. Ignition 3. Gas valve 4. Ionisatie 5. Earth 6. Pump 7. Main power supply 230V 8.
Vullen en ontluchten van ketel en cv-installatie De cv-installatie dient gevuld te worden met drinkwater. Voor het vullen van de cvinstallatie gebruikt u de vul- en aftapkraan.
9 Ketelregeling en SolarStation De volgende pagina beschrijft de toetsfuncties en symbolen op het beeldscherm. De ketel is voorzien van een zelfsturende regeling, het zogenaamde Control Management System. Deze regeling neemt een groot deel van de handmatige instellingen over, waardoor het in bedrijf nemen sterk is vereenvoudigd. Na het vullen van de installatie wordt het automatisch ontluchtingsprogramma geactiveerd. Het automatisch ontluchtingsprogramma duurt ca.7 minuten en stopt automatisch.
+ ii + - R - + ii + - R - Warmwater Instellen van de warmwatertemperatuur: Druk kort op de + of - ; het beeldscherm toont knipperend de ingestelde waarde; Druk kort op de + of - om de ingestelde waarde te wijzigen. Elke wijziging is direct actief. Warmwaterprogramma UIT: Druk op de - tot de laagste waarde en druk vervolgens is uit. nogmaals op -. Beeldscherm toont -- en middelste Inschakelen werkt in omgekeerde volgorde.
9.2 Bediening en functies SolarStation Het SolarStation wordt door de drie druktoetsen onderaan het beeldscherm bediend. Toetsfuncties: - 1 is om door het menu heen te gaan of om de instelwaarden te verhogen, - 2 is om door het menu terug te gaan of om de instelwaarden te verlagen, - 3 is de SET-modus om wijzigingen uit te voeren en te bevestigen. Om waarden in te stellen na het laatste menu met uitlezingen: toets 1 gedurende ca. 2 seconden indrukken.
Aanduiding actuele pompcapaciteit van de solarpomp 100 n %, n1 %: Actuele pompcapaciteit van de solarpomp Bereik aanduiding: 30 ...100% Bedrijfsurenteller h P: Bedrijfsurenteller 305 De bedrijfsurenteller maakt de som van het aantal draaiuren van de solarpomp (h P). In de uitlezing worden volledige uren aangeduid. Reset van bedrijfsurenteller: zichtbaar. - Selecteer in de uitlezing bedrijfsurenteller met symbool - Druk toets SET (3) gedurende ca.
kWh/MWh: hoeveelheid warmte in kWh / MWh Aanduidingskanaal* Via de aanduiding van het debiet en de collectorvoeler S1 (COL) en optionele voeler S4 (TRF) wordt de hoeveelheid warmte gemeten. Die wordt in delen van 1 kWh in parameter kWh en in delen van 1 MWh in parameter MWh aangeduid. De som van beide kanalen geeft de totale hoeveelheid warmte. 51 * Optioneel De opgetelde hoeveelheid warmte kan teruggezet worden.
Collectortemperatuur / Collectornooduitschakeling Bij overschrijden van de ingestelde collectortemperatuur (EM) wordt de pomp van het systeem (R1) uitgeschakeld om een schadelijke oververhitting van de componenten van de installatie te voorkomen (collector nooduitschakeling). Af fabriek is de collectortemperatuur ingesteld op 140°C, hij kan evenwel gewijzigd worden in het bereik 110 ... 200°C. Bij overschreden collectortemperatuur wordt in de uitlezing (knipperend) getoond.
OCF OFF OCF: Vorstbeveiliging Regelbereik: OFF / ON Fabrieksinstelling: OFF CFR CFR: Temperatuur vorstbeveiliging Regelbereik: -10 ... 10°C Fabrieksinstelling: 4,0 °C 4 °C Terugkoelfunctie Bij het bereiken van de ingestelde maximale temperatuur van het opslagvat (SMAX) blijft de solarpomp ingeschakeld om oververhitting van de collector te voorkomen. Daarbij kan de temperatuur van het opslagvat verder stijgen, maar slechts tot 95°C (maximale temperatuurbegrenzing van het opslagvat).
In werking stellen van het systeem Voordat kan worden begonnen met de in bedrijf name dienen de volgende zaken te zijn gecontroleerd: • • • • • • • • • • Cv- circuit is aangesloten en voorzien van de voorgeschreven appendages en gevuld met water op de juiste druk en ontlucht. Het ww-circuit is aangesloten en voorzien van de voorgeschreven appendages, ontlucht en is op druk gezet. Het opslagvat is geheel gevuld met sanitair water.
10.1 In werking stellen van de ketel De ketel behoeft geen afstelling van branderdruk en luchthoeveelheid, omdat deze zelfregelend is en fabrieksmatig is afgesteld en mag niet worden nagesteld.
10.1.4 Instellingen Wanneer de ketel geïnstalleerd is, is deze in principe gereed om in gebruik genomen te worden. Alle instellingen van de besturing zijn reeds geprogrammeerd voor een verwarmingsinstallatie met een aanvoertemperatuur van max. 50°C. De instellingen zijn beschreven in het Parameter-hoofdstuk op pagina 39. De ketel moet in het ALEC systeem worden afgestemd op de maximale ontwerptemperatuur van het afgiftesysteem.
Parameter-hoofdstuk PARA fabrieksinstelling Instelmogelijkheden Omschrijving 518 520 3 5 Gradiënt snelheid CV Nachtverlagingstemperatuur (alleen actief bij 100% weersafhankelijk): 532 541 11 max. Stooklijn CV-watertemperatuur (zie ook stooklijngrafiek) maximale vermogen CV in % off off Buitenvoelerfuncties (alleen bij aangesloten buitenvoeler): b0 en b1: geen functie.
stooklijn enTset 60 50 40 30 Tset 20 10 0 -15 -10 -5 y = -0,3333x + 31,667 0 5 10 15 buitentemperatuur stooklijn 20 25 y = -0,8333x + 41,667 grafiek 2 10.5 Fabrieksinstelling activeren (groene toetsfunctie) Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept Ga om de fabrieksinstellingen opnieuw te activeren als volgt te werk (alle gewijzigde instellingen vervallen hierdoor) : - Selecteer, volgens de in hoofdstuk 10.
11 Buiten bedrijf stellen In sommige situaties kan het voorkomen dat de gehele ketel buiten bedrijf moet worden gesteld. Door de 2 functietoetsen, het warmwaterprogramma en cv-programma, wordt de ketel buiten bedrijf gesteld. + ii + - R - + ii + - R - Warmwaterprogramma UIT: Druk op de - tot de laagste waarde en druk vervolgens is uit. nogmaals op -. Beeldscherm toont -- en middelste Inschakelen werkt met de +toets in omgekeerde volgorde.
12.1 Controle O2 (Schoorsteenvegerfunctie) Het O2 percentage is fabrieksmatig ingesteld. Deze moet bij controle, onderhoud en storing gecontroleerd worden. Door middel van de volgende handeling kan deze worden gecontroleerd: meetpunt ten behoeve van O2 Figuur 12.1.
12.2 Onderhoudswerkzaamheden Om onderhoud te kunnen verrichten moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden: - schakel de ketel uit; - verwijder de schroeven uit de 4 snelsluitingen A, B, C en D (zie fig. 12.2.a); - ontgrendel de 4 snelsluitingen A, B, C en D en neem de mantel naar voren weg. Luchtkast/mantel De mantel heeft tevens de functie als luchtkast: - reinig de luchtkast/mantel met een doek en een niet-schurend schoonmaakmiddel. Figuur 12.2.a 2 9 1 4 3 Figuur 12.2.
Warmtewisselaar - controleer de warmtewisselaar op vervuiling. Reinig deze, indien nodig, met een zachte borstel en een stofzuiger. Voorkom dat eventuele vervuiling naar beneden valt. Het van bovenaf doorspoelen, met water door de wisselaar, is niet toegestaan. Montage geschiedt in omgekeerde volgorde. Let tijdens montage op het juist positioneren van de knevelstangen. Deze dienen verticaal te staan. Ontstekingselektrode Het vervangen van de ontstekingselektrode is noodzakelijk als de pennen versleten zijn.
Zonnesysteem In het algemeen is de ATAG zonnesysteem onderhoudsvrij. De druk van het collectorsysteem en de beschermingsgraad van het glycol/watermengsel moet echter één maal per twee jaar gecontroleerd worden. De verhouding van het glycol/watermengsel kan gemeten worden met een refractometer (bestelnummer: COA1796U). Plaats hiervoor een druppel van het mengsel op de glazen plaat. Sluit het kapje en kijk door het venster naar de propyleen schaal. De druk moet minimaal 2 bar zijn.
13 Storingsmelding Storingsmelding op Combiketel Op het beeldscherm van de combiketel wordt een geconstateerde fout aangegeven in blokkerings- of errormeldingen. - Blokkering code met sleutel-symbool Fout is van tijdelijke aard en heft zichzelf op of zal na enkele pogingen de ketel vergrendelen (error) - Error code met bel-symbool Fout betekent een vergrendeling van de ketel en kan alleen verholpen worden door een reset en/of door interventie van een servicemonteur.
Bijlage A Technische specificaties ATAG E-Serie ALEC Keteltype Algemeen (Geadviseerd) max.
ATAG E-Serie ALEC Keteltype Qnw Belasting op onderwaarde WW Efficiency klasse volgens BED Rendement volgens EN677 (36/30°C deellast, onderw.) Rendement volgens EN677 (80/60°C vollast, onderw.) Modulatiebereik CV (vermogen, 80/60°C) Modulatiebereik CV (vermogen, 50/30°C) NOx klasse EN483 O2 CO2 Temperatuurklasse tbv kunststof RGA Afvoerklasse Rookgastemp. CV (80/60°C op vollast) Rookgastemp. CV (50/30°C op laaglast) Toestelcategorie Gasverbruik G25 CV (WW) (bij 1013 mbar/15°C) Opgenomen max. elektr. verm.
Bijlage B Toevoegmiddelen systeemwater Indien voldaan is aan de gestelde eisen aan het vulwater gesteld in hoofdstuk Waterkwaliteit, zijn er middelen die toegestaan zijn voor onderstaande toepassing en bijbehorende dosering. Indien deze middelen en concentratie niet volgens deze bijlage gehanteerd worden vervalt de garantie op de door ATAG geleverde producten in de installatie. Type toevoegmiddel Leverancier en specificaties Max.
Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept 1813 511 Bijlage C.
Bijlage C.2 Afmetingen opslagvat 20° ø 511 ø 400 ø22x0,8mm L=15.000 1634 1589 1. ø22mm 1589 BVT M5 5. ø15mm 2. ø22mm 56 ø22x0,8mm L=15.000 Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept 1813 1089 3. ø22mm 622 PT1000 M5 239 4. ø22mm 54 54 0 0 6.
Bijlage C.3 Afmetingen combiketel plafond keteltype A B mm mm E264EC ALEC E325EC ALEC 80 80 ½" binnendr.
Bijlage D.
Bijlage D.
Bijlage D.
Bijlage E Conformiteitsverklaring CE DECLARATION OF CONFORMITY Hereby declares ATAG Verwarming Nederland BV that, the condensing boiler types: ATAG E264EC ALEC E325EC ALEC are in conformity with the provisions of the following EC Directives, including all amendments, and with national legislation implementing these directives: Directive Used standards Gas Appliance Directive 2009/142/EC (ex.
Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept
Verklaring van symbolen en tekens van het beeldscherm en toetsen Combiketel Vlam Ketel in bedrijf Bel Error indicatie Sleutel Service-mode of blokkering Kraan Functie warmwater (warmtevraag) Radiator Functie centrale verwarming (warmtevraag) LCD beeldscherm met backlight Programma CV % bar Programma WW Pompprogramma °C + Scroll-en +/-functie (nevenfunctie) Instelling warmwatertemperatuur Informatietoets + R - ( OK ) Direct bedienbare Soft cushion toetsen ( ESC) OK en Escape (nevenfunctie) Inst
Met deze vernieuwde uitgave vervallen alle voorgaande installatievoorschriften. Postbus105 • 7130 AC Lichtenvoorde • Telefoon: 0544 - 391777 • E-mail: info@atagverwarming.com • Internet: www.atagverwarming.